"Ga jij links. Dan ga ik rechts." zegt Luke en hij schijnt met de zaklamp naar links. Licht glijdt over de grond en verlicht de donkere gang. "Prima." zeg ik en ik klik mijn zaklamp aan. Langzaam en voorzichtig loop ik de gang in. We zitten in een kelder in een huis die twee straten verder ligt dan het blok waar wij inzitten. Achter me hoor ik Luke in beweging komen en het wordt iets donkerder in mijn gang. Het behang is overal van de muur gebladerd en er liggen lange repen behang op de grond. Mijn voetstappen galmen door de gang met tegels op de grond. Wanneer er een deur aan mijn linkerzijde verschijnt open ik hem en stof waait op. Ik druk mijn arm met de zaklamp voor mijn gezicht en bedek mijn mond en neus. De kamer staat vol met dozen, lege bierkratten, wijnflessen en nog veel meer. Ik sla met de onderkant van mijn wapen tegen de deur en wacht in stilte. Het blijft doodstil en dat is een goed teken. Geïnfecteerde waren anders namelijk naar me toe gekomen toen ik op de deur sloeg. Ik open verschillende dozen om te kijken voor bruikbare spullen, maar zoals ik had verwacht zit er amper iets in. Met mijn linkervoet trap ik een doos om en hij landt in een dikke laag stof. Snel loop ik de kamer uit en sluit de deur. Twee armen pakken me stevig vast en ik schijn verschrikt in het gezicht van degene die me vast heeft. Gebarsten, witte huid, melkwitte ogen, bloedrode lippen, slierten haren her en der en rafelige kleding. Dit is geen Luke. Ik houd mijn lippen op elkaar en duw de geïnfecteerde bij me vandaan. Grommend zoekt hij naar balans en hij valt tegen de muur aan. Ik deins achteruit en stop mijn vuurwapen in mijn broekzak. Als er namelijk nog meer geïnfecteerde zijn zullen ze weten waar ik ben. Snel pak ik een mes en duw die in het hoofd van de geïnfecteerde. Bloed spettert in mijn gezicht. Met een dof komt het lichaam op de grond en ik trek mijn mes uit de geïnfecteerde. Een bloedplas ontstaat. Mijn hart bonst in een snel tempo in mijn borstkas. Ik stap over de geïnfecteerde en loop verder. In de verte klinkt het gegrom van een geïnfecteerde en ik overweeg om terug naar Luke te gaan die in zijn blote borst rondloopt, want zelfs in een donkere kelder is het hemeltje benauwd en warm. Ik wapper even met mijn hemd en stap in een plas. Water glijdt door de stof van mijn schoenen en mijn sokken worden nat. Geërgerd loop ik verder met soppende sokken. Het gegrom klinkt meer in de buurt wat ook niet zo raar is als ik zelf ook in beweging ben. Met mijn mes sla ik in het hoofd van een aankomende geïnfecteerde en duw hem tegen een sprinter achter hem. Samen vallen ze op de grond en de sprinter grijpt naar mijn enkels. Ik duw met kracht op het hoofd met mijn voet en hersenstukjes spatten alle kanten op. Als ik mijn voet optil druipt er bloed op de grond. "We gaan een speurtocht houden. Volg de rode voetstappen." zeg ik en ik loop verder. Ik duw een deur open en stap de kamer in. Een rilling glijdt over mijn rug bij het zien van een kast vol operatie materiaal zoals scalpen, scharen, klemmen en naalden. Voorzichtig trek ik een deurtje open waar potjes achter zitten. Antibiotica, paracetamols en cranberry capsules. Ik pak de rugzak die ik de hele tijd op mijn rug heb vast en trek de rits open. Ik pak de potjes één voor één en stop ze in mijn rugzak. Gegrom klinkt vanaf de gang en snel pak ik ook nog wat verband en naald en draad. Ik rits de rugzak dicht en gooi hem op mijn rug. Een zachte bonk klinkt en ik kijk verbaasd naar de deuropening. "Gaat het?" vraagt Luke bezorgd en hij loopt naar me toe. "Ik ben oké. Kijk wat ik heb gevonden." zeg ik en ik pak Luke's pols vast. Met grote ogen kijkt hij naar de medicatiespullen. "Hoe... Wat.... Huh?" zegt Luke verbaasd en hij pakt een paar potjes pillen. "Je moet wel je zinnen afmaken, lieve schat, anders begrijp ik je niet." zeg ik en Luke rolt met zijn ogen. "Er zit nog meer in mijn rugzak." zeg ik en Luke pakt de rugzak van mijn rug. "Jeetje. Een complete EHBO-doos." Ik knik en pak de rugzak terug. "We moeten terug." zegt Luke en hij grist nog een paar operatiespullen van de planken. "Stop ze maar bij de rest van de spullen." zeg ik. Luke stopt de spullen in mijn rugzak. "Let's go." zegt hij en hij wenkt me. Snel lopen we de kamer uit, terug naar het begin. Ik neem een sprint de trap op en kom uit in de woonkamer van het huis. Luke volgt me en samen lopen we naar buiten. De zon brandt op onze huiden en ik duw mezelf tegen de muur om in de schaduw te staan. Met snelle stappen rennen we door de straten en moe door de hitte komen we aan bij de muur van auto's. "Ze zijn terug!" hoor ik Ryan roepen en Tyler springt op een zwarte auto. "Ahaha. Heet." zegt hij en hij wipt van zijn ene blote voet op de andere. Snel springt hij van de auto en Emma verschijnt. "Geef me je hand maar." zegt ze en ze helpt mij en Luke op de auto. "Bedankt." zegt Luke en we springen met zijn drieën op de grond. "Nog wat gevonden?" vraagt Tyler. Luke knikt met een grijns. "En wat. Operatiespullen en medicijnen." Olivia's mond valt open en ik gooi de rugzak naar haar. Ze vangt hem en ritst hem open. "O god. Waar hebben jullie dit gevonden?" vraagt ze. "In een kelder. Allison vond het eigenlijk." zegt Luke en ik knik. "Good job." zegt Ryan en hij houdt zijn vuist in de lucht. Ik geef hem een boks en hij laat zijn arm zakken. Matthew komt bij ons staan en Olivia geeft hem de rugzak. "Baby jesus. Holy shit. Hoe kom je hieraan?" zegt hij verbaasd en zijn ogen glinsteren van blijdschap. "Ze vonden het in een kelder." zegt Emma en ze geeft me een glimlach. Ik glimlach terug. "Ze zijn terug." hoor ik Alexis roepen en ze rent naar ons toe. Stagger en Travis volgen haar en Alexis slaat haar armen om mijn middel. "Ik ben ook blij jou weer te zien na een uur." zeg ik lachend en ik wurm me los. "Sorry." grinnikt Alexis en ze geeft me snel nog een knuffel.
JE LEEST
Storm
FantasyOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...