Song: Just A Dream - Sam Tsui and Christina Grimmie
In memories to Christina who died 11 June in Orlando during handing out autographs after a concert.
She died at the age of 22.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De bus komt tot stilstand. De deur aan de bestuurderskant wordt geopend. Ik kantel mijn hoofd, een mislukte poging om te zien wie er uit stapt. Er wordt gepraat. Nog geen seconde later worden de klapdeuren aan de achterkant geopend. Gelijk zie ik een reusachtig gebouw. Het is niet zo als de andere gebouwen die ik het afgelopen jaar heb gezien, kapot en vol geïnfecteerde. Alles is heel. Geen gebroken raam. Geen scheur in de muur. "Blijf maar liggen." zegt een man. Samen met iemand anders stapt hij de ambulance in. De tweede man fluistert zacht iets. Zijn bedoeling is dat ik het niet hoor, maar die missie is helaas niet geslaagd. "Wat ziet ze eruit. Zo erg hebben we ze nog nooit gezien. Zo'n blik, al dat bloed en schrammen. Ze moet het zwaar hebben gehad." Geschrokken kijkt hij me aan. "Dat ging per ongeluk. Ik heb zo veel Amerikaans gepraat. Ik ben het gewend nu." zegt hij. Ik draai op mijn zij. De man die me eerder hielp bij de ballon legt een deken over me heen en trekt samen met de andere het bed, dat wieltjes heeft aan de onderkant, de ambulance uit. Ze zeggen dingen tegen elkaar. Ik hoor slechts het woord brancard vaagjes. Het bed op wieltjes wordt het gebouw binnengeduwd. Ik zie hoe Luke door iemand wordt ondersteund en richting klapdeuren wordt gebracht. Er is een breed pad afgezet richting de klapdeuren. Aan de rechterkant is een balie. In de hele hal is het verlaten. Alsof ze willen dat we met niemand in contact komen. Anna en Tyler liggen ook op een bed met wieltjes die richting de klapdeuren wordt geduwd. Chan daarentegen wordt net zoals Luke ondersteund. Een man in uniform snelt naar de klapdeuren om ze te openen voor ons. De man die mijn bed duwt knikt even en duwt me door de deuren. "Allison." hoor ik Luke zeggen. Hij laat de persoon die hem ondersteunt los en snelt naar het bed waar ik op lig. "We moeten jullie splitsen. Zo kan de bacterie beter uit jullie worden gehaald." zegt de man die mijn bed verder duwt. "Splitsen." zegt Luke geschrokken. We slaan een nieuw pad in. "Ik ga niet splitsen. Zijn jullie helemaal gek." zegt Luke en hij pakt mijn hand vast. "Het is makkelijker voor jullie en voor ons. Ik snap dat jullie niet willen scheiden naar alles wat jullie samen hebben meegemaakt, maar het is ons opgedragen." zegt de man. Hij houdt halt voor een deur. Vanaf de andere kant van de gang komen een paar verplegers aan gerend. Luke schudt wild zijn hoofd. Hij mompelt dingen, schudt keer op keer zijn hoofd, en kijkt de man woest aan. "Jij wilt ons scheiden. Je hebt geen flauw benul van wat wij hebben doorstaan. Jullie zaten veilig aan de andere kant van de zee en deden niets. En dan wil jij ons scheiden." Luke knijpt in mijn hand. "Luke." fluister ik. De verplegers zijn bij ons aangekomen en pakken Luke vast. Luke probeert zich los te rukken, maar ze zijn met velen. Een vrouw met een strak knotje, gekleed in een wit pak opent de deur voor de man. "Laat me verdomme gaan, klootzakken." De vrouw zegt iets in een portofoon. Luke heeft mijn hand nog niet losgelaten, houdt hem stevig vast terwijl hij zich los probeert te trekken. "Luke!" roep ik. Er komt een man in uniform aanrennen. Hij pakt iets uit zijn zak. Het glinstert in het licht van de tl-buizen aan het plafond. Ik hap naar adem. De naald wordt in Luke's onderarm gedrukt.
"Mag ik weg?" vraag ik en ik wil opstaan, maar Breno houdt me tegen. "Nee." Hij haalt iets uit zijn zak en voordat ik het weet wordt er een naald in mijn arm geduwd. Breno spuit de inhoud eruit. "Wat zit daarin?" vraag ik paniekerig. Breno haalt de naald uit mijn arm en gooit hem naar de andere kant van de kamer. "Wat zat daarin?" Na dat gezegd te hebben weet ik het al. Mijn arm valt slapjes langs mijn zij.
Luke's greep verslapt en hij laat langzaam mijn hand los. "Wat doen jullie met hem? Alsjeblieft, doe hem geen pijn." smeek ik. "We doen hem geen pijn. Wees maar niet bang. We halen alleen de bacterie uit hem." zegt de man in uniform. De adrenaline stroomt door mijn aderen. Luke zakt door zijn knieën en twee verplegers ondersteunen hem als hij neervalt. "Allison." fluistert Luke schor. "Hoe?" De man die mijn bed vooruit duwde laat me geen antwoord horen. Hij duwt me de kamer in achter de deur. De verplegers pakken Luke vast, leggen hem op een bed en dan wordt de deur dichtgedaan. "Wat gaan ze doen?" vraag ik. De man helpt me om overeind te zitten. "Ga maar op dat bed liggen." zegt hij. De man wijst naar een breder bed. Ik sta op en begin aan mijn tocht naar het bed dat op wel acht meter afstand is van mij verwijderd. "Wat gaan ze doen?" vraag ik nog een keer terwijl ik op het bed ga liggen. Opgekruld om mijn lichaamswarmte te weerkaatsen. De man legt de deken over me heen. "Ze gaan de bacterie uit hem halen. Dan doen we met iedereen die uit Amerika komt. Zo kan er niemand meer besmet raken." zegt de man. Hij pakt iets uit een kastje en legt het op een tafel. "Er zal zo een dokter komen om je verder te helpen." Hij loop naar de deur en duwt de klink naar beneden. "Bedankt." zeg ik. Verbaasd draait de man zich naar me om. Hij hoorde me niet. "Bedankt." herhaal ik. De man glimlacht even. "Graag gedaan." Dan gaat hij naar de gang buiten de deur en ik blijf achter in de kamer. De deken houdt me nog een beetje warm, want het is fris in de kamer. De muren zijn lichtbruin geverfd en de vloer bestaat uit witte tegels. Ik wacht. Niet wetend hoelang, maar ik wacht. Uiteindelijk wordt de deur opengedaan en een man gekleed in dokterskleding komt naar binnen. "Jonkie." zegt hij. Die stem. Het kan niet, maar toch lijkt het zo. De rillingen kruipen over mijn rug. "Jij was dood." zeg ik zachtjes. De dokter gaat met zijn rug naar me toe staan bij de tafel. Jij was dood. Ik herhaal die woorden tientallen keren in mijn hoofd, maar het heeft geen invloed. De dokter trekt plastic handschoenen aan en draait zich naar me toe. Een naald geklemd in zijn linkerhand. Het gezicht emotieloos. Het gezicht van Breno. Ik kruip langzaam naar achter als hij naar mij toeloopt. "Jij was dood! Ga weg!" gil ik angstig. De dokter fronst zijn wenkbrauwen, of beter gezegd Breno doet dat. "Ben ik dood? Daar lijkt het niet op." zegt hij. "Ga weg! Laat me met rust!" sis ik. Ik begin te trillen over mijn hele lijf. "Allison?" Verbaasd hef ik mijn hoofd. "Allison?" Luke roept mijn naam. Het spul is uitgewerkt in een best snelle tijd. Breno komt dichterbij. Ik druk me tegen de muur achter me. De deur wordt opengegooid, vol kracht, en Luke verschijnt in de opening. Achter hem verschijnt een verpleger, maar Luke ontwijkt zijn armen en rent naar me toe. "B-B-Breno." zeg ik en ik wijs naar de dokter. "Dat is Breno niet." zegt Luke en hij slaat zijn armen rondom me. "Jawel. Zijn gezicht, zijn stem. Het is precies hetzelfde." zeg ik. "All, het is Breno niet. Ik heb hem vermoord." Het blijft even stil. De verpleger blijft in de deuropening staan. Ik kijk Luke aan. Hij strijkt door mijn vettige haar. "Het is Breno niet." Ik kijk naar de dokter. Het is Breno niet. Het was mijn verbeelding. De dokter is een totaal andere persoon. Zijn gezicht heeft bolle wangen, een wipneus en een vriendelijke glimlach die me kan geruststellen. Zijn buik, die nog net niet zo dik is, puilt net niet over de rand van zijn broek. "Mag ik bij haar blijven?" vraagt Luke aan de verpleger. "Tot ze slaapt. Daarna moet ze onder operatie net zoals jij." zegt hij. Luke komt naast me liggen, kruipt dicht tegen me aan. Ik leg mijn hoofd op zijn borst en hoor zijn hart in een snel tempo kloppen. De dokter buigt zich over ons heen. Zijn rechterhand pakt mijn pols vast en houdt hem omhoog. Met de linkerhand prikt hij de naald in mijn arm. Dan laat hij mijn pols los. Mijn oogleden willen sluiten. Ik laat het toe. Luke strijkt met zijn vingertoppen over mijn wang. De vermoeidheid wint en ik sluit mijn ogen.
Hey iedereen,
Super bedankt voor 5000+ lezers bij Storm. Ik ben zo blij. Super bedankt dat jij dit boek aan het lezen bent. Binnen twaalf dagen ruim 1000+ lezers erbij is geweldig. Nogmaals bedankt.Er komen nog maar een paar hoofdstukken aan. Ongeveer vijf of zes denk ik. Dan is het al afgelopen. Stel dus nog snel je vraag in de reacties, zodat ik die tijdens de Q&A kan beantwoorden.
Tot het volgende hoofdstuk. Byeee
JE LEEST
Storm
FantasyOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...