Hoofdstuk 7

260 22 6
                                    

Ik bekijk nog even het huis van Kian en ren dan weg. Ik ga naar Lucas. Ik wil weten hoe het met hem is. Ik ren langs een tv winkel waar een toren van tv's in de etalage staan en ik stop even. Ik kijk naar het happerende beeld van een tv en dan verschijnt er een beeld van een nieuwslezer. "Een verschrikkelijke bacterie is uitgebroken na de tornado die niet lang geleden een gedeelte van Amerika verwoeste. Mensen die de bacterie binnen kregen veranderde en begon rare dingen te doen. Ze vielen doktoren aan en sommige zijn zelfs gedood door de mensen. Het is zeker: die bacterie is gevaarlijk. Wees gewaarschuwd en blijf veilig binnen. Het zal een tijdje duren en als je naar buiten gaat, wees dan voorzichtig. De bacterie komt namelijk steeds meer naar ons toe." zegt de nieuwslezer en het beeld wordt zwart. Wat was dat voor raar bericht? Wat voor bacterie is het en wat is er met die mensen aan de hand? Ik wrijf even in mijn nek en haal mijn hand door mijn haar. Nog een beetje beduusd loop ik naar het ziekenhuis en loop naar binnen door de schuifdeuren. De hal is leeg en verlaten en ik frons mijn wenkbrauwen. Het wordt steeds vreemder. Er zit niemand aan de balie en ik druk op een belletje dat op de desk staat. Er komt een klein, mollig vrouwtje aanrennen en haar gezicht is lijkbleek. "We zijn erg druk bezig, sorry. Een patiënt doet erg vreemd." zegt ze. "Hij is net binnengebracht en hij is geopereerd. Maar hij doet vreemd. Heel vreemd." gaat ze haastig verder. "Hoe heet hij?" vraag ik. "Lucas Anderson." zegt ze en ik wordt lijkbleek. Dit kan niet waar zijn. Niet Lucas. "Waar is hij?" vraag ik. "Ken jij hem?" vraagt de vrouw. "Ik heb hem hier gebracht." zeg ik. "Volg mij. Maar schrik niet. Hij is erg veranderd sinds hij binnen kwam. En dat geldt voor innerlijk en uiterlijk." zegt ze en ze begint te lopen. Ik loop met snelle passen achter haar aan en ze stopt voor een deur. "Hierbinnen is hij." zegt ze en ze drukt de klink naar beneden. Ik hoor een hoop geschreeuw uit de kamer en ik loop naar binnen. Lucas ligt op een bed. Zijn handen en voeten zitten vast. Naast zijn bed, op de grond, ligt een loden pijp. Ik wil vragen waarom die daar ligt, maar ik doe het niet. Ik loop langzaam naar Lucas toe en hij volgt mij met zijn ogen. "Lucas?" vraag ik aarzelend. Een man staat in de hoek van de kamer. Hij loopt naar me toe en houdt me tegen. "Laat haar. Ze kent hem. Maak die jongen los. Misschien kan zij hem kalmeren." zegt de vrouw van de balie en de man laat me gaan. Hij loopt naar het bed en hij maakt Lucas handen los. Lucas gaat rechtop zitten en ik zie wallen onder zijn ogen. Hoe kan dit? Een tijdje geleden was hij nog niet zo. Zijn ogen lijken wel licht rood gekleurd. Ik ga op de rand van zijn bed zitten en ik leg mijn hand op die van hem. "Lucas, luister. Jij bent niet zo. Jij bent niet wild en vreemd. Je bent een normale jongen." zeg ik en ik kijk in zijn ogen. Zijn ogen knijpen samen. Een grom rolt over zijn lippen en ik frons voor een paar tellen mijn wenkbrauwen. De man maakt Lucas zijn voeten los en Lucas gaat op zijn knieën op het matras zitten. Plots grijpt hij me vast en hij duwt me op het bed. Hij gromt luid en duidelijk en hij buigt naar mijn nek. De man grijpt Lucas vast, maar Lucas duwt hem weg. Hij laat zijn tanden zien en ik hou een gil in. Zijn tanden zijn scherp en bijna onmenselijk groot. Hij buigt naar mijn nek en ik gil het uit. De man grijpt Lucas nog steviger vast en hij trekt hem van me af. Ik krabbel naar achter en val van het bed af. De vrouw helpt me snel overeind en ze duwt me de kamer uit. Ik hoor hoe Lucas schreeuwt en dan klinkt er een bonk alsof er iemand op de grond valt. Een traan rolt over mijn wang. Wat is er met Lucas? Plots schiet me het bericht van de nieuwslezer binnen en ik schrik. Misschien is Lucas besmet door die bacterie. Die nieuwslezer zei dat de mensen ook heel raar deden en Lucas doet erg raar. "Misschien moet je maar even naar huis." zegt de vrouw van de balie. "Ik heb geen huis meer." zeg ik kortaf en ze kijkt me verschrikt aan. "Ik kom uit Noord-Amerika. Daar was de storm. Ik en Lucas waren gevlucht." ga ik verder. De vrouw stapt naar achter en ze kijkt me met grote ogen aan. "Ben jij dan ook zo raar? Ben jij ook besmet door die bacterie?" vraagt ze. Ik schud wild mijn hoofd. "Ik voel me niet anders dan normaal. Oké, misschien wel, maar dat komt omdat ik niet weet waar mijn ouders zijn en of ze nog leven. Snapt u dat?" zeg ik. Dan klinkt er een luide schreeuw uit de kamer waar Lucas is en de schreeuw klinkt niet als die van Lucas. Ik beuk de deur open en kijk naar het tafereel dat voor mijn neus afspeelt. Een bloederige wond bevindt zich in de nek van de man en Lucas zit boven op hem. Lucas buigt naar de nek en hij begint erin te happen en scheurt stukken vlees uit de nek. Ik gil het uit en de vrouw rent langs me naar binnen. "Neeeeeee!" gilt ze. Ik ren naar Lucas en grijp zijn schouders vast. Ik probeer hem naar achter te trekken, maar hij draait zich om en duwt me op de grond. "Lucas! Stop!" schreeuw ik en ik zie in mijn ooghoek twee mannen naar binnen rennen. Lucas laat zijn tanden zien en bloed druppelt vanuit zijn mondhoeken op mijn gezicht. "Lucas! Stop!"  De mannen pakken Lucas vast en ze proberen hem naar achter te trekken. Lucas wurmt zich los en hij buigt zijn gezicht naar die van mij. "Lucaaaas!" gil ik en ik geef hem een klap in zijn gezicht. Hij kijkt even verbaasd, maar dan knijpen zijn ogen tot spleetjes. Ik geef hem nog een klap en ik wil hem er nog één geven, maar hij pakt mijn polsen vast. Hij brengt zijn mond naar mijn nek en ik voel zijn warme adem op mijn huid. Ik weet niet wat er met hem aan de hand is, maar dit moet stoppen. Hij komt omhoog en hij kijkt me aan. Ik ruk mijn polsen los en pak zijn gezicht tussen mijn handen. "Lucas!" zeg ik en ik trek zijn gezicht iets dichterbij. "Stop hiermee." ga ik verder. Zijn gezicht ontspant even, maar dan gloeien zijn ogen. Ze zijn nu donkerrood in plaats van dat lichte rood. Het lijken net twee bloeddruppels met twee zwarte puntjes. Zijn mond wordt een rechte streep. Hij buigt zich naar voren en hij zet de punten van zijn tanden voorzichtig in mijn nek. Ik slik en probeer hem weg te duwen, maar hij is te sterk. De mannen rennen de kamer uit en de vrouw van de balie loopt stapje voor stapje achteruit naar de deur. Ik tast met mijn rechterhand op de vloer en ik voel de loden pijp. Ik klem mijn vingers eromheen en ik voel de tanden iets harder tegen mijn vlees drukken. Met kracht sla ik met de  loden pijp tegen Lucas zijn hoofd en hij valt van me af. Hij rolt even op de grond en blijft vervolgens doodstil liggen. Snel sta ik op en ik klem mijn vingers nog steviger om de pijp. Langzaam loop ik naar Lucas toe en ik hoor hem kreunen. Steunend op zijn handen komt hij overeind en ik zie dat zijn ogen weer zijn normale kleur hebben en niet dat roodachtige. Ik smijt de pijp op de grond en kniel bij hem neer. "Wat is er gebeurd, Allison? Waarom doet mijn hoofd zo'n pijn?" vraagt Lucas en hij voelt aan de plek waar ik hem geslagen heb. Ik haal diep adem en begin dan te vertellen.

Hey iedereen, Eindelijk weer een nieuw hoofdstuk. Dat is alweer een tijdje geleden. Sorry daarvoor. Wat is er toch met die vreemde bacterie en waarom deed Lucas zo raar? Ooit worden die vragen beantwoordt. Dit was het hoofdstuk en tot het volgende. :)



StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu