"Met Marion?" Marion had raar opgekeken toen ze Wolfs naam in beeld zag staan. Hij belde haar nooit zo maar zo laat.
"Wolfs." zei hij kort. "Is Eva bij jou?"
"Eva? Nee?" Ze hoorde onrust in zijn stem. "Wat dan? Is er iets ergs?"
"Je hebt haar niet gesproken?" negeerde hij haar vraag.
"Nee," antwoordde ze terug. "zal ik-"
Wolfs wachtte niet op antwoord en drukte haar weg. Hij had bijna alle plekken waar hij Eva had kunnen verwachten, al gehad, maar het leverde hem niks op.
"Please, Eva, doe niks doms." mompelde hij zacht.
Zijn mobiel ging af en Julia's naam verscheen in beeld.
"Julia?" pakte hij op.
"Ze is thuis."
"Echt?"
"Ja, ze is overstuur. Ze zit op haar kamer."
Wolfs hart ging tekeer. "Heb je haar gesproken?"
"Nee," zei ze. "jij moet gewoon bij haar zijn nu. Niet ik."
Hij was naar huis gereden en liep direct door naar Eva's kamer. Hij klopte niet eens maar drukte voorzichtig de deur open en liep naar binnen. Ze lag op bed, met haar rug naar de deur toe. Hij liep erom heen en kwam op de rand van het bed bij haar zitten. Hij keek haar aan. Ze had haar rode, waterige ogen open.
"Kan je weggaan?" vroeg ze schor, terwijl ze stuurs vooruit bleef kijken.
Wolfs bleef stil, maar ging niet weg. Hij keek haar kamer door en zocht wat hij wilde vinden.
"Ik heb niet gebruikt hoor." zei ze, toen ze zag dat hij naar de heroïne keek.
"Ik weet het." zei hij kalm.
Eva was stil.
"Ik had bij je moeten blijven." begon Wolfs zacht. "Ik had er voor je moeten zijn. Sorry." Hij beet op zijn lip. "Ik vraag me altijd af waarom jou al deze dingen moeten overkomen. En ik wil je heel graag helpen." Wolfs pakte haar hand vast, maar die trok ze direct weer weg. Hij zuchtte. "En sorry als ik jou pijn heb gedaan, Eef. Ik wilde alleen maar bij jou zijn en ik dacht dat jij dat ook wilde."
Ze sloot haar ogen even. "Kan je nu weggaan?"
Wolfs keek haar nog eventjes aan voordat hij zuchtend opstond en het bakje met de spuiten pakte. Hij bleef stil staan bij de deur.
"Weet je?" zei hij terwijl hij terug liep. "Ik ga niet weg. Dit heeft verdomme wel lang genoeg geduurd tussen ons." Hij bleef bij haar bed staan en keek haar aan. "Ik weet niet wát er verkeerd is gegaan Eef. Ik snap het niet. Ik snap jóú niet." zei hij wanhopig. "Waarom ben je in vredes naam zo boos op mij?"
"Serieus?" Eva kwam overeind.
"Serieus ja."
"Ik wijs je af en direct stap je over op een andere vrouw." Ze keek hem vol ongeloof aan. "Jij wéét dat ik gevoelens voor je heb Wolfs. Heb jij enig idee hoe klote dat voelt?"
"Pardon?" Wolfs ogen werden groot.
"Ik wil me niet voor iemand open stellen die niet eens van plan is om serieus voor mij te gaan!"
"Wat voor andere vrouw? Waar heb jij het over?"
"Die troela van pas, die stewardess. Ik hoop dat je genoten hebt van je whisky met haar?"
"Sorry. Je bedoelt Saskia?" Zijn mondhoeken krulden om. "Zij is toch helemaal niet mijn type."
"Nee, vandaar dat je alles zo misselijkmakend romantisch had gemaakt. En dan erbij; ze hoeven toch ook niet je type te zijn om met ze naar bed te gaan?"
"Ik had het zo misselijkmakend romantisch gemaakt voor j-" zijn stem zwakte af. "voor jou." zei hij zacht.
"Wat?"
Hij ging naast haar zitten. "Ik had nog ergens een fles whisky staan, een heel bijzonder merk, waar Saskia wel oren naar had." zuchtte hij. "In ruil daarvoor kon zij een hele goede alcoholvrij champagne regelen die alleen Frankrijk wordt gemaakt."
"Jij bent zo verwarrend."
Wolfs begon te lachen. "Dat moet jij zeggen."
"Waar had je überhaupt die champagne voor nodig?"
Wolfs haalde zijn hand door zijn haar. "Als ik je dat vertel gooi je me waarschijnlijk uit het raam."
Eva keek hem vragend aan.
"Laat maar. Dat vertel ik nog wel een keer."
Eva keek weg. Ze had een vermoeden, maar die kon haast niet kloppen.
"Ik ben ontslagen." zei ze uit het niets.
Wolfs knikte. "Ik weet het." Hij keek haar aan. "Die achterlijke doos moet zich eens beter inlezen in haar personeel."
"Wie? Mechels?"
"Nee, die OVJ."
Eva knikte. "Mechels heeft me ontslagen."
"Wat?" Hij pakte haar hand weer vast, maar dit keer trok ze niet terug. "Ik zorg wel dat je je baan weer krijgt, komt goed."
"Hoeft niet." Ze kneep in zijn hand. "Ik red me wel. Ik moet aan mezelf werken. Misschien is dit wel juist goed voor me." Ze keken elkaar aan en ze zag in zijn ogen dat hij er alsnog alles aan ging doen om haar terug op het werk te krijgen. Ze kneep in zijn hand. "Vind je het erg als ik ga slapen?"
"Nee, ga maar lekker." glimlachte hij. Hij drukte een kus op haar wang. "Kan je het me de volgende keer gewoon zeggen als ik je boos maak?"
Ze lachte. "Ik kan niks beloven."
***
Wolfs kon de slaap niet vatten, hoewel het gesprek een grote opluchting voor hem was. Hij sjokte naar beneden toe. Julia stond ook in de keuken, voorovergebogen bij het aanrecht. Ze keek op toen ze voetstappen hoorde.
"Ben je oké?" vroeg Wolfs met een grimas op zijn gezicht.
"Ja," glimlachte ze. "te veel gezopen."
Ze struinde naar de tafel en ging zitten, terwijl Wolfs tegenover haar ging zitten. Julia trok haar laptop open.
"Ik hoorde dat de foto van je broer wat had opgeleverd?"
"Niet heel veel." zuchtte ze. "Ze hebben hem gesignaleerd, maar dat is al een paar maand terug."
"We pakken hem wel." zei Wolfs. "Ik sta nu helaas bij je in het krijt."
Julia lachte.
"Hoe is het met haar?"
Wolfs knikte. "Goed, geloof ik." Hij legde zijn hoofd in zijn hand neer. "Ik weet niet hoe ik haar ooit écht gelukkig moet maken. Ik denk dat ik dat nooit zou kunnen."
Julia glimlachte naar hem. "Ik denk dat jij de enige bent die dat dat."
Wolfs keek haar aan.
"Wacht-" Julia's glimlach verdween plots. "hebben wij nou voor het eerst in ons leven een serieus gesprek?"
Wolfs lachte. "Ach, je bent toch dronken. Je bent het morgen hopelijk weer vergeten."
Julia glimlacht en staat op. "Ik ga naar bed." Ze liep achter hem langs en plaatste haar handen op zijn schouders. "Heb je haar al verteld dat je van haar houdt?"
Wolfs kijkt haar lachend aan. "Nog niet."
JE LEEST
Seizoen 13 - Flikken Maastricht
FanficNa haar kortdurende verslaving, probeert Eva haar normale leven weer op te pakken, maar dat lijkt makkelijker dan dat het is. Wolfs probeert haar zo goed mogelijk te helpen, maar haar koppigheid kan flink in de weg zitten. Desondanks zijn ze hechter...