Diezelfde avond gaat iedereen vroeg slapen. We zijn kapot, ook al hebben we bijna de hele dag in een auto gezeten. Shawn zit buiten bij de voordeur om de wacht te houden. Avery slaapt als tweede wacht op de bank beneden. Brooke slaapt samen met Travis in een logeerkamer. Luke en Stagger slapen in de slaapkamer met een tweepersoonsbed en ik slaap, in dezelfde kamer, op een matras die op zolder lag. Ik ben het ondertussen wel gewend om op een matras op de grond te slapen. Alleen het verschil met toen en nu is dat ik nu een dikke deken heb. Stagger rolt op zijn zij en snurkt even zachtjes. Een knuffeldino stevig tegen zich aangedrukt. Hij vond de knuffel in een babyslaapkamer. Ik duw mijn deken tot halverwege mijn buik. Avery had niet alleen troep gevonden, maar ook pyjama's. Ze zijn oud en rafelig, maar je kan ze dragen. Ik heb een japon van blauwe stof aan en hij voelt warm aan tegen mijn lichaam. Luke bromt wat in zijn slaap en ik hoor Avery opstaan. Ze kan vast niet slapen. Haar voetstappen gaan naar de voordeur en deze gaat piepend open. Met een klap sluit de deur weer. Avery's stem glijdt mee met de wind en klinkt in de slaapkamer doordat het raam openstaat. Ik staar naar het plafond. In mijn hoofd zet ik alles even op een rijtje. Mijn moeder, de baby, Jeff, Cadence, Lucas, Louis, Haley, John, Charley. Ze zijn dood. De mensen waar ik een band mee had. Dood door geïnfecteerde of door Marlene en haar mannen. Misschien waren de jongens bij John's huis ook wel mannen van Marlene. Ik kan het niet vragen. Ik trek de deken weer omhoog en zucht even. Zal mijn vader nog leven? Hoe zal hij eruit zien? Denk er niet over na All, denk ik en ik probeer alle gedachtes uit mijn hoofd te krijgen. Het lukt grotendeels. Ik sluit mijn ogen en probeer te slapen.
Een halfjaar vliegt voorbij. Er gebeurd amper iets. Af en toe loopt er een geïnfecteerde het veld op, maar binnen een mum van tijd is hij dood. Eén keer was het een hele horde, mar die lag al snel levenloos op de grond. Luke heeft zijn verjaardag niet groot gevierd. Hij ging op jacht en kwam terug met wat dieren als feestmaaltijd. Het was genoeg om niet met een hongerige maag naar bed te gaan. Aangezien het voorjaar aan de gang is ga ik vaak s 'morgens vroeg naar buiten om zonsopkomst te zien. Het is een prachtig gezicht om de rode, roze, oranje, gele en andere zonnestralen de lucht te zien bekleuren.
Als ik wakker wordt is het nog donker buiten. Aan de ene kant is dat wel fijn, maar aan de andere kant lijk het net alsof ik midden in de nacht ben opgestaan. Ik weet niet of dat zo is, maar zo voelt het wel. Ik sla de deken van me af en sta op. In een snelle beweging trek ik mijn japon recht en loop met geruisloze stappen naar beneden, de trap af. De trede maken geen geluid. Shawn ligt luid snurkend op de bank met Avery tegenover hem op een stoel. Ze is bijna aan het indommelen en als ik de woonkamer inloop kijkt ze verschrikt op. "O, jij bent het maar. Wat ga je doen?" vraagt Avery. "Naar buiten en wachten tot de zon opkomt." Avery knikt even en ik loop naar de voordeur. Ik neem geen tijd om schoenen of iets dergelijks aan te trekken en loop meteen naar buiten. De houten planken van de veranda kraken onder mijn voeten en ik loop naar de trap. Met een plof laat ik met op een trede neervallen en trek mijn benen omhoog. Ik sla mijn armen eromheen en laat mijn kin leunen op mijn knieën. Ik vind het een fijne positie om naar de zonsopkomst te kijken. Een klein muisje kruipt piepend tussen de grassprietjes op het veld. Ik ben op tijd buiten, want de eerste zonnestralen schijnen over de bomen. De lucht begint te kleuren. De bladeren van de bomen lijken wel groener dan ze al waren door het zonlicht. Ik laat een zucht ontsnappen en kijk hoe de zon beslag neemt van de lucht. De voordeur gaat open en Travis loopt naar buiten. "Jij hier?" vraagt hij verbaasd. De woorden zitten vol sarcasme en ik begin te lachen. "Tuurlijk. Ik zit hier al sinds de eerste keer de zon echt ging schijnen." zeg ik. Travis komt naast me zitten. "Het is ook mooi." zegt hij. "Inderdaad. Ik zei het toch. Het is prachtig om te zien hoe de zon opkomt en de kleuren stralen." zeg ik. "Klinkt als poëzie." zegt Travis. Ik kijk hem verbaasd aan en geef hem een duwtje. Hij grinnikt. "Kan toch?" Ik schud mijn hoofd. "Ik ben geen dichter." "Maar dat maakt niet uit. Iedereen kan het vast wel. Zelfs jij." zegt Travis. "Je zegt het op zo'n toon alsof ik helemaal niks kan." zeg ik en Travis grijnst. "Misschien probeer ik je dat wel duidelijk te maken." zegt hij. Die woorden zorgen ervoor dat hij een harde klap krijgt tegen zijn arm en hij begint hard te lachen. "S-s-ssssst. Zo meteen maak je iedereen wakker." sis ik glimlachend. "Pffft. Die mensen slapen alsof ze nog nooit geslapen hebben." zegt hij. Ik rol met mijn ogen. Travis kijkt naar het bos voor zich en ik zie hem kijken alsof hij iets ziet. Ik volg zijn blik en zie een zwart puntje aan de horizon, bij het bos. Als het dichterbij komt zie ik dat het strompelt. "Geïnfecteerde!" zegt Travis en hij staat op om een wapen te halen. "Wacht!" zeg ik en ik pak zijn pols vast. "Wat is er dan? Het is een geïnfecteerde. Wil je doodgaan ofzo?" vraagt Travis geïrriteerd. "Wees stil en luister!" beveel ik en Travis' mond klapt dicht voordat er ook maar een geluid uit kan komen. Heel vaagjes klinkt geroep om hulp. Ik zie een tweede puntje verschijnen. Een derde. Een vierde. Een vijfde. Een tiende. Een twintigste. Steeds meer. "Dat zijn geïnfecteerde en die voorop heeft een groot probleem als het zijn van geen geïnfecteerde." zegt Travis. "Maak iedereen wakker. Nu! Zorg dat ze wapens meenemen." roep ik en ik ren samen met Travis naar binnen. Ik gris een shot gun van een tafel en sprint weer naar buiten. Met een snelle beweging laad ik het wapen en schiet. De persoon voorop komt dichterbij. Ik schiet herhalend en na een paar tellen komen ook de andere naar buiten. Alleen Stagger blijft in de deuropening staan zonder wapen. Met zijn alle schieten we op de geïnfecteerde die met een groep van ruim vijftig zijn. Het meisje gilt en schreeuwt en het liefst wil ik haar ook neerschieten, omdat ze er nu voor zorgt dat er meer geïnfecteerde komen. Wij doen ook niet zachtjes, maar goed. Plots valt het meisje op de grond en een sprinter rent naar haar toe. "O, god! NEE! Help me!" schreeuwt ze en ze tast naar iets dat ze bij zich heeft. Luke is haar voor en schiet de geïnfecteerde neer. "Dek me! Ik ga haar halen!" zeg ik. Ik geef mijn wapen aan Stagger en loop de trap af, richting het meisje.
JE LEEST
Storm
FantasíaOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...