Love the badboy

6- Psst... schatje

P.o.v. Charlotte
Weer een dag school. Yay zin in man! Sarcasme on point Lot. Ik fiets zelf vandaag. Wel samen met Oliver hoop ik. We hebben allebei geen rijbewijs dus we moeten wel fietsen. Ik ben klaar en ben mijn tanden aan het poetsen. 'Lot ben je klaar?', roept mijn broer vanuit de gang. 'Ja ik kom nu.', roep ik terug.

We zijn op school en nog steeds kijkt iedereen ons aan. 'Ik ga naar mijn kluisje.', zeg ik. 'Ja is goed.', zegt mijn broer die al naar zijn "vrienden" gaat. Het groepje van Jess dus.

Ik doe mijn kluisje dicht en zie Daan en Hugo iets verderop staan. Zal ik er heen gaan? Ja ik doe het. 'Hai?', zeg ik vrij onzeker. Onzekerder dan ik het wil.

'Hai Charlotte.', zeggen ze blij. 'Is het goed dat ik er bij kom staan?', vraag ik voor de zekerheid. 'Ja tuurlijk.', zegt Hugo. Ze praten verder en ik kijk vooral op mijn telefoon. De bel gaat niet veel later.

De les is echt saai. 'Psst... Schatje.... psst...', hoor ik achter mij. Ik ga niet reageren hoor. Hij noemt me maar bij mijn naam. 'Schatje ga je nog reageren?' Ik blijf voor me uit kijken. 'Jezus Charlotte schatje van me reageer.', zegt hij.

Ik draai me om. 'Stop met me zo te noemen.', zeg ik. 'Oké, schatje, heb je vanmiddag iets te doen?' 'Ja, ik heb al wat te doen.', zeg ik. 'Oké dan vind je het vast niet erg dat ik dat nog even aan je lieve broer vraag.'

'Hij weet niet wat ik elke dag doe.', zeg ik. 'Dus je doet dingen stiekem, leuk had dat niet van je verwacht. Good girls are badgirls that haven't been caught, is het niet?', fluistert hij in mijn oor.

Hoe doet hij dit hij zit achter me maar fluistert wel in mijn oor? 'Nee ik doe niks stiekem.', zeg ik onzeker. 'We zullen zien, tot vanmiddag.' 'Wij gaan niks samen doen vanmiddag.', zeg ik. 'Wie zegt dat wij iets gaan doen ik zei alleen dat ik je zie deze middag.' Wat moet ik gaan verwachten?

De rest van de lessen tot de lunch pauze verliepen langzaam en saai. Het is pauze en ik zit bij het groepje van mijn "vrienden". Ik weet niet of ik ze al vrienden kan noemen.

'Ja klinkt leuk, kan jij ook Charlotte?', vraagt Sophie. Waar gaat het over? Kut, ik moet beter luisteren als mensen praten. 'Uhm wat kan ik?', vraag ik. 'Haha, of je vanmiddag na school kan afspreken?', zegt Madison. 'Uh ja denk het wel. Waar?', vraag ik.

'Kan het bij jou Anna?', vraagt Hugo. 'Nee, bij jou Daan.', zegt Anna. 'We gaan altijd bij Daan en bij mij kan het niet.', zegt Sophie. 'Oh nee we gaan niet naar mijn huis, Charlotte kunnen we naar jouw huis?', zegt Madison uiteindelijk. 'Ik denk het wel, maar ik moet wel kijken of mijn broer er niet is.', zeg ik. 'Dat kan ik regelen.', zegt Madison.

Hoe? Wtf? 'Hoe ga je dat regelen?', vraag ik. 'Bespreken we nog wel een keer.', zegt ze. Nou oké.

Ik wissel mijn boeken bij mijn kluisje. 'Hey schatje.', zegt Jess naast me. 'Noem me niet zo.', zeg ik. 'Oké schatje, weet je dat je er mooi uit ziet vandaag?', vraagt hij met een foute grijns. 'Dit soort dingen werken niet bij mij.', zeg ik. 'Luister, Charlotte, niemand praat zo tegen mij.', zegt hij boos. 'Wat wil je nou van me?', vraag ik. 'Ik wil jou, in mijn bed.', zegt hij. 'Dan heb je dus pech, want dat gaat niet gebeuren.'