Hoofdstuk 76

98 13 2
                                    

"Compleet?" vraagt Chan. Ik kijk even naar Stagger, maar knik dan. Stagger kijkt naar de grond en negeert elke blik die naar hem wordt geworpen. "Is er iets?" vraagt Chan lichtelijk bezorgd. "We zijn zijn broer verloren net." zegt Luke. Stagger duwt zijn schouders omhoog en loopt weg.

Een brommend geluid klinkt vanuit de tent en Stagger kijkt verbaasd op. "Er wordt er één wakker. Hoera hoera. Dat kun je wel zien dat is hij." zingt Luke en hij wijst naar Travis die uit de tent komt. "Dat vinden wij alle zo prettig ja, ja en daarom zingen wij blij. Hij is wakker, hoera hoera. Hij is wakker, hoera hoera. Hij is wakker, hoera hoera." zing ik met Luke mee. Travis kijkt ons een beetje boos aan. "Er is er nog niet helemaal wakker. Er is er een nog niet helemaal wakker. Neeneeneeneeneenee." zingt Anna en we beginnen allemaal te lachen. Travis loopt hoofdschuddend naar het water. "Jullie sporen niet!" roept hij. "We zijn ook geen trein, dus we kunnen niet sporen." zegt Luke. "Sinds wanneer..... Ach, laat ook maar." zegt Travis en hij laat zichzelf op de grond vallen.

Travis, Luke, Anna en ik hadden gedronken. Travis had iets te veel op en was echt ladderzat. Ik begin flauw te glimlachen. Tyler neemt Matthew van me over en Matthew begint nu op Tyler te leunen. "Is er een plek waar we naartoe kunnen?" vraagt Anna en ze gooit haar haar over haar schouder. Ik weet nog wel toen Travis en Anna vochten. Aan de ene kant was het best grappig.

De volgende morgen wordt ik wakker door twee stemmen die vreselijke ruzie maken. Luke slaapt nog en ik kom zachtjes overeind. "O, hou gewoon je klep dicht." zegt Anna geïrriteerd. "Als je alles zo goed weet, ga dan weg en zorg voor jezelf. Je hebt niet veel goeds gedaan sinds je het veld op bent gerend en Shawn is doodgegaan. Want weet dat dat jouw schuld was. Je hebt iemands dood op je geweten." zegt Travis. "Die sukkel ging zelf op het dak zitten." zegt Anna. Ik laat een geërgerde zucht ontsnappen en sta op. Met langzame stappen loop ik naar buiten. Travis en Anna hebben me niet door. "Hij moest de pick up beschermen. Hij moest ons beschermen tegen de geïnfecteerde die JIJ naar ons huis had gebracht." zegt Travis en hij geeft Anna een duw. "Sorry hoor, maar ik ging dood als ik jullie niet zag." zegt Anna. "Je had toch een mesje. Je kon jezelf toch redden. Dat heb je gezegd." zegt Travis. "We stonden zowat als een kerstmaaltijd voor die geïnfecteerde. Hadden we nog een strikje om onze hoofden moeten doen, zodat ze ons konden uitpakken als een cadeautje. En met uitpakken bedoel ik dat ze onze darmen eruit gingen trekken." gaat Travis verder. "Nee! Jullie overleefden het, want jullie zijn samen als groep heel sterk." zegt Anna. "Toen wel. Nu zijn we twee mensen kwijt. Twee volwassene. De enige volwassene die er nog is kan niet praten." Travis duwt Anna weer en ze wankelt even. "Doe normaal jij." zegt Anna. "Doe zelf normaal. Jij bent degene die onze hele groep heeft verkloot." sist Travis en hij duwt nog een keer. "Blijf van me af." krijst Anna. "Aaa. Mag ik je niet aanraken? Ben je bang? Voel je je zielig?" zegt Travis pesterig. "Hou je mond dicht en raak me gewoon niet aan." zegt Anna. "Stop!" zeg ik en ze kijken me verbaasd aan. "Stop! Hier kom je niet verder mee. We moeten samenwerken. Niet elkaar afslachten." Ik loop naar het tweetal. "Hij geeft me de schuld van alles." zegt Anna. "Jullie lijken wel een stel kleuters. Jullie moeten allebei normaal doen." zeg ik en ik kijk ze een voor een aan. Travis slaat zijn ogen neer en Anna slaat haar armen over elkaar. "Hoe is het met Luke?" vraagt Travis. "Verander nou niet van onderwerp. Hebben jullie begrepen wat ik zei. Samenwerken en niet elkaar afslachten." zeg ik en ze knikken. "En het antwoord op je vraag. Luke leeft nog, dus alles is oké." zeg ik. "Gelukkig." zegt Travis. Ik loop tussen het tweetal door naar het water.

Travis had gelijk. Anna had de groep verkloot, doordat ze het veld oprende. Shawn ging dood door haar. Als ze niet naar ons toekwam, hoefden wij niet weg, hoefde Shawn niet op het dak en was hij er  niet vanaf gevallen en doodgegaan. Mijn flauwe glimlach verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik sla mijn ogen neer om niet de blikken te zien. Ik voel dat ze naar me kijken. "Ik weet het niet. We kunnen teruggaan naar de stad." begint Tyler voorzichtig. "Waar Emma, Brace, Olivia en Alexis doodgingen. Echt niet." zegt Ryan en hij slaat zijn armen over elkaar.

Een hardere gil klinkt en ik draai me geschrokken naar Olivia die in gevecht is met een sprinter. Hij duwt haar armen aan de kant en zet zijn tanden in haar nek. Olivia's gegil wordt zachter, maar hysterischer. Ryan rent me voorbij en trekt de sprinter weg waardoor er een stuk vlees uit Olivia's nek wordt getrokken. Via de schutting zakt ze naar beneden. Ik kniel snel bij neer en trek mijn hemd uit. Ik knoop de stof om haar nek en help haar snel omhoog. "Wat ben je van plan? Ze is gebeten." zegt Ryan en hij kijkt me verbaasd aan. "We kunnen de wond ontsmetten en dichtnaaien. Misschien helpt het. We moeten het gewoon proberen." zeg ik en ik sleep Olivia naar de deur.

Het gebonk klinkt harder en vaagjes klinkt het geluid van gegrom. Met snelle stappen loop ik naar de deur, maar het gezicht van de persoon is niet te zien. Tyler komt aanrennen met Matthew achter zich aan en ik leg mijn vingers op de deurklink. "Ik tel tot drie. Dan open ik de deur. Een, twee, drie." zeg ik en ik trek de deur open. Tyler deinst achteruit en Matthew blijft met open mond even staan. Dan stormt hij naar voren en duwt een mesje door het hoofd van Olivia. Haar lichaam valt op de grond en de slecht dichtgenaaide wond is zichtbaar.

"Ik mis ze. Ik mis mama. Ik mis papa. Ik wil naar ze toe." Ik schud wild met mijn hoofd. "Je kan me niet tegenhouden. Het is beter als je vlucht met de rest. Dan zijn jullie veiliger dan hier. Pak de auto en ga weg. Alsjeblieft." zeg Alexis. De geïnfecteerde proberen allemaal om vooraan te staan. "Je doet het niet. Je ouders zouden het ook niet willen. Kom naar beneden. Alexis, kom naar beneden." zeg ik. "Zoals je wilt." Alexis spreid haar armen en laat zich naar voren vallen. Haar voeten glijden van de grond en zonder te gillen valt Alexis in de menigte geïnfecteerde. "Nee!" Een hoog gilletje klinkt als de klikkers, sprinters, de geïnfecteerde zich op haar storten. Een kort, hoog gilletje. Dan is het stil.

"Alexis. Waar ben je?" roept Emma. "Alexis!" Ik kauw op de binnenkant van mijn wang en hou mijn tranen binnen. "Ale... omg." Een hoge gil klinkt vanaf boven. Vol pijn. Vol angst en het blijft maar doorgaan. Luke staat op en neemt een sprint naar boven. "Shit. Shit." sist hij. Emma is aan het krijsen. Ik duw mezelf omhoog en slenter de trap op. Tegen de deur van het huis waar we in zitten staat Emma aangedrukt. Grote bloedvlekken kleven aan het glas en verminderen het zicht. Een klikker duwt haar op de grond en bijt haar keel open. Golven bloed gutsen uit de bijtwonden. "Jesus." Geschokt sta ik stil. Een sprinter pakt Emma's arm vast en begint erop te kauwen. "Emma!" Wanhopig schiet Brace op de geïnfecteerde, maar tevergeefs. Ze blijven maar komen. Achter Brace komen er ook geïnfecteerde en hij draait zich naar hen om. Meerdere malen haalt hij de trekker over. Tot de kogels op zijn. Ik wil naar hem toe, hem helpen, maar Luke houdt hem tegen. "Het is beter voor hem. Dan kan hij naar Emma en zijn vader." zegt hij. Ik kijk hem geschrokken aan. "Dat is geen reden om hem niet te helpen. Hij is een goede jongen. Hij heeft goed verdedigd. We kunnen hem niet dood laten gaan." zeg ik. "Het is beter." "Het is helemaal niet beter. Dood gaan heeft hij niet verdiend." Brace begint te schreeuwen en hij duwt een sprinter bij hem vandaan. Van achter grijpt een klikker hem vast. Zijn tanden boren in Brace's schouder. Hulpeloos slaat Brace met zijn wapen tegen het hoofd van de klikker. "Het is te laat." "Door jou, Luke." zeg ik. Twee geïnfecteerde pakken Brace vast en duwen hem op de grond. Hij begint nog harder te schreeuwen wanneer zijn buik wordt opengescheurd. Hij hapt nog even naar adem, maar dan valt zijn hoofd opzij. Een sprinter pakt de darmen vast en begint ervan te eten terwijl andere op de benen en armen beginnen te knagen.

Ik krijg al de rillingen als ik eraan terugdenk. "Laten we gewoon gaan lopen." zeg ik. "We komen vast wel ergens uit." "Ik vind het prima." zegt Anna en iedereen knikt. "Dat is mooi. Stagger!" roep ik. Geen antwoord. "Stagger!" Er klinken schoten. "Stagger! Shit." sis ik en ik begin te rennen in de richting waar hij naartoe ging. "Stagger!" De rest rent achter me aan. "Stagger!" roept Anna. "Stagger!" schreeuwen Ryan en Luke in koor. "Stagger!"

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu