Ik haal diep adem en sta op. Waar kan ik naartoe? Ondanks dat we een tijdje geleden die waterige soep hadden gegeten heb ik honger. "Gaat het?" vraagt plots een stem en ik kijk op. Een jongen, rond de 15 denk ik, kijkt me bezorgd aan. Zijn blonde haar is erg warrig en zijn blauwe ogen kijken mij aan. "Ik weet het niet..." zeg ik. "Ik weet het niet.." "Je ziet er vermoeid uit." zegt hij. Ik snap niet hoe dat kan. Een paar uur geleden lag ik nog te slapen. Ik haal mijn schouders op. "Gaat het goed?" vraagt hij bezorgd en hij bekijkt me even. Ik begin weer te huilen en de jongen kijkt even verschrikt. "Lucas.... Hij gaat misschien dood. En dat is mijn schuld." zeg ik snikkend en de jongen legt troostend een arm om me heen. "Kom anders even mee." zegt de jongen en hij begint te lopen. Aarzelend loop ik achter hem aan en we lopen de straat op. "Ik woon hier in de buurt. Heb je honger?" vraagt hij. Ik knik en hij glimlacht even. "Ik ben Kian. En jij?" zegt de jongen. "Allison." zeg ik en ik bestudeer Kian even. "En?" zegt Kian en hij begint te lachen wanneer hij ziet dat ik me betrap voel. "Goed hoor." zeg ik en ik glimlach even. "Hier is het." zegt Kian en hij stopt voor een deur. Ik sta stil en kijk naar de houten voordeur. Kian opent de deur en hij stapt naar binnen. Twijfelend loop ik achter hem aan en hij sluit de deur. "Als jij nou tv gaat kijken ofzo, dan ga ik eten maken voor je." zegt Kian en hij loopt naar een andere kamer. Het is de woonkamer van het huis. In de woonkamer staat een hoekbank en een enorme televisie. Er staan ook veel planten en er schijnt veel licht door het grote raam. Ik laat mezelf neerploffen op de bank en Kian loopt naar een andere kamer. "Wat een groot huis heb jij." zeg ik en ik kijk even naar een bos rozen op de salontafel. "Valt toch mee. Ik ben het gewend." zegt Kian vanuit, denk ik, de keuken. Ik hoor een kastje opengaan en nieuwsgierig sta ik op. Ik loop naar de keuken en ik zie Kian een boterham smeren. "Lekker hoor." zeg ik en ik zie Kian opschrikken. Hij draait zich naar mij toe. "Ik dacht dat je op de bank zat." zegt hij opgelucht als hij mij ziet leunen tegen een kastje in de keuken. "Ja. Dat kan." zeg ik glimlachend. Kian draait zich terug naar het broodje en ik loop naar hem toe. "Wat wil je erop?" vraagt Kian. "Hmmmm. Doe maar iets." zeg ik terwijl Kian de boter terug in de koelkast zet. "Lust je pindakaas?" vraagt hij en ik knik. Kian glimlacht en hij pakt de pot pindakaas uit een keukenkastje. "Ik ga weer terug naar de woonkamer." zeg ik terwijl ik met mijn duim naar de woonkamer wijs. "Is goed." zegt Kian en ik draai me om en loop naar de woonkamer.
Even later komt Kian de woonkamer ingelopen met een bord en een beker. Hij zet het bord met brood en de gevilde beker voor me neer op de salontafel en hij gaat naast me zitten op de bank. "Wat deed jij in dat streegje en wie is die ene Lucas?" vraagt Kian. Ik slik. Lucas. Ik zou nu graag naar hem toe willen, maar het is niet beleefd om nu weg te gaan. "Lucas is mijn beste vriend en hij ligt in het ziekenhuis." begin ik en ik vertel het hele verhaal over de bende en hoe ik in het steegje kwam. "Wat vreselijk voor je. En voor hem natuurlijk." zegt Kian als ik klaar ben met mijn verhaal. De hele tijd heeft hij naar me geluisterd en niks gezegd. Het geeft me een fijn gevoel, dat hij naar me luisterde. "Ja." zeg ik kortaf. Ik pak het bord van tafel
en neem een hap van mijn broodje. "Lekker." zeg ik en ik voel dat ik echt honger had. Kian glimlacht en hij kijkt toe hoe ik mijn broodje opeet. Ik zet het bord terug op tafel en drink de beker in één keer leeg. "Bedankt." zeg ik terwijl ik het glas terugzet. Kian schuift iets dichter naar me toe en hij pakt mijn kin vast. "Als er iets is moet je het zeggen." zegt hij en ik kijk in zijn blauwe ogen. Ik slik en wend mijn hoofd af. Kian laat mijn kin los en hij staat op. "Moet je niet naar Lucas?" vraagt hij. "Ja, goed idee." zeg ik en ik sta op. We lopen naar de deur en voordat ik naar buiten loop zeg ik: "Nogmaals bedankt." "Graag gedaan." zegt hij en ik loop naar buiten. Ik kijk niet waar ik loop en ik bots tegen iemand aan. "Sorry. Het spijt me." zeg ik en ik kijk in het gezicht van een meisje rond de 16 ofzo. Ze is erg lang, maar heeft nog een jong gezichtje. "Ik had ook uit moeten kijken, sorry." zegt ze. "Julia. Kom." zegt Kian plots en het meisje loopt naar hem toe. "Julia is mijn zus." zegt hij en Julia knikt. "Ik ben Allison." zeg ik en ik glimlach even. "Zullen we naar binnen gaan." zegt Julia en ze trekt Kian mee. Kian glimlacht even en sluit dan de deur. Waar moet ik nu naartoe?Hey iedereen,
Sorry dat ik een tijdje niet een nieuw hoofdstuk online heb gezet. Ik heb weinig inspiratie en ik wist niet wat ik moest schrijven. Hebben jullie misschien nog ideeën? Dit was het hoofdstuk en tot (hopelijk) het volgende. :)
JE LEEST
Storm
FantasyOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...