Spiegelbeeld

2.

'Eef, ben je thuis?' klonk er vanaf de gang en ze draaide zich om van tafel.
'Ja, ik ben er.' Bevestigde ze waarna haar broer de woonkamer in stapte.
'Zo, das nieuw.' Lachte hij.
'Ik heb voor je gekookt, het staat in de keuken.' Negeerde ze zijn opmerking en ze boog zich weer over haar huiswerk.
'Ja, dat rook ik buiten al.' Knikte Maurice. Hij liep door naar het kleine keukentje en kwam terug met zijn bord goed gevuld. Gelukkig voor haar deed hij nooit moeilijk over eten en lustte hij alles. Ze was namelijk niet zo'n held in de keuken. 'Moet jij niet?' ze schudde haar hoofd.
'Ik heb al gehad.' wees ze naar haar bord dat nog op tafel stond.
'Drie sperziebonen zeker.' Mompelde haar broer en daar reageerde ze maar niet op. 'Sinds wanneer doe jij huiswerk?' een verbaasde lach ontsnapte uit haar mond.
'Sinds altijd Maus.' Vragend keek ze hem aan. Ze snapte zijn opmerking niet goed.
'Waarom was je dan niet op school gisteren?' ze zuchtte.
'Gewoon.'
'Nou?' vond hij dat antwoord geen goed antwoord. 'Je was niet hier, niet op school. Vanmorgen was je veel te laat.'
'Bemoei je er gewoon niet mee.' rolde ze met haar ogen. 'Ik bemoei me ook niet met jou.'
'Ik ben verantwoordelijk voor jou Eva. Als jij niet naar school gaat wil ik weten waarom. Net zo als jij mij nog steeds gaat vertellen wat én waar je dag en nacht uitspookt. Je bent nooit meer thuis.' zei hij in een adem.
'Gewoon bij vrienden.' Vertelde ze een halve leugen. Hij hoefde zich er niet mee te bemoeien. 'Jij bent toch ook nooit hier. Dan zit ik hier maar alleen.' al die tijd had ze haar blik nog niet van haar werk gericht.
'Jij gaat morgen gewoon naar school en het weekend ben je thuis.'
'Maurice.' Zuchtend keek ze op en geirriteerd keek ze hem aan. 'Waarom?'
'Omdat ik dat wil. We gaan gewoon weer eens gezellig samen wat doen.'
'Een andere keer. Ik heb al afgesproken.'
'Met wie?'
'Met vrienden.' Reageerde ze kortaf.
'Dan nodig je die vrienden maar hier uit.'
'Nee.' Zuchtend sloeg ze haar wiskunde boek dicht.
'Dan alleen wij twee. Het weekend ben je hier, klaar.' Sloot hij de discussie.
'Brombeer.' Mopperend liep ze door de woonkamer naar haar slaapkamer en met een klap sloot ze de deur.