AFLEVERING 5 - Shock (deel 6)

419 18 1
                                    

Wolfs en Eva stelden zich voor aan hun nieuwe, oogverblindende officier van justitie.

"Claire Sweerts." was haar antwoord.

Eva ging op de stoel zitten, terwijl Wolfs nonchalant achter haar bleef staan. Ze richtten zich op hun chef. "De dealer heeft niks opgeleverd." vertelde Eva haar.

Ze keek even naar Sweerts, die haar afkeurend zat aan te kijken.

"Ik geloof alleen niet dat ze de drugs in de fabriek hebben gevonden." ging Wolfs door met het verhaal. "Ik denk dat óf Max óf Jasmijn het heeft geregeld."

"Ze zitten op dezelfde school." ging Eva verder. "We zouden daar wat navraag kunnen doen? Misschien weten leerkrachten of andere leerlingen iets over drugshandel op school?"

Mechels knikte naar haar mensen. "Ja. Goed. Ga maar."

Nog voordat ze weg konden lopen, begon Sweerts te praten. "Weten we zeker dat we deze zaak aan Wolfs en Van Dongen kunnen overlaten?"

Wolfs en Eva draaiden zich verbaasd om. Ze keek hen strak aan. "Gezien het drugsverleden van mevrouw Van Dongen." verklaarde ze zich nader.

"Pardon?!" schoot het Eva in het verkeerde keelgat.

"Begrijp me niet verkeerd." begon Sweerts. "Ik heb me ingelezen in jullie twee en jullie klinken als goede rechercheurs. Ik vraag me alleen af of je niet te snel aan het werk bent gegaan."

"U vertrouwt mij niet?" Eva sloeg haar armen over elkaar. Ze twijfelde al te veel aan haarzelf de laatste tijd, ze had écht geen trek in een persoon als Claire Sweerts.

"Nee." antwoordde Sweerts simpel.

Wolfs legde zijn hand op Eva's schouder. "Misschien zou u haar eerst aan het werk moeten zien, voordat u een oordeel velt." kwam er bot uit zijn mond.

"Wellicht. Maar als iemand twijfels aan Van Dongen heeft, wil ik het graag horen." antwoordde ze rigoureus.

"Geloof me, mevrouw Sweerts. Als er twijfels waren, werkte Van Dongen nu écht niet." nam nu Mechels het voor Eva op.

Sweerts knikte. "Ik vertrouw u op uw woord dan."


***


"Wie denk ze wel niet dat ze is?!" gooide Eva haar frustratie eruit, toen ze naar de auto liepen. "Die arrogante troela!"

Wolfs haalde zijn schouders op. "Het zal wel loslopen, Eef."

Eva stond abrupt stil en greep hem bij zijn arm. "Neem jij het nou voor die trut op?"

"Nee, natuurlijk niet," zuchtte hij. "maar hier boos over worden heeft ook geen zin."

"Ja, jij hebt makkelijk praten. Jou mag ze waarschijnlijk wel. Ze kan jou makkelijk om haar vingers winden, met die korte rokjes en die inkijk van hier tot Tokio." raasde ze verder. "Ze heeft nu al een oordeel over mij klaar. Dat is toch belachelijk?!"

Wolfs grijnsde. "Klinkt een beetje als jij. Jij had ook je oordeel over mij al klaar, toen we elkaar voor het eerste ontmoette."

Eva stapte in de auto en smeet met een harde klap de deur dicht. Wolfs volgde.

"Dat slaat hélemaal nergens op Wolfs."

Wolfs glimlachte naar haar. "Nogmaals: het zal wel loslopen. Fok je nou niet zo op. Laat haar zien wat je in je hebt, want iedereen weet hoe goed jij in je werk bent."


***


Eva was gelukkig weer gekalmeerd toen ze bij de school aankwamen. Ze werden naar de directrice gestuurd.

"Annelies Koster." stelde ze zich voor. Wolfs en Eva gaven haar een hand.

"Neem plaats." glimlachte ze naar hen en wees vervolgens naar de lege stoelen bij haar bureau. "Ik vind het echt verschrikkelijk wat er met Loïs is gebeurd."

"Dat begrijp ik." knikte Eva.

"Wat kan ik voor u betekenen?"

"Heeft u weleens een vermoeden gehad dat er gedeald wordt op uw school?" vroeg Wolfs maar direct.

"Nee, nooit." zei ze stellig.

"Zijn er probleemleerlingen? Of is iedereen voorbeeldig hier?"

Eva's mondhoeken krulden omhoog door zijn cynische vraag.

"Nou, niet iedereen kan voorbeeldig zijn, natuurlijk." lachte de directrice. "Wij hebben leerlingen die wat vaker in de problemen komen als anderen. Dat heeft iedere school."

"Zitten daar mensen tussen die iets met drugs te maken zouden kunnen hebben?"

Annelies haalde haar schouders op. "Nee, ik denk het niet."

"Een leerlinge van u is overleden door die troep," kwam Eva nu tussendoor. "misschien wilt u nog even over uw antwoord nadenken?"

"Nou ja," zuchtte Annelies. "er zijn een paar die wel eens betrapt zijn met een jointje."

"Wie?" vroeg Wolfs.

"Ja, uhm..."

"Oké, een makkelijkere vraag: Max Levers en Jasmijn van Eeuwen misschien?"

"Ja. Max. Jasmijn geloof ik niet."

Eva en Wolfs keken elkaar even kort aan.

"Maar," Ze keken de directrice weer aan. "er was wel een collega die een tijdje terug niet zo te spreken over haar was. Hij zei dat ze niet goed haar best deed, maar ik vond dat raar. Haar cijfers waren uitstekend."

"Wie is die collega?"

"Wilfried Bonenberg."


***


"Wat kan ik voor jullie doen?" vroeg Wilfried, toen de rechercheur zichzelf hadden voorgesteld. Hij leek verrast door hun komst. Hij schoof de voorbereidingen van zijn les aan de kant.

"Wij hebben wat vragen over een leerlinge van u." begon Wolfs.

"Jasmijn van Eeuwen, om precies te zijn." vulde Eva hem aan.

"Wat is er met haar?"

"Mevrouw koster wist ons te vertellen dat u niet zo te spreken over haar was, een tijdje terug? Wij vragen ons af waarom." deed Wolfs opnieuw het woord.

Wilfrieds wangen begonnen te kleuren. "Ze deed wat moeilijk in de les. Heel opstandig. Ik kon niks met haar."

"Maar haar cijfers waren wel goed."

"Ja. Het is een slimme meid. We zijn er samen uitgekomen. Er is niks meer aan de hand."

"Heeft u toevallig ooit vernomen dat ze wellicht aan de drugs zat?"

"Uhm, zij weet ik niet. Een vriend van haar wel. Max. Max Levers."

"En weet u hoe hij eraan kwam?"

"Geen idee." Hij schoof zijn lesmateriaal weer voor hem. "Was dat alles? Mijn les begint over vijf minuten."

Wolfs knikte. "Dat was alles, dankuwel."

"Mocht er nog wat te binnen schieten, belt u ons." zei ze terwijl ze haar kaartje aan hem gaf.

Seizoen 13 - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu