51- Was dat een ja?

890 14 0
                                    

P.o.v Jess
Al dagen probeer ik Charlotte te bereiken. Ze ontwijkt me en door Oliver heb ik nog minder kans.

Ik zie Charlotte lopen en ik grijp mijn kans. Ik pak haar pols en trek haar mee een lokaal in. 'Stop!', roept ze terwijl ik haar pols vast pak. 'Stt...', zeg ik nu we in het lokaal zijn. 'Wat is er?', vraagt ze geïrriteerd. 'Luister Lotje... uh... sorry...', stamel ik. Ze kijkt weg. Ik til haar kin op en zorg dat ze me aan kijkt. Ik kus haar maar ze gaat er niet in mee. Ze duwt me weg.

'Lotje... weet je nog wat ik vroeg in de auto?', vraag ik. 'Ja...' 'Dus Lotje, wil je alsjeblieft mijn vriendin worden? Het maakt me niet uit wat iedereen ervan vindt en dat het niet bij mijn reputatie past. Ik houd van je en ik wil dat je de mijne wordt.', zeg ik. 'Maar met Oliver... het kan niet...', zegt ze zacht. 'Met Oliver kan ik het regelen, geloof me. Het maakt niet uit wat de rest vindt.' Ze kijkt me aan en kust me dan. Wat zij kust mij?!

Als we elkaar los hebben gelaten kijk ik haar glimlachend aan. 'Was dat een ja?', lach ik. 'Ja, maar zorg dat je het niet verpest.', zegt ze met een lach. 'Ik doe mijn best.', lach ik. 'Hoe vertellen we het aan Oliver?', vraagt ze zacht. 'Ik leg het hem uit, hij wist al dat ik je leuk vond.', zeg ik. 'Oké, ik moet gaan. Madison en Sophie wachten op me we gaan naar de stad.' 'Wat ga je kopen?', vraag ik. 'Een rokje of jurkje voor dat feestje.', zegt Charlotte met een lach. 'Veel plezier, ik bel je straks oké?', lach ik. 'Ja is goed.', zegt ze lief.

Ze probeert weg te lopen maar ik houd haar tegen. 'Wat is er?', vraagt ze. 'Dit.', zeg ik en ik geef haar een kort kusje voor ze weg loopt.

P.o.v. Charlotte
Ik loop naar mijn kluisje waar Sophie en Madison staan te wachten. 'Waar bleef je zo lang?', zucht Sophie expres overdreven. 'Uh jongens... ik uh... heb misschien iets uh... nee niet misschien... het is zo... ik heb iets met Jess...', stamel ik zacht. Ze kijken allebei blij op en knuffelen me. 'Eindelijk man!', zegt Sophie blij. 'Jullie gaan niks doen als ik thuis ben!', lacht Madison. Ik lach. Ik ben blij, blij met Jess.

We zijn inmiddels in de stad en ik pas een paar jurkjes. 'Deze is te kort.', zeg ik vanuit het pashokje tegen ze. 'Laat zien.', zegt Sophie. Ik doe het gordijn open en Sophie bestudeert het jurkje. 'Ja, het is kort.', zegt ze na een tijdje. Ik doe het volgende jurkje aan en deze is mooi. 'Jongens ik neem deze denk ik.', zeg ik. 'Laat zien!', roept Madison. Ik lach en doe het gordijntje aan de kant. 'Ja deze is leuk!', zegt Madison blij. 'Ja deze moet je echt nemen.', lacht Sophie.

Ik heb betaalt en we lopen verder. 'Kennen jullie Timo?', vraag ik. 'Ja hij is best goed bevriend met Jess.', zegt Madison. 'Waarom eigenlijk?', vraagt ze erachteraan. 'Het is dus zijn verjaardag waarvoor ik dit jurkje nodig had.', leg ik uit. 'Timo heeft een vriendin toch?', vraagt Sophie. 'Ja Sophie waarom?', lacht Madison. 'Jammer hij is knap.' Ik lach. 'Moet ik een cadeau kopen voor zijn verjaardag?', vraag ik. 'Ik zou gewoon geld geven.', zegt Sophie. 'Ja dat is altijd goed en je kent hem niet dus dan is het ook raar om een heel cadeau te kopen.', zegt Madison. 'Oké.', zeg ik.

Ik ben inmiddels thuis en lig op de bank. De deurbel gaat en ik doe open. 'Hey schoonheid.', zegt Jess en hij geeft me een kusje. 'Hai.', lach ik. 'Waar is Oliver ik moet met hem praten?', vraagt hij. 'Boven, je weet waar het is toch?', vraag ik. 'Ja ik zie je zo.', zegt hij met een glimlach. 'Tot zo.', zeg ik terug.

Ik kijk nog wat tv, maar ik ben toch benieuwd hoe Oliver reageert. Zal hij boos worden? Zo ja waarom? Het is mijn leven.

Na een tijdje komt Jess de woonkamer in en kijkt me aan. 'En?', vraag ik. Hij glimlacht en knikt. Ik glimlach. 'Wat kijk je?', vraagt hij en hij gaat naast me zitten. 'Niks speciaals.', zeg ik. 'Maar ik moet zo hockeyen.' 'Oh oké ik breng je wel als je wilt.', zegt hij. 'Ik kan het beste fietsen anders kan ik ook niet thuis komen.', lach ik. 'Ja klopt maar niet alleen naar huis fietsen zo laat.', zegt hij beschermend. 'Ik fiets samen met iemand uit mijn team.', zeg ik lachend. 'Oké mooi zo.' 'Ik moet gaan omkleden.' 'Is goed ik zie je morgen.' 'Tot morgen.', zeg ik en ik geef hem een kusje. 'Ik blijf toch denk ik nog even bij Oliver, kun je vragen of hij nog iets wilt doen?', vraagt Jess. 'Ja is goed.', zeg ik.

Ik loop naar boven. 'Hey Oliver...', zeg ik als ik jij zijn deur sta. 'Hey Lot. Uh... dat met Jess en zo dat is geregeld, als hij je ook maar iets doet moet je het me zeggen dan sla ik hem kapot oké?', zegt hij. 'Ja is goed. Maar ik moet zo hockeyen en Jess is er nog. Hij vroeg of je nog iets wilde doen. Hij zit beneden.', zeg ik. 'Ja ik ga zo naar beneden.'

Ik loop mijn eigen kamer in en pak mijn hockeykleren, ik doe ze aan en kijk in de spiegel. Ik doe mijn haar in een staart en haal even twee plukjes bij mijn oren los, anders ziet het er altijd zo raar uit. Ik pak de rest van mijn spullen en kijk op mijn telefoon.

Stella (hockeyvriendin): Hey, ik ben er over 2 minuten tot zo!
Ik: is goed zie je zo!

Ik loop naar beneden en zie Jess en Oliver samen op de bank zitten. 'Ik ga trainen. Doei', zeg ik. 'Doei.', krijg ik van beiden terug.

We zijn inmiddels aangekomen bij de hockeyclub en in de kleedkamer. 'Hoe zit dat nou tussen jou en Jess? Na Londen en zo?', vraagt Stella lachend. Iedereen luistert mee. 'Uh... nou ja... uh... we hebben dus... iets...', aarzel ik. 'Dat is zo leuk!', roepen een paar meisjes. 'Cute!', roepen anderen.

Love the badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu