12- Jess kan gebeuren, Lot

1.1K 21 1
                                    

P.o.v. Jess
Madison zei dat ik vanavond weg moest blijven. Waarom zou ik? Ze is toch bij de film. Ik heb Tommy, Samuel en Oliver uitgenodigd.

'Je hebt ons uitgenodigd omdat je geen meisje hebt gevonden voor je vrijdagavond?', lacht Tommy. We zitten in de tuin. Als ik eerlijk ben is dit best een grappige opmerking. 'Ik heb genoeg meisjes geregeld voor vannacht.', grap ik.

Het is inmiddels half 12 of zo. En na dit gezegd te hebben, met een uitstekende timing, hoor ik meisjes praten.

'Daar komen ze zeker?', vraagt Samuel. 'Mooie timing toch?', zeg ik. Fuck. Charlotte zit achterop Madisons fiets. Als ik zo door ga gaat Oliver me echt haten en ik weet dat dat niet goed is.

'Ik zei dat je weg moest gaan.', zegt Madison. 'Ik zei dat ik niet naar jou hoef te luisteren.', zeg ik terug.

'Wat doe jij hier?', hoor ik Oliver aan Charlotte vragen. 'Ik heb je al verteld dat Madison me uit genodigd had voor de film en om te logeren.', zegt ze terug. 'Oké als je maar oppast.' 'Wat kan er gebeuren?', vraagt ze. 'Jess kan gebeuren Lot.', zegt hij.

'Hallo? Jess. Ik vroeg of je nog weg ging.', zegt Madison blijkbaar voor de derde keer. 'Uh sorry. Nee ik blijf ik ga zo naar boven.', zeg ik. Ik heb geen zin meer in Samuel en Tommy. Oliver kan ook weg. En zo loop ik weg hier.

Oliver heeft gelijk. Charlotte moet oppassen voor mij. Ik ben toch niet goed voor haar. Meisjes als Charlotte zijn niet bestemt voor jongens als ik.

Waarom zouden ze dat moeten zijn? Één nachtje in bed is genoeg toch?

Nee daar doen meisjes als Charlotte niet aan.

Ik lig op bed naar het plafond te staren. Na een tijdje ben ik in slaap gevallen blijkbaar.

Er klopt iemand op mijn deur. Het is Madison. 'Wil je helpen?', vraagt ze. Het is 3 uur 's nachts. 'Waarmee?', vraag ik. 'Charlotte is in slaap gevallen beneden, maar ze moet wel goed slapen ze heeft morgen hockey wedstrijd. Dus kan je haar naar mijn kamer brengen?', zegt ze.

Dus ze hockeyt? En ze slaapt. 'Waar ga jij slapen?', vraag ik. 'Op mijn kamer en Sophie en Anna ook maar ze moet echt goed slapen.', zegt ze. 'Oké.'

Ik ben beneden en Sophie en Anna zijn nog wakker. Ik zie Charlotte liggen. Het ziet er best grappig uit. En schattig. Nee wacht wtf is dit?

Ik pak haar op en loop zachtjes naar boven. Ik leg haar neer op bed en leg het deken over haar heen. Ik blijf naar haar kijken. 'Bedankt.', zegt Madison. 'Ja.', zeg ik nog steeds kijkend naar Charlotte. 'Wat doe je?', vraagt ze. 'Uh wat? Nee niks.', zeg ik wazig met mijn hoofd schuddend. Ik kijk nog een keer en loop naar mijn eigen kamer.

De volgende ochtend word ik wakker door gerommel. Ik stap mijn kamer uit met mijn slaperige hoofd. Ik zie Charlotte een staart maken, in haar hockeykleren. Fuck man dit ziet er zo leuk uit.

Ik realiseer me dat ik naar haar staar in mijn boxer, maar ik blijf gewoon kijken. Ze laat iets vallen en bukt. Dus zo bukt ze als ze niet weet dat iemand kijkt. Dit is het betere werk.

Ze draait om en ze ziet me. Ze schrikt en maakt een klein geluidje. Maar ze herstelt zich weer.

'Hoe lang sta je daar al?', vraagt ze. 'Lang genoeg schatje.', zeg ik me bewust van mijn hese ochtendstem. Ze kijkt me geschrokken aan. 'Je moet vaker dit soort rokjes dragen en bukken.' 'Dit zijn mijn hockey kleren.', zegt ze.

En ze loopt langs me af naar Madisons kamer. Die trouwens naast die van mij is. 'Madison ik moet gaan.' 'Ik loop mee naar de deur.' 'Nee blijf maar lekker hier ik vind het wel. Bedankt dat ik mocht komen.', zegt Charlotte. 'Graag gedaan joh het was heel gezellig.', hoor ik Madison zeggen. 'Doei.'

Ze loopt naar beneden en ik loop achter haar aan naar beneden. 'Waarom volg je me?', vraagt ze. 'Ik volg je niet ik loop elke dag naar beneden.', zeg ik. 'Oh uh oké.', zegt ze.

'Zal ik je wegbrengen?', vraag ik. 'Ik ga met de fiets.', zegt ze. 'Waarom zat je gisteravond dan achterop bij Madison en fietste je niet zelf?', vraag ik. 'Oh ja kut Oliver heeft mijn fiets.', zegt ze ineens een beetje gestresst. 'Zal ik je dan toch brengen?', vraag ik met een grijns.

'Ik moet er over een halfuurtje zijn.', zegt ze. 'Ik kleed me even aan.', zeg ik. 'Ik kan Oliver wel bellen.', zegt ze. 'Ten eerste ga je hem nu wakker bellen? En ten tweede voor hij hier is met de fiets...' ze zucht een beetje ongerust. Ik grijns breed. 'Ik kleed me toch maar even om toch?', zeg ik met een grijns. 'Ja schiet wel op.', zegt ze ongemakkelijk.

Love the badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu