Breno gooit de deur van de schuur open en gooit me naar binnen. Ik val op de grond en schaaf me aan een steen. Stagger snelt naar me toe en knielt bij me neer. Ik kijk woedend naar Breno en hij schudt zijn wijsvinger heen en weer en legt hem dan op zijn lippen. Mason, die uit het niets in beeld is gekomen, sluit de deur en doet het hangslot weer op zijn plaats. "Wat bleef je lang weg. Wat wilde hij van je, All?" vraagt Stagger. "Ik dacht dat hij iets bij je had gedaan." zegt Anna. "Het is oké." zeg ik zachtjes. Als ik niks meer zeg, lieg ik niet. Ik wil niet liegen. Niet tegen hen, maar de waarheid kan ik nu ook niet vertellen. Vaagjes hoor ik Breno praten met Mason. Ik bijt op mijn lip. "Gaan we nu bij ze kijken?" vraagt Mason. "Kijken of ze nog leven." zegt Breno en hij begint te lachen. "Luke!" schreeuw ik. Ik snel naar de deur en trap ertegenaan. "Luke!" De tranen glijden over mijn wangen. "Luke!" "We moeten hier weg." zegt Anna. "Hoe dan?" vraagt Tyler. Ik glij via de muur naar beneden. "Luke." Was hij maar hier. Het klinkt als het geslijm van een romantische film als de man en vrouw gescheiden zijn, maar zodra je erin zit is het geen geslijm meer. Je verlangen naar de persoon zijn zo groot als je weet dat hij iets doet waarbij hij dood kan gaan. Ik zit hier, kan niks doen, en Luke vecht misschien wel voor zijn leven. "Kijk! Kijk!" zegt Anna zachtjes en ze wijst naar iets aan de andere kant van de muur. Ik sta op en kijk naar wat ze aanwijst. Het is een mand met wapens. Er is niemand te bekennen op het plein, maar op de kleine veldjes rondom lopen wel mensen. "Als we gewoon tegen de muur beuken komen we er wel uit en kunnen we de wapens pakken." zegt Stagger. Anna knikt. "Je begint de logica door te krijgen, druif." Stagger slaat zijn ogen neer en begint te lachen. Ik knik ook. "Het is een goed idee. Nu?" vraagt Matthew. "Er is bijna niemand. We zullen sneller bij de wapens zijn dan dat zij bij ons zijn." zegt Anna. "Waar wachten we dan nog op?" zeg ik. Ryan staat op en trekt Tyler en Matthew overeind. "Met zijn allen tegelijk." Gevoel van wraak bloeit in me op. Breno krijgt zijn verdiende loon na wat hij gedaan heeft bij ons. We gaan met zijn allen op een lijn staan. Klaar in de aanval. "Op drie." zegt Stagger. "Een." "Twee." zegt Anna. "Drie." zeg ik. We willen net naar voren rennen als er plots gegil klinkt. "Doden. Wegwezen." krijst een vrouw. "Ze hebben het hek omver gekregen." roept een man. Ik sprint naar voren en trap tegen de muur. Hij kraakt even. Stagger, Anna en Tyler rennen tegelijkertijd naar voren en beuken tegen muur. Hij valt naar voren en het dak staat op het punt om te vallen. Vrijheid. Ik snel naar de mand met wapens. "Ze zijn ontsnapt." roept een man. Ik kijk geschrokken opzij en zie Audrey haar wapen laden. Ik pak een handpistooltje uit de mand, het wapen wat als eerst mijn hand raakte, en richt hem. Zonder na te denken haal ik de trekker over. De kogel boort zich door Audrey's hoofd. Haar wapen valt op de grond, net zoals later ook haar lichaam. Er klinkt nog harder gegil. "O god. Ze hebben Audrey vermoord." Ik gooi wapens naar de rest van mijn groep. "Wij gaan voor Luke en Travis blijven." zeggen Tyler en Ryan tegelijk. "Ik ga mee. Als we ze gevonden hebben kom ik terug naar jullie." zegt Anna. Ik knik en ze rennen allendrie weg. "Schuil zo goed als kan en laat je aan niemand zien." zeg ik tegen Matthew en Stagger. Stagger rent al weg en hij duikt achter een container. Matthew schiet een paar geïnfecteerde neer die te dicht bij ons in de buurt waren om vervolgens achter het schuurtje te schuilen. Ik herlaad mijn wapen en richt hem voor mij uit. Mason rent verbaasd het plein op. Haar rode lokken waaien achter haar aan. Dan ziet ze mij. Haar mond valt open en haar ogen knijpen tot spleetjes. Voordat ze haar wapen kan pakken heb ik al geschoten. Ze pakt schreeuwend haar hand vast waar de kogel in terecht was gekomen. "Kreng." Haar geschreeuw klinkt boven het rumoer. Ik haal de trekker nog een keer over. Met een geschrokken blik in haar ogen kijkt ze me een seconde aan waarna ze op de grond valt. Het bloed dat uit het rondje in haar keel komt bewijst dat de kans dat ze nog leeft heel klein is. Ik loop naar voren terwijl ik mijn wapen herlaad. Mensen rennen over het plein heen en weer. Hysterisch gillend en in paniek zoekend naar een uitweg. Ik daarentegen ben redelijk rustig. Slechts zoekend naar een glimp van Travis, Luke of de andere die ze zoeken. "All. Allison." hoor ik iemand roepen. Stagger rent naar me toe. "Ga terug! Je zou jezelf niet laten zien, weet je nog." zeg ik. "Ik laat je niet alleen gaan." zegt hij. "Ga terug!" "Nee! Ik ben geen klein kind meer. Ik kan voor mezelf zorgen en mezelf beschermen." Stagger laadt zijn wapen en schiet een klikker neer. "Ik kan het." Na dat gezegd te hebben rent hij weg om te zoeken. "Allison. We hebben ze gevonden. Kom mee." zegt iemand en Anna legt haar hand op mijn schouder. Ik kijk haar aan. "Stagger." Hij kijkt verbaasd naar me om. Ik wenk. "Ze hebben Travis en Luke gevonden. Kom mee." roep ik naar hem. Anna begint al te rennen en Stagger en ik volgen al snel. We rennen naar een afgelegen veld, tientallen meters van het plein verwijderd. "Daar. In dat boerderijtje." zegt Anna en ze stopt met rennen. Stagger wil naar binnen rennen, maar Anna pakt zijn arm vast. "Wacht gewoon. Ze komen wel." Haar stemming is omgeslagen. Ik trekt Stagger tegen me aan terwijl er achter ons geschoten wordt. Verwachtingsvol blijven we naar de deur kijken. Er klinkt gegrom achter ons en ik draai me met een ruk om. Snel haal ik de trekker over voordat de sprinter me vastgrijpt en het lijk valt op de grond. Vanuit de open deur komt een sliertje rook waarna de deur wordt opengegooid. Tyler loopt als eerst naar buiten. Zijn blik staat alles behalve blij of opgelucht. Ik kijk hem vragend aan. "Waar zijn ze?" vraag ik als er niemand volgt. Tyler antwoordt niet. "Waar zijn ze?" vraagt Stagger. "Waar zijn Travis en Luke? Waar zijn ze?" Dan zie ik Luke aan komen lopen. Zijn gezicht ziet vol moddervegen en zijn ogen glinsteren. Tranen. "Luke." Mijn mondhoeken krullen omhoog. Hij kijkt op. Zijn ogen ontmoeten de mijne, maar hij blijft staan. Achter hem komt nog iemand. Mijn adem stokt in mijn keel. Stagger haalt diep adem. Ryan komt naar buiten met een lichaam. Ik zie Luke treurig kijken. Ook Tyler staat op de afgrond van huilen en niet huilen. Mijn ogen vullen zich met tranen. Het wapen valt langzaam uit mijn handen en komt met een dof neer op de grond. De armen en benen hangen slap naar beneden. De mond een beetje open en zijn voorhoofd besmeurt met bloed. Bij de onderbuik is het een zee van bloed. Stagger begint te schreeuwen, te huilen. Dikke tranen die over zijn wangen rollen. "NEE!" Hij valt op zijn knieën en daarna op zijn zij. De tranen glijden nu ook over mijn wangen. Met een vaart maken ze mijn wangen nat. "Travis! NEE!" Het lichaam dat Ryan vasthoudt is Travis. Stagger's oudere broer. Dood, geen sprankeltje leven meer in hem. Doodgeschoten. Het bloed glijdt vanaf zijn voorhoofd zijn nek in. Ik loop wankelend vooruit, maar val op mijn knieën. Stagger rolt zichzelf op en begint nog harder te huilen. Ik kan niks zeggen. Alles in me is uitgevallen. Niks werkt meer. Travis is dood. Weg. Gewoon weg. Komt nooit meer terug. Luke snelt naar me toe en hij knielt bij me neer. Zijn armen slaan om me heen. Zijn armen, ik heb ze zo gemist. Zijn armen die zo troostend konden zijn. Ik druk mezelf meer tegen Luke aan. Ik kan nu niet meer denken over wat Breno bij me heeft gedaan. Travis is dood. Ryan legt Travis langzaam bij ons in de buurt op de grond. Stagger kruipt naar zijn broer toe en legt zijn hoofd op Travis' borst. "Zeg me dat niet waar." snikt hij. Travis' hoofd valt opzij. Stagger kruipt tegen zijn broer aan en duwt zijn gezicht in het bebloede shirt. "Alsjeblieft." Ik kan het niet meer aanzien. Stagger, zo verdrietig. Zo vol pijn. Ik sluit mijn ogen en Luke buigt zich over me heen, zodat ik in een soort holletje zit. Travis is dood. Dood en dat zal voor altijd zo blijven.
JE LEEST
Storm
FantasyOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...