Hoofdstuk 78

107 15 2
                                    

Song: Blackbird's song - Lee DeWyze
--------------------------------------------------

"Zullen we gaan?" vraagt Anna voorzichtig. Luke laat me los en gooit Stagger over zijn schouder. Het is vreselijk om hem zo te zien bloeden en dan te weten dat het door mij komt. "Laten we gaan. Ik wil geen seconde langer op dit terrein zijn." zegt Luke. Ik haal diep adem. Dan knik ik en begin te lopen. Anna kijkt even naar Ryan, Matthew en Tyler. Chan pakt zijn mes van de grond en veegt het bloed af aan wat bladeren. Een misselijkmakend gevoel komt omhoog en ik leun met mijn rechterhand tegen een boomstam. Een golf braaksel schiet mijn keel in en ik geef over. Anna rent naar me toe en pakt mijn schouders vast. Ik spuug het laatste beetje braaksel uit mijn mondholte en een mengsel van braaksel en spuug komt op de grond terecht. "Gaat het, All?" vraagt Luke bezorgd. Het stuk shirt rondom Stagger's stompje is al doorweekt van het bloed. Heb ik wel op een goede plek de arm eraf gehakt? Ik hoop het zo erg. Als hij doodgaat zal het mijn schuld zijn. Als ik niks had gedaan was hij sowieso dood gegaan. De bacterie zou dan zich verspreiden tot het de hersenen bereikt en dan was Stagger dood. "H-Het gaat wel weer, denk ik." mompel ik. Ik veeg mijn mondhoeken af met een blaadje en voel de misselijk weer aan komen zetten. Ik probeer het binnen te houden en recht mijn rug. "Laten we gewoon gaan." Iedereen knikt eventjes en we komen met zijn alle langzaam in beweging. De vieze smaak van braaksel blijft in mijn mond hangen en gaat ook nog lang niet weg. Dat weet ik. Plots klinkt er gerommel in de lucht. Ik kijk verbaasd omhoog. Luke volgt mijn blik. Het gerommel komt dichterbij. Het is geen onweer. Nee. Het is iets waar we lang op hebben gewacht. Een helikopter. Het gerommel blijft boven ons hangen en ik zie duidelijk een witte helikopter met een rood kruis erop. Een gevoel van vrolijkheid, opgelucht zijn en uitzinnige vrolijkheid mengen zich en ik begin te glimlachen. Tyler begint wild met zijn armen te zwaaien. "Hier! We zijn hier!" roepen Anna en Matthew tegelijk. Ik begin wild te zwaaien. Tranen van blijdschap glijden over mijn wangen. Na die maanden van vechten en vluchten worden we nu eindelijk opgehaald. Na al die maanden waarin we amper sliepen, amper aten, mensen verloren worden we nu eindelijk bevrijd van dit land. Van mij mochten ze veel eerder komen. Veel en veel eerder. Dan leefden er nog mensen die nu dood zijn. Avery, mijn moeder, Haley, Shawn, Brooke, Travis, misschien Lucas ook wel. Als ze gewoon meteen waren gekomen leefden we allemaal nog. Maar nee, ze moesten zo nodig langer dan een jaar in hun land lopen schuilen terwijl hier vochten voor onze levens. Ik laat de gedachten als water van me afglijden en bedenk alleen maar dat we over een paar minuten veilig zullen zijn. Naar een ander land worden gebracht en kunnen leven zoals hiervoor. Het wordt nooit meer hetzelfde, piept een stemmetje in mijn achterhoofd. Je zult dingen van deze tijd zien en nooit meer vergeten. Normaal naar een mes kijken kan niet. Je zal je dode dierbaren in mensen zien en ze zullen nooit verdwijnen. Ik pak Luke's hand vast en knijp er zachtjes in. Hij knijpt zachtjes terug. Ryan begint nu ook te zwaaien. "Hierzo! We zitten hier!" roept hij. "We moeten naar een open plek. Door de bomen kunnen ze ons niet zien." zegt Chan. "Hij heeft gelijk." zeg ik geschrokken. "We moeten terug." zegt Tyler. "En de geïnfecteerde daar." zeg ik. "Met een beetje geluk zijn ze verder getrokken." zegt Matthew. "Laten we maar snel gaan voordat de helikopter weg. Zo'n kans krijgen we maar een keer." zegt Luke en hij begint te rennen. Ik volg hem snel en de rest rent achter me aan. "Daar is het al." zegt Luke verbaasd en hij kruipt door het gat. De stof van het gescheurde shirt rondom het stompje van Stagger's arm blijft haken. Ik frunnik hem los met mijn vingers en Luke trekt Stagger door het gat. Ik zak door mijn knieën en stap door het gat. Het plein is leeg. In de verte zie ik de boerderij. Ik sla mijn ogen neer, maar kijk dan naar boven. De helikopter blijft hangen boven het plein. Ik ren het plein op en begin hevig met mijn armen te zwaaien. "Hierzo! Hallo!" roep ik. De wieken beginnen minder hard te draaien en de helikopter zakt een stuk naar beneden. "Hé, klootzak! We zijn hier!" Luke geeft Stagger aan Anna en hij stapt boos naar voren. "Je ziet ons toch! We zijn hier! Kom naar beneden of laat tenminste iets naar beneden gaan om ons op te pikken. Ik ben het beu." roept Luke pissig. Ik hou hem tegen. "Rustig." sus ik. Een sterke wind waait over het plein en mijn haren waaien voor mijn zicht. Ik strijk ze, zover dat kan, achter mijn oor en druk mezelf tegen Luke aan. Tyler, Ryan, Matthew en Chan rennen ook het plein op en beginnen te roepen en te zwaaien. Mijn hart begint te bonzen. Zullen we dan echt eindelijk veilig zijn? Dan gebeurd er iets wat ik niet zag aankomen. De helikopterwieken beginnen sneller te draaien en hij vliegt weg. Steeds verder en verder tot het een zwart stipje is aan de horizon. Mijn mond valt open. De groep kijkt verslagen voor zich uit. Ik haak me los van Luke en hoop vurig dat de helikopter terugkomt. Helaas, hij blijft weg. De helikopter die zoveel verschil kon maken is weg. De witte helikopter met het rode kruis is vertrokken zonder ons op te halen. Zonder ook maar een seintje te geven dat hij ons heeft gezien. Geen woord die vertelde dat ze snel iets moeten doen of teveel mensen aan boord hebben om ons erbij te laten en dat ze zo terug komen. Niks. Slechts het gerommel van draaiende wieken. "Klootzak. Vuile klootzak. Kom terug lafaard. Ons achterlaten. Wat voor flikker ben jij?!" schreeuwt Luke woest. Zijn ogen schieten bijna vuur van woede. Het enige wat ik kan is voor me uitkijken en alleen maar denken: Ze hebben ons achtergelaten. Ze hebben ons voor dood achtergelaten.

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu