"Eva, ben je zover?" Er werd op de deur geklopt van haar veel te kleine kamer van de kliniek. Eva ritste net haar weekendtas dicht toen haar begeleider binnen kwam. De vriendelijke vrouw, die Ans Pieterson heette, glimlachte naar haar.
"Heb je lekker geslapen?" Dat vroeg ze elke ochtend en elke ochtend loog Eva tegen haar.
"Ja, heerlijk."
"Mooi zo. Je taxi is er al."
Eva glimlachte kort terug en pakte haar tas. Het feit dat ze er nu alleen voor stond benauwde haar een beetje. Ze liep naar de deur, waar Ans haar lachend aan zat te kijken.
"En je hebt geluk, want je hebt een héle leuke taxichauffeur."
Net op het moment dat Eva wilde zeggen dat ze geen behoefte had aan een man, zag ze Wolfs in de gang staan. Haar Wolfs. Direct liet ze haar tas op de grond vallen en rende ze naar hem toe. Ze vloog hem om zijn nek en lachte.
"Ik dacht dat jij moest werken?"
"En jou alleen naar huis laten gaan? Wat denk je zelf?"
Ze keken elkaar aan en Wolfs streek een pluk haar achter haar oor.
"Klaar om naar huis te gaan, van Dongen?"
Eva ademde diep in. "Ik denk het." zei ze zacht. Wolfs kneep zachtjes en bemoedigend in haar schouder en haalde haar tas op. Ans wenste hen succes en Wolfs nam Eva daarna mee naar buiten. Naar huis.
Eva zette haar tas op de grond en plofte op haar eigen bed neer. Ze snoof de geur op. Het rook als thuis. Ze had het gemist. Het leek alsof ze al een jaar niet in De Ponti was geweest, terwijl het eigenlijk maar een korte maand was.
Ze sloot even haar ogen, maar opende die gelijk weer toen ze geklop op de deur hoorde. Ze keek op en zag Wolfs in de deuropening staan. Hij had een kleine grijns om zijn mond.
"Voelt het goed om weer thuis te zijn?" Hij liep naar haar toe en kwam bij haar op bed zitten. Eva knikte kort, maar wendde haar blik toen weer van hem af. Ze keek naar haar handen en bleef stil. Ineens voelde ze Wolfs' warme hand op haar rug. Er ging een kleine schok door haar heen, die hem ook niet ontging.
"Hoe gaat het met je?" vroeg hij zacht. "Hoe gaat het écht met je?"
Hij had het wel vaker gevraagd, toen ze nog in de kliniek was, maar daar kon hij haar niet goed peilen.
Ze keek hem even aan en gaf hem een kleine glimlach. "Het gaat goed."
Hij pakte voorzichtig haar hand vast. "Het is ook prima als het niet goed gaat. Dat weet je he?"
"Ja, dat weet ik. Maar het gaat-" ze kon haar zin niet eens afmaken. Ze kon niet liegen tegen hem. Ze zuchtte. Waarom had die man altijd door als ze loog?
Hij kneep nog even in haar hand. "Heb je zin in bami?" grijnsde hij.
Eva begon te lachen. "Altijd."
"Dan ga ik even wat bestellen." Wolfs stond op en wilde de kamer uitlopen maar Eva hield hem tegen.
"Weet je waar ik nóg meer zin in heb?"
"Nou?"
Eva's ogen begonnen te twinkelen. "Jouw eigen gemaakte bami."
Wolfs was stiekem een beetje trots op zichzelf. "Dan ga ik even snel boodschappen doen."
Hij wilde de deur uitgaan maar stopte toch nog even bij de deur. "Red jij je alleen?"
"Ja, ja. Ga nou maar snel." lachte ze. "Ik heb honger als een paard."
Toen Wolfs weer terug was ging Eva aan tafel zitten en keek even rond. Ze glimlachte maar toch voelde ze dat er wat veranderd was, maar ze wist niet goed wat. Wolfs was in ieder geval hetzelfde: hij dook de keuken in om haar bami klaar te maken. En hoewel hij druk bezig was met het bereiden, nam hij tussendoor heel even de tijd om haar een glas chocomelk in te schenken. Ze nam er meteen een slok van.
"Dit miste ik het meest."
"Chocomelk? Vorige week zag ik dat je dat nog dronk in Amsterdam."
"Een glas koude chocomelk ín De Ponti terwijl jij eten voor mij aan het klaarmaken bent. Dát heb ik gemist." glimlachte ze tevreden. Hij lachte terwijl hij weer naar het aanrecht liep.
"Nou, welkom terug dan."
***
"Nou, zie ik er weer een beetje als mezelf uit?" Eva kwam beneden in een strakke spijkerbroek, een blauwe blouse en haar haar in een paardenstaart. Wolfs glimlachte en knikte. Hij vond haar prachtig, wat ze ook aan had. De over-sized joggingbroek en haar losse haar van de afgelopen dagen vond hij haar ook geweldig staan. Nu leek ze weer sprekend op zijn partner in ieder geval.
Na nog een week thuis te zijn gebleven, was vandaag de dag dat ze weer aan het werk mocht.
Wolfs schoof een kop koffie haar richting op, toen ze op een stoel ging zitten om haar schoenen aan te doen.
"Is het niet te vroeg, Eef? Van Mechels hoef je echt nog niet te werken hoor. Je moet niks overhaasten."
"Heel lief dat jullie zo bezorgd zijn," Ze dronk een grote slok. "maar dat hoeft echt niet."
Wolfs stond op en zuchtte. "Niks kan jou tegenhouden om weer aan het werk te gaan, of niet?."
"Dat klopt." ze lachte even lief naar hem. Hij zette hoofdschuddend zijn lege kopje op het aanrecht en stopte zijn pistool in zijn holster. "Nou, ga je mee dan, partner?"
In de auto werd Eva toch wel een beetje zenuwachtig.
"Je weet zeker dat de collega's van niks weten toch?"
"Nee, alleen Mechels en ik."
"Maar straks merken ze het aan me. Of heeft iemand jou en Mechels horen praten."
Wolfs reed het parkeerterrein van het politiebureau op.
"Dat hebben ze niet. Ze denken allemaal dat je een heerlijk lange vakantie hebt gehad."
"Scandinavië met Tonja." zuchtte ze. "Tonja die ik al in geen maanden heb gesproken."
Wolfs lachte. "Sorry, ik ken geen andere vriendinnen van je. Als ik had verteld dat je alleen was gegaan had niemand het gelooft ben ik bang."
Eva keek gespannen naar het politiebureau. Wolfs pakte voorzichtig haar hand vast. "Alles komt goed, meisje." zei hij zacht. "Gewoon jezelf zijn."
Eva knikte. Ze wist alleen niet zo goed meer hóé ze zichzelf moest zijn.
Vol goede moed liep ze naar binnen. Een paar collega's zeiden haar gedag en vroegen hoe haar vakantie was. De enige die haar met open armen ontving was Marion. Ze beantwoordde de knuffel maar al te graag.
"Hoe was het? Ik hoorde van Wolfs dat je lekker hebt rondgetrokken?" vroeg Marion opgewekt.
"Ja, het was heerlijk." glimlachte ze kort. "Zullen we zo even bijpraten? Mechels wil me spreken."
"Ja, ik wil straks wel alles horen hoor!" Marion wreef haar even over haar arm heen. "Fijn dat je terug bent."
Eva gaf haar nog een kleine knuffel en aaide Romeo, die druk bezig was achter zijn computer, even over zijn hoofd.
"Hoi Eva." lachte hij.
Ze liep door naar het kantoor van Mechels. Haar staart zwiepte weer eigenwijs heen en weer. Wolfs kon een kleine grijns niet onderdrukken. Ze was weer terug.
JE LEEST
Seizoen 13 - Flikken Maastricht
Fiksi PenggemarNa haar kortdurende verslaving, probeert Eva haar normale leven weer op te pakken, maar dat lijkt makkelijker dan dat het is. Wolfs probeert haar zo goed mogelijk te helpen, maar haar koppigheid kan flink in de weg zitten. Desondanks zijn ze hechter...