39- Je miste me

867 16 0
                                    

P.o.v. Charlotte
Over drie dagen gaan we naar Londen, ik ben best wel zenuwachtig eigenlijk. Ik heb er wel zin in, maar het is toch spannend.

Anna gaat niet mee, waardoor onze vriendengroep een oneven aantal heeft. Wat betekent dat 1 van ons alleen zit.

Jess heb ik de afgelopen week niet op school gezien en de week daarvoor was hij er ook niet veel. Niet dat ik daardoor minder aan hem dacht, nee ik dacht misschien zelf wel meer aan hem.

Het is vrijdagmiddag het allerlaatste lesuur. Ik kijk verveeld uit het raam. Ik heb Wiskunde nu, verwachten leraren echt dat je het laatste uur op vrijdag nog iets doet? Pfff...

De bel gaat eindelijk en ik loop naar mijn kluisje voor mijn jas en nog wat spullen. Bij mijn kluisje staan Oliver en Samuel. 'Hai?', zeg ik vragend. 'Ja, hai Lot.', zegt Oliver. 'Hai.', zegt Samuel. 'Wat is er aan de hand?', vraag ik neutraal. De jongens kijken elkaar aan, vervolgens kijken ze weer naar mij. 'Waar is Jess?', vraagt Samuel. 'Weet ik veel, hoe moet ik dat weten?'

'Nou, uhm... jullie gaan met elkaar om...?', probeert Oliver. 'Nee, ik was bij hem thuis voor het werkstuk.', zeg ik. 'Oké dan.', zegt Oliver. 'Oké, tot maandag.', zegt Samuel. 'Tot vanavond, ik ga naar Tommy met Samuel.', zegt Oliver. 'Doei.', zeg ik ze.

Ik pak mijn spullen en fiets naar huis. Ik pak wat te drinken en te eten en ga op de bank zitten. Ik start Netflix op en kijk verder naar mijn serie.

Mijn gedachtes dwalen af. Zal ik Jess een berichtje sturen? Zo ja wat dan precies? Ik pak mijn telefoon en open het gesprek.

Ik begin te typen:
"Hey, waar ben je?" Nee, dat klinkt zo vaag. Hmm... dit dan misschien: "hey, Samuel en Oliver vroegen aan me waar je zit. Dus waar zit je?"? Ja dat kan wel.

Ik: Hey, Samuel en Oliver vroegen me waar je zit. Dus waar zit je?

Ik kijk verder naar mijn serie en na een halfuur krijg ik een reactie.

Jess: hey, waarom vroegen ze dat aan jou?
Ik: weet ik niet, ze zeiden dat wij met elkaar omgaan of zo.
Jess: oké.
Ik: dus waar zit je?
Jess: achter je...

Ik draai me om, je krijgt altijd een raar gevoel bij zo'n berichtje.

Ik: helemaal niet.
Jess: je keek.
Ik: ja en verander niet steeds van onderwerp.
Jess: waarom wil je weten waar ik zit?
Ik: gewoon, als ik twee weken niet naar school zou komen zou jij hetzelfde vragen.
Jess: jij komt gewoon altijd naar school.
Ik: het gaat om het principe!
Jess: weet ik, maar wel lief hoor dat je aan me denkt xx
Ik: stop met die xx
Jess: love you too. Doe de voordeur eens open.

Ik sta op een loop naar de deur. Ik open de deur, maar zie helemaal niemand.

Ik: waarom moest ik de deur openen?
Jess: had niet verwacht dat je zo snel de deur ging openen, dus wacht even.
Ik: waarop?!

Ik blijf even staan en even later staat Jess voor de poort. 'Doe eens open!', roept hij. Ik draai me om en druk op de knop waarmee het hek open gaat. 'Wat kom je doen?', vraag ik nu hij naar me toe gelopen is. 'Je vroeg waar ik was, dus nu weet je het. Ik ben hier.', zegt hij. 'Waarom?', vraag ik met een zucht. 'Je miste me.', zegt hij. 'Dat heb ik niet gezegd.' 'Je dacht het wel. Mag ik misschien binnenkomen ik krijg het koud?', vraagt hij. Ik knik en laat hem binnen.

Hij loopt naar de bank en gaat zitten. Ik blijf staan. 'Dus je zat tv te kijken?', vraagt hij doelend op mijn serie die op pauze staat. 'Ja. Wat was jij aan het doen?', vraag ik. 'Raad maar.', zegt hij. 'Hoe kan ik dat ooit raden?', vraag ik. 'Maak een begin en ik vertel de rest.', zegt hij. 'Oké, je was in de buurt sowieso, want je was te voet.', begin ik. 'Je haar zit door de war en je kleren zijn vies.', zeg ik.

'Klopt bijna helemaal.', zegt hij. 'Dus vertel de rest.', zeg ik. 'Mijn haar zit door de war doordat iemands hand erdoorheen ging. Mijn kleren zijn niet vies, ze zijn gekreukeld.', zegt hij. 'Wiens hand?', vraag ik snel, te snel. 'Ben je jaloers?', vraagt hij met een lach. 'Nee... uh ik ben gewoon nieuwsgierig.', aarzel ik. 'Oké dan, het was Jane haar hand. Jane is mijn vaders assistente.', zegt hij. Ik knik.

'En je kleren?', vraag ik. Hij lacht. 'Ik weet niet of je dat wel wilt weten.', lacht hij. 'Waarom niet?', vraag ik. Ik voel me net een klein kind dat niks mag weten. 'Ik denk gewoon niet dat je dat wilt weten.', zegt hij. 'Waarom zou ik dat niet willen weten?', vraag ik. 'Omdat je dan waarschijnlijk "ieuwl" gaat zeggen.'

Ik kijk naar beneden, naar de grond. Waarom behandelt hij me als een klein kind? Hij staat op en komt tegenover me staan. Hij tilt mijn kin op. 'Wat is er nou?', vraagt hij. 'Je behandelt me als een klein kind.', zeg ik en ik kijk weer weg. 'Lotje...', begint hij. 'Kijk hier heb je het weer. Je noemt een kind van 4 misschien Lotje, maar ik ben 16 bijna 17!', zeg ik boos. 'Hey, zo is het helemaal niet bedoeld. Ik noem je zo omdat je niet meer wilde dat ik je schatje noemde.', zegt hij.

Ik zucht, hij legt zijn handen op mijn heupen en kijkt me aan. 'Wat doe je?', vraag ik boos. 'Ik kijk naar het mooiste meisje die ik ken en ik leg mijn handen op haar prachtige lichaam.', zegt hij zacht. 'Wel een beetje pedo hè om dat te doen bij een "klein kind"?', vraag ik boos. 'Je bent geen klein kind.', zegt hij. 'Waarom mag ik dan nooit dingen weten?' 'Omdat, lieve Charlotte, ik niet trots ben op sommige dingen die ik heb gedaan waar je naar vraagt.'

'Dus niet omdat je denkt dat ik het niet begrijp of omdat je denkt dat ik het vies vind?', vraag ik zacht. 'Ik denk dat je alles kunt begrijpen, je bent echt heel erg slim. En je vindt een heleboel vies, maar dat is gewoon  omdat je zo onschuldig bent, wat heel erg leuk is.', zegt hij lief. 'Onschuldig?', vraag ik. 'Ik heb echt wel wat gedaan in mijn leven hoor.', zeg ik. 'Oh ja? Wat dan?', lacht hij.

'Uh... ik lachte vroeger een keer een meisje uit en toen ging ze huilen. Verder heb ik ooit uh...', vertel ik. Hij lacht. 'Is dat het enige?', vraagt hij. 'Nee...', stamel ik. 'Wat dan? Heb je gevochten of zo?', lacht hij. Ik kijk ongemakkelijk weg. 'Wat?! Heb jij gevochten? Met wie? Wat gebeurde er? Hoe oud was je?', vraagt hij blij. 'Uh... ik heb niet echt extreem gevochten of zo... maar het was zo'n meisje van school, en het was anderhalfjaar geleden denk ik.', zeg ik. 'Waarom gingen jullie vechten en waar?', vraagt hij. 'Uh... ze vond iemand leuk en diegene was uh... mijn vriendje. Ze sloeg me ineens op school die dag dat iedereen erachter kwam dat hij mijn vriendje was op school. En ik sloeg terug, want ze sloeg me zonder reden.', zeg ik. 'Dus je was in een gevecht én je had een vriendje?', vraagt hij. Ik knik.

'Dus zo onschuldig ben je helemaal niet. Moet ik je dan voortaan dan badgirl noemen?', vraagt hij met een lach. 'Nee.', zeg ik. 'Hoe wil je dan dat ik je noem?', vraagt hij. 'Ik heb gewoon een naam.', zeg ik. 'Dus ik moet je mevrouw Thomassen noemen?', vraagt hij met een mooie lach. 'Nee.', zeg ik nu ook met een kleine lach. 'Charlotte...', begint hij terwijl hij me gefocust aankijkt. 'Wat is er?', vraag ik nu ik hem ook aankijk.

Hij komt dichter bij en trekt me dichter naar zich toe. Hij zet zijn lippen bij mijn mondhoek en geeft een kort kusje. 'Charlotte?', vraagt hij zacht. 'Ja...', stamel ik zacht. 'Mag ik je kussen?', vraagt hij zacht en ik voel hoe hij tegen mijn wang en mond aan grijnst. 'Dat is fout...', stotter ik. 'Maar toch zo goed?', vraagt hij. 'Het mag niet gebeuren...', stotter ik. 'Maar het moet wel gebeuren.', zegt hij en hij plant zijn lippen op die van mij.

We zoenen en hij vraagt om toestemming die ik aan hem geef. Na een tijdje laten we elkaar los. 'Uh... tot... mm... maandag.', stotter ik. Hij kijkt me aan. 'Tot maandag Charlotte.', zegt hij en hij loopt de deur uit.

Love the badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu