Hoofdstuk 53

114 15 3
                                    

"We moeten hier weg." zegt Travis. Verbaasd kijkt iedereen op. "Andere geïnfecteerde hebben ons vast en zeker horen schieten en komen hierheen." zegt Stagger en hij pakt zijn rugzak van de grond. "Ze hebben gelijk. Er kunnen grotere groep geïnfecteerde komen en dan zijn we de klos." zegt Luke. "Het wordt hier gevaarlijk. Pak je spullen en dan gaan we." zegt Anna. Ik kijk even naar haar en loop dan de linkertent in. Luke volgt met strompelend en ik geef hem zijn tas. "Bedankt." Ik pak de blauwe pyjama die Avery ooit vond van de grond en geef hem aan Luke. "Heb je zelf geen rugzak." zegt hij met een knipoog. "Nee. Die had ik niet meegenomen." zeg ik en ik geef Luke's pyjama aan. "Geef de rugzak maar. Ik neem hem wel mee naar de pick up samen met de deken." zeg ik. Luke doet de flap van de rugzak over de opening en hij helpt me om hem op mijn rug te doen. "Red jij je?" "Je doet alsof ik halfdood ga ofzo. Ik red me prima." zegt Luke en voordat ik naar buiten stap drukt hij een kus op mijn neus. De zon schijnt fel in mijn gezicht en ik houd mijn vrije hand voor de zon. Nou ja. Ik hou hem meer zo dat alleen ik er geen last meer van heb. Ik drop de deken in de bak van de pick up en pak met mijn rechterhand de band van de rugtas stevig vast. Iedereen loopt heen en weer om zijn of haar spullen te pakken. Brace zit nog steeds op de grond bij Michael. Hij heeft ongetwijfeld niks doorgekregen van de melding dat we weg moeten. Ik loop naar hem toe en zak door mijn knieën. "Hé." Mijn stem klinkt bezorgd. "Moeten we echt gaan?" vraagt Brace en hij kijkt me met een betraand gezicht aan. Ik kijk even naar de grond en knik. "Ik wil hem niet achter laten. Ik kan het niet." zegt hij en hij wijst naar het lichaam van Michael waar een paar happen uit zijn. "Je moet wel." zeg ik en ik slik even. "Ooit had ik ook iemand moeten achterlaten. Mijn beste vriend. Hij redde mijn leven en die van Luke toen er mensen achter ons aan zaten. Ik wilde naar hem toe. Het was dat Luke me vasthield anders was ik nu ongetwijfeld ook dood." Ik zie Brace schrikken. "Wat heftig. Het spijt me dat ik dat moest horen." zegt hij. "Het gebeurde een half jaar geleden. Toen zaten er andere in mijn groep. Shawn, Avery. Shawn verloren we tijdens een aanval en Avery pleegde zelfmoord." zeg ik en als ik over Avery begin wijs ik naar het lichaam naast die van Michael. "Hoe kwamen jullie aan Anna?" vraagt Brace. "Ze rende schreeuwend om hulp het veld van ons huis op met een horde geïnfecteerde achter haar aan. We moesten vluchten met de pick up. Shawn ging op het dak om te schieten. Om ons te beschermen. Hij viel eraf." "Vreselijk." Dat is het enige wat Brace zegt. "Maar nu moet je alles inpakken wat je bij je had en in de pick up gaan zitten." Ik ga overeind staan en help Brace omhoog. "Zal ik doen." Snel loopt Brace weg en hij pakt zijn wapen van de grond. Ik kijk hem na en zucht even. Anna zegt iets tegen Travis en hij geeft haar de pincet die op een boomstam ligt. Hopelijk blijven ze een tijdje zo aardig doen tegen elkaar. Ik vind dat wel fijn. Stagger rent naar me toe. "Ga jij weer rijden?" Ik haal mijn schouders op. "Ik denk het wel." "Oké." zegt Stagger en hij rent weer weg. Ik loop naar de pick up en gooi de rugzak in de bak. "Allison! Wil je even helpen de tenten af te breken" zegt Travis en hij gooit een stok van de tent naar me toe. Ik leg hem in de bak en begin te helpen met afbreken.

"Hebben we alles?" Anna kijkt over het lege, kleine veldje. "Ik denk het wel." zegt Travis. "Het ziet er leeg uit zo." zegt Stagger en hij gaat in de cabine zitten. Ik open de deur van de bestuurderskant en stap in. Luke leunt met zijn hoofd tegen de achterkant van de cabine en hij strekt zijn benen. Anna, Travis, Brooke en Brace gaan ook in de bak zitten en ik start de auto. "Je deur." zegt Stagger. Met een klap doe ik de autodeur dicht en duw met mijn voet het gaspedaal in. De auto komt in beweging en Stagger pakt zich vast aan de stoel. "Gaan we weer kamperen?" "Vond je het leuk dan?" vraag ik en ik rijd een ruim bospad in. "Nee. Niet echt." zegt Stagger en ik begin te lachen. "Het was echt vreselijk saai. In een huis voel ik me veel veiliger." "Ik ook, hoor. Je bent niet de enige." Ik kijk naar een klikker die oversteekt. Ik heb geen zin om te remmen en rij de klikker over. Bloedspetters komen tegen de voorruit. "Moest dat nou echt?" hoor ik Luke roepen. "Ik had geen zin om te remmen." zeg ik. "Had dat even gezegd. Ik schrok me dood door een voorbijvliegend hoofd." zegt Luke. "Sorry." zegt ik grinnikend. Bomen vliegen voorbij en zonnestralen schijnen door gaten in het bladerdek. Een weg verschijnt in de verte. "We kunnen richting de stad gaan." zegt Stagger. "Dat kan." zeg ik. De auto schokt een beetje als de ondergrond van steentje, bladeren en takken verandert in asfalt. Ik draai het stuur naar links en de auto draait een kwartslag. Met een snelheid schiet de auto over de weg.

"Huizen!" zegt Stagger plots. "Waar?" vraag ik en ik knijp mijn ogen samen. "Daar." zegt Stagger en hij wijst naar voren. "Nou sorry hoor, maar ik zie niks." zeg ik. Na dat gezegd te hebben verschijnen er grote gebouwen, winkelstraten en huizen. "Laat maar." Stagger grijnst en hij leunt naar achter. Een stevige wind trekt aan de bladeren van de bomen. Ik rijd iets verder de stad in. Alle winkels zijn donker vanbinnen en alles is leeg en verlaten. Niemand te zien. Zelfs geen geïnfecteerde. "We kunnen alle geïnfecteerde doden, een muur om de stad zetten en dan zijn we veilig." "Hoe zouden we een muur moeten maken? Als een stel metselaars stenen op elkaar stapelen?" zeg ik. "Nee. Met auto's, bussen en dat soort dingen. We kunnen ook nog vallen zetten. We gaan dit overleven." "Eerst zien dan geloven. We moeten een muur maken, de geïnfecteerde vermoorden. Prima, maar hoe zit het met voedselvoorraden en drinken. We kunnen dan wel veilig zijn, maar we hebben ook eten en drinken nodig om te overleven." zeg ik. Het blijft stil naast me. Ik parkeer de auto voor een, op het eerste gezicht lijkend, leeg huis. Stagger stapt uit en ik open de autodeur naast me. "Wat een gave plek dit." zegt Luke en hij kijkt om zich heen. "Stagger had een heel goed idee." zeg ik en ik stoot Stagger aan met mijn elleboog. "We kunnen een muur maken van de lege auto's en bussen. Als we dan ook alle geïnfecteerde in deze stad vermoorden dan zijn we veilig." zegt Stagger. "Deze hele stad. Ben je wel goed bij je hoofd." zegt Travis. "Nee. Een paar straten. Vijf of zes. Dat is genoeg." "Goed idee." zegt Anna en ze pakt met haar rechterhand haar mesje uit haar broekzak. "Ik ga alvast beginnen met het uitmoorden van de geïnfecteerde in een blok." zegt ze. "Ik ga met je mee." zegt Brace en Travis knikt. "Wij maken dit huis vrij met zijn vieren. Dat moet lukken, toch?" zegt Luke. Ik knik. "Oké. Let's go. Laat het weten als jullie onze hulp nodig hebben." zeg ik. "Prima, maar ik denk niet dat dat hoeft." zegt Anna en ze rent weg. Travis en Brace volgen haar. Beide met een vuurwapen in hun handen. "Als ik de deur open gaan we met zijn alle naar binnen." zegt Stagger en hij gaat bij de voordeur staan. "Drie, twee, een."

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu