Hoofdstuk 48

114 17 2
                                    

Nadat Stagger nog drie flesjes water heeft gebracht is er niemand meer gekomen. Luke ademt normaal en is nog steeds van de wereld met zijn gedachten. Ik trek de deken iets hoger en ga ook liggen. Ik lig aan de rechterkant van Luke, dus ik druk me tegen hem aan. Voorzichtig leg ik mijn hoofd op zijn borst en ik hoor zijn hart kloppen. Het klinkt fijn. Het is een teken dat hij nog leeft. Met mijn vingers strijk ik door Luke's bruine haren. Luke's borstkas gaat omhoog en omlaag. Waarom moest Luke nou worden neergeschoten door die eikel. 'Omdat die persoon dacht dat Luke een geïnfecteerde was.' zegt een stemmetje in mijn hoofd. Ik pak een flesje water en giet de helft over Luke's hoofd en de rest over zijn schouder die nog steeds bloedt. Buiten de tent klinken voetstappen naar de andere tent. Het is natuurlijk gewoon nog nacht. "Ik ga wel op wacht." zegt Travis. "Doe jij die kant. Dan doe ik de andere." zegt Anna. Het verbaasd me behoorlijk dat ze behulpzaam is geworden. Misschien snapt ze dat ze anders het mag uitzoeken en alleen mag verder trekken. Ik nestel me dichter tegen Luke aan en sluit mijn ogen.

De volgende morgen wordt ik wakker door twee stemmen die vreselijke ruzie maken. Luke slaapt nog en ik kom zachtjes overeind. "O, hou gewoon je klep dicht." zegt Anna geïrriteerd. "Als je alles zo goed weet, ga dan weg en zorg voor jezelf. Je hebt niet veel goeds gedaan sinds je het veld op bent gerend en Shawn is doodgegaan. Want weet dat dat jouw schuld was. Je hebt iemands dood op je geweten." zegt Travis. "Die sukkel ging zelf op het dak zitten." zegt Anna. Ik laat een geërgerde zucht ontsnappen en sta op. Met langzame stappen loop ik naar buiten. Travis en Anna hebben me niet door. "Hij moest de pick up beschermen. Hij moest ons beschermen tegen de geïnfecteerde die JIJ naar ons huis had gebracht." zegt Travis en hij geeft Anna een duw. "Sorry hoor, maar ik ging dood als ik jullie niet zag." zegt Anna. "Je had toch een mesje. Je kon jezelf toch redden. Dat heb je gezegd." zegt Travis. "We stonden zowat als een kerstmaaltijd voor die geïnfecteerde. Hadden we nog een strikje om onze hoofden moeten doen, zodat ze ons konden uitpakken als een cadeautje. En met uitpakken bedoel ik dat ze onze darmen eruit gingen trekken." gaat Travis verder. "Nee! Jullie overleefden het, want jullie zijn samen als groep heel sterk." zegt Anna. "Toen wel. Nu zijn we twee mensen kwijt. Twee volwassene. De enige volwassene die er nog is kan niet praten." Travis duwt Anna weer en ze wankelt even. "Doe normaal jij." zegt Anna. "Doe zelf normaal. Jij bent degene die onze hele groep heeft verkloot." sist Travis en hij duwt nog een keer. "Blijf van me af." krijst Anna. "Aaa. Mag ik je niet aanraken? Ben je bang? Voel je je zielig?" zegt Travis pesterig. "Hou je mond dicht en raak me gewoon niet aan." zegt Anna. "Stop!" zeg ik en ze kijken me verbaasd aan. "Stop! Hier kom je niet verder mee. We moeten samenwerken. Niet elkaar afslachten." Ik loop naar het tweetal. "Hij geeft me de schuld van alles." zegt Anna. "Jullie lijken wel een stel kleuters. Jullie moeten allebei normaal doen." zeg ik en ik kijk ze een voor een aan. Travis slaat zijn ogen neer en Anna slaat haar armen over elkaar. "Hoe is het met Luke?" vraagt Travis. "Verander nou niet van onderwerp. Hebben jullie begrepen wat ik zei. Samenwerken en niet elkaar afslachten." zeg ik en ze knikken. "En het antwoord op je vraag. Luke leeft nog, dus alles is oké." zeg ik. "Gelukkig." zegt Travis. Ik loop tussen het tweetal door naar het water. Vissen zwemmen snel weg. Ik doe mijn schoenen uit en rol mijn broekspijpen heel hoog op. Wanneer het water tussen mijn tenen glijdt als ik het water instap grinnik ik even. Een vis blijft hangen bij een steen en ik pak hem snel. Hij spartelt hevig, maar wanneer ik met een steen op zijn hoofd sla blijft hij stil liggen in mijn hand. Ik gooi de vis op de grond en een andere vis zwemt snel weg. Ik probeer hem te pakken, maar grijp mis. "Nog een keer proberen." zeg ik tegen mezelf en ik wacht tot er een vis komt aanzwemmen.

Na ongeveer een kwartier te hebben gevist heb ik vier vissen. Stagger en Brooke zijn ook wakker en zitten samen met Anna en Travis op een boomstam rond een brandend kampvuurtje. "Het lijkt wel alsof we aan het kamperen zijn." zegt Stagger. "Ik denk niet dat er een neergeschoten persoon bij kamperen hoort." zegt Anna en ik geef haar een waarschuwende blik. Ze gooit haar handen in de lucht en Travis steekt een stok door twee vissen. Vervolgens legt hij de stok op de twee schuine takken, boven de vlammen. "Gaan we vandaag nog iets doen of blijven we weer hier?" vraagt Anna. "Ga jij maar weg hoor." zegt Travis. "Dan mag je ook wegblijven." zegt hij er zachter achteraan. Anna slaat haar armen over elkaar en knijpt haar ogen tot spleetjes. "Als je zo graag van me af wil, dan ga je toch lekker zelf weg." zegt ze en Stagger kijkt met grote ogen naar Travis. "Ik blijf. Jij bent hier als laatste gekomen, dus jij mag weg als je van mij afwilt." zegt Travis. "Hou op!" zeg ik en er volgt een doodse stilte. "Anders breng je zo wat vis naar Luke. Hij zal vast honger hebben." zegt Stagger en hij kijkt me aan. "Als hij wakker is. Anders komen we niet veel verder, want ik ga de vis niet zijn mond induwen." zeg ik en Stagger grijnst. "Ik denk ook niet dat hij dat leuk vindt." zegt Stagger.

"De vis is klaar. Breng jij wat naar Luke." zegt Travis en hij geeft me een hele vis. "Is goed. Eet smakelijk. Ik eet bij hem." zeg ik en ik sta op. "Jij ook eet smakelijk." zegt Stagger en ik glimlach naar hem. Ik haal het tentdoek bij de opening weg en stap naar binnen. Luke heeft zijn ogen nog steeds dicht. Geruisloos ga ik naast hem zitten en schud aan zijn schouder. "Luke. Ik heb eten voor je." zeg ik. Luke bromt even. "Was je al wakker?" vraag ik glimlachend als hij zijn ogen open doet. Hij knikt even. Ik peuter het velletje van de vis en Luke gaat zitten. "Wie zijn shirt is dit?" vraagt hij en hij wijst naar het bebloede shirt die om zijn linkerbeen zit gewikkeld. "Die is van Anna." zeg ik en ik trek een stuk vis van de buik van het wezen. "Mond open." beveel ik en Luke doet zijn mond open. "Hier komt het vliegtuigje." zegt ik op zo'n toon alsof Luke een baby is en met cirkelen beweging breng ik het stukje vis naar Luke's mond. Ik leg het stukje vis in Luke's mond en hij begint te kauwen. "Lekker hoor. Nog een vliegtuigje." zegt hij en ik begin te lachen.

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu