30- Vind jij Jess ook leuk?

922 11 0
                                    

P.o.v. Charlotte
Ik en Oliver hebben een hele goede band. Alleen nu, nu is het heel anders geworden. We hebben echt nooit ruzie. Alleen kleine onenigheden je kent het wel. Zo van: heb jij mijn chocolade opgegeten, nee jijzelf, dat soort dingetjes.

Maar nu zegt hij dat ík veranderd ben. Nee híj is veranderd. Ik ben inmiddels bij Jess thuis. De hele autorit was het stil. Hij heeft wat drinken voor me gepakt. 'Dank je.', zeg ik als ik het aanpak. 'Geen probleem.', zegt hij.

'Hebben jij en Oliver niet vaker ruzies?', vraagt hij. 'Nee. Hij zegt dat ik veranderd ben terwijl hij dat zelf is.', zeg ik. 'Is hij boos omdat je volgens hem veranderd bent?', vraagt hij.

'Hij is boos over dat uh in 1 bed slapen van ons. Hij gelooft niet dat we niks gedaan hebben.' 'Hij had toch juist zelf een of ander sletje meegenomen?', vraagt Jess. Ik knik.

Het is een tijdje stil. 'Het is beter als ik gewoon terug naar school ga.', zeg ik. 'Denk je dat nou echt?', vraagt hij. 'Dan doe ik tenminste iets nuttigs.', zeg ik. Hij denkt even na.

'Je kan hier blijven en dan werken we aan het biologieproject?', oppert hij. Ik denk even na. 'We hadden toch nog maar 1 uurtje les, als we op school aankomen dan is dat al voorbij.', zegt hij. 'Oké dan.', zeg ik.

'Kom je mee dan?', vraagt hij. 'Ja.', zeg ik en we lopen naar boven, naar zijn kamer. Hij schuift een van zijn bureaustoelen voor me naar achter en ik ga zitten.

'Wat moeten we nog doen voor het werkstuk?', vraag ik. 'Het onderzoek, de reden, de verschillen bij man en vrouw en ik weet niet wat jij nog moet doen?', vraagt hij. 'Ik moet alleen de verandering naarmate iemand ouder wordt nog voor een stukje.', zeg ik.

'Als we beginnen met het onderzoek?', stelt hij voor. 'Wat wil je precies gaan onderzoeken?', vraag ik. 'Geen idee.', zegt hij. 'Dan moet je dat eerst bedenken.', zeg ik. Hij knikt.

Ik zie hem nadenken. Volgens mij is Jess veel slimmer dan dat hij laat merken. 'Ik heb wel een idee.', zegt hij. 'Oké vertel.', zeg ik. 'Nee, ga eens staan.', zegt hij. 'Waarom?', vraag ik. 'Dan kan ik zien wat ik ga onderzoeken.', zegt hij.

Nee, hij gaat niet naar mijn kont kijken. In ieder geval ik ga hem daar niet bij helpen. 'Nee, je gaat daar niet naar kijken.', zeg ik. 'Waarom niet? Iedereen kan het zien.', zegt hij. 'Je mag er niet naar kijken.', zeg ik. Ik weet niet wat ik anders moet zeggen.

'Wie mag er wel naar kijken? Je vriendje?', vraagt hij. Ik slik. Ik heb geen vriendje en dat weet hij. 'Als je die zou hebben?', vult hij zijn zin aan. 'Dan zou ik daar niet zo veel problemen mee hebben...', aarzel ik. Hij kijkt me aan.

'Dan zorg ik er toch voor dat ik je vriendje word.', zegt hij. Wat? Huh? Hij lijkt zelf ook niet helemaal te weten wat hij zo juist gezegd heeft. We kijken elkaar aan.

Hij komt dichterbij. Steeds dichterbij. Totdat hij bij mijn lippen is. Hij drukt zijn lippen zacht op de mijne. Hij haalt zijn lippen van de mijne af en we kijken elkaar aan.

Wat was dat? Het voelde goed, maar toch fout. Ik kijk hem verschrikt aan. Nog steeds in shock van zijn actie. Hij kijkt me aan. 'Uh... sorry...', stamelt hij. 'Uh...', is het enige wat ik uit kan brengen.

Hij staat op. Hij steekt zijn hand uit. 'Ik zal je naar huis brengen.', zegt hij. Ik leg mijn hand in de zijne en sta op. Ik laat zijn hand los en loop hem achterna, naar de hal. Ik doe mijn jas aan en pak mijn tas.

We rijden in stilte naar mijn huis. We zijn er en hij stopt de auto. 'Bedankt.', zeg ik en ik kijk hem aan. 'Graag gedaan.', zegt hij. Ik stap uit en ik hoor hem achter me weg rijden terwijl ik de poort open.

Ik stap het huis binnen. 'Lot!', roept Oliver vanuit de keuken. Lekker hebben we dit gezeur weer. Ik loop naar hem toe. 'Wat is er?', vraag ik. 'Sorry nog. Ik had je moeten geloven.', zegt hij. Ik knik. 'Iedereen had kunnen bedenken dat jij niks met Jess gedaan hebt. En ik had je gewoon sowieso moeten geloven.', zegt hij. 'Klopt.', zeg ik.

'Is het goed zo?', vraagt hij. 'Ligt eraan.', zeg ik. 'Als je voortaan geen ruzies meer met me begint op school en als je me gewoon gelooft dan wel.', zeg ik. 'Oké dat lijkt me goed.', zegt hij. 'Dan is het nu goed.', zeg ik.

'Kom hier.', zegt hij en hij omhelst me. 'Dus je ging net naar Jess?', vraagt hij nog in de omhelzing. Ik kuch. 'Laat maar.', zegt hij. We laten elkaar los.

'Ik ga huiswerk maken.', zeg ik. 'Ik heb afgesproken met iemand ik ga.', zegt hij. 'Oké hoe laat ben je terug?', vraag ik. 'Niet zo laat.', zegt hij en hij vertrekt.

Ik kijk op mijn telefoon. 4 gemiste oproepen van Sophie, 2 van Madison en ook 2 van Anna. Ik bel Sophie.

'Charlotte waar was je?!', begint ze meteen. 'Ik had ruzie met Oliver.', zeg ik. 'Charlotte waar ben je nu?', vraagt ze. 'Thuis.', zeg ik. 'Ben je al die tijd al thuis?', vraagt ze. 'Nee ik ging met Jess mee.', zeg ik en ik begin te snikken. Waarom weet ik eigenlijk niet.

'Ik kom er nu aan!', zegt ze en ze hangt op. Ik blijf even door snikken. Ik huil eigenlijk niet zo vaak. Waarom nu wel?

De deurbel gaat en ik loop er heen. Madison, Sophie en Anna staan voor de deur. 'Hey.', zeg ik. 'Hey, kom hier.', zegt Sophie en ze omhelst me. Anna en Madison sluiten zich ook aan bij de knuffel. Ik begin weer te snikken.

'Kom binnen.', zeg ik en we lopen naar de zitkamer. 'Vertel.', zegt Anna. 'Ik had dus ruzie met Oliver. En we hebben nooit zulke heftige ruzies. Toen kwam Jess naar me toe.', zeg ik. 'Charlotte, heb je het met Jess gedaan?', vraagt Anna. 'En toen gingen we naar zijn huis en toen legde ik de ruzie uit en hij deed heel lief. En daarna gingen we naar zijn kamer om aan ons werkstuk te werken. Toen wilde hij het onderzoek doen en ik zei nee. Hij vroeg of alleen mijn vriendje dat mocht bekijken. En ik zei ja en hij zei: dan word ik toch je vriendje. En we waren stil en toen heeft hij me gekust.', zeg ik snikkend. (A/n staat vaak toen in die uitleg, maar dat is expres haha.)

Sophie en Anna kijken meelevend. Madison kijk boos. 'Dus die vieze klootzak heeft gebruik gemaakt van heel deze situatie?!', vraagt ze boos. 'Na die kus bracht hij me naar huis.', zeg ik. 'Oké dan is het goed.', zegt ze.

'Maar Charlotte, waarom moet je eigenlijk huilen dan?', vraagt Anna. 'Ik weet het niet.', zeg ik. 'Misschien moet je wel gewoon ongesteld worden.', lacht Sophie. Ik begin nu ook te lachen. En de anderen volgen ook.

'Maar nu is er nog 1 vraag.', zegt Sophie. 'Ja.', zeggen Madison en Anna. 'Vind jij Jess ook leuk?', vraagt Sophie. 'Ik weet het niet.', zeg ik. Ik zucht. Wat een gedoe allemaal.

Love the badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu