Hoofdstuk 82

125 14 12
                                    

Song: This Is Gospel - Panic! At The Disco (Piano Version)
-----------------------------------------------------------------------------

Wanneer ik mijn ogen langzaam open lig ik in een ander bed dan waar ik in slaap viel. Het bed staat naast een groot raam. Ik ben gekleed in een blauwe japon die tot mijn knieën komt. Langzaam draai ik mijn hoofd een kwartslag om naar buiten te kijken. Een vogel vliegt voorbij. In mijn hoofd knippert een licht met de naam ervan, maar het is te donker om er op te komen. Ik strek mijn vingers en mijn tenen en ga op mijn zij liggen. Een snoertje, met aan het uiteinde een naald die in mijn arm zit geprikt, zeurt dat hij vast zit achter de poot van het bed en ik geef er een harde ruk aan. Hij raakt los en ik laat hem verder met rust. Gefluit klinkt door het open raam. Op een kast naast mijn bed staat een dienblad met eten. Mijn maag begint te knorren. Ik ga rechtop zitten, zet het kussen rechtop en pak het dienblad. Het is meer eten dan ik ooit in een dag heb gehad. Een boterham met jam, sinaasappelsap, een croissant en een appel. Gulzig begin ik eraan. Na een tijdje leg ik het lege dienblad terug op het kastje. Op dat moment wordt er op de deur geklopt. De klink gaat naar beneden en een verpleegster komt binnen. "Goedemorgen. Goed geslapen en gegeten." zegt ze en ze pakt het dienblad. Ik knik voorzichtig. De verpleegster glimlacht. "Je mag zo douchen." Mijn mond valt open. Een douche. Warme stralen. "Ik zie dat je het leuk vind. Zo meteen komt Greta. Die zal je verder helpen." De verpleegster stapt de kamer uit. Ik leun naar achter en kijk naar buiten.

Na tien minuten komt een andere verpleegster de kamer in. Op het naamplaatje staat Greta. Het is een forse vrouw met bruin kort, gekruld haar. Ze heeft vriendelijke, bruine ogen en is gekleed in een wit pak. "Hallo, ik ben Greta." Ze steekt haar hand naar me uit en ik pak het vol twijfels vast. "Hoe heet jij?" Ik laat haar hand los. "Allison." zeg ik kortaf. "Kom. Dan gaan we naar de douche." zegt ze en ze slaat de deken van me af. Ik sla mijn benen over de rand van het bed en ga traag staan. "Volg mij maar." Greta loopt voor me uit en na een minuut zijn we al bij de douche aangekomen. Greta loopt naar de doucheknoppen en draait ze open. "Kleed je maar uit. Als je klaar bent of hulp nodig hebt moet je alleen even roepen. Ik ben in je kamer het bed aan het verschonen." zegt ze. Greta loopt de badkamer uit en sluit de deur achter zich. Ik friemel aan mijn japon en kijk naar het water dat op de grond klettert. Met beide handen trek ik de japon een stukje omhoog tot hij van me af en trek mijn onderbroek uit. Stap voor stap loop ik naar de douche en ga onder de straal staan. Hij is heerlijk warm. Ik knijp mijn ogen dicht en ga met mijn vingers door mijn haren. Geschrokken open ik mijn ogen. Waar ik dacht dat mijn haar op zou houden is het allang al weg. Het is geknipt. Een groot stuk is weg. Ik tast met mijn vingers naar de uiteinde van mijn blinde plukken die tot mijn schouders komen. Het is kort. Zo kort. Beduusd laat ik de stralen vanuit de douche op mijn naakte huid vallen. Naast de doucheknop hangt een mandje met shampoo en andere douchespullen. Voor het eerst in een lange tijd kan ik mijn haar weer wassen en mijn huid goed schoonmaken. Dat doe ik dan ook. Ik was mijn haar drie keer en mijn huid vijf keer. Nog nooit heb ik me zo schoon gevoeld. Plots klinkt er luid geschreeuw. Gegil. Ik kijk verschrikt om me heen, maar zie niks dat me moet beangstigen. Dan zie ik pas de bloedvlekken op de muur. Lange strepen naar beneden getrokken door bloed dat door de gladde tegels naar beneden glijdt. Met trillende handen draai ik doucheknoppen om tot er slechts wat druppels uit de knop komen. Ik draai me naar de muur. De tegels zijn net zo wit als ze eerst waren. Geen spoor dat kan leiden dat daar bloed heeft gevloeid. Mijn hart klopt in mijn keel. Mijn hoofd bonst. Mijn knieën knikken als ik een handdoek vastgrijp. De stof kriebelt tussen mijn vingers. Ik wrijf mijn haar droog en maak ook mijn huid droog. Ik vind het al bijna jammer als ik weer in mijn ondergoed en japon moet. Ik open de deur en zoek mijn weg terug naar mijn bed. Greta schudt het kussen en legt hem op het hoofdeinde. "Ben je al klaar?" vraagt ze verbaasd als ze me ziet staan. Een beetje angstig, leunend tegen de muur met mijn handen in elkaar gevouwen alsof ik ga bidden. Ik knik even. "Dat kan." Greta loopt naar me toe. Ik voel de tranen in mijn ogen branden. "Kom hier." Greta drukt me zachtjes tegen haar aan. Ik begin te snikken. "Het spijt me zo dat jij zulke vreselijke dingen moest mee maken op deze leeftijd. Dat we niet kwamen om jullie te helpen." Greta strijkt troostend over mijn rug en gaat met haar andere hand door mijn haar. Ze laat me los en laat haar handen op mijn schouders rusten. Met betraande ogen kijk ik haar aan. "Er willen zo mannen met je praten. Met je groep en de rest van de mensen die vanuit Amerika hier is gekomen. Ze zullen je ophalen. Blijf rustig in je kamer. Het is belangrijk." Na dat te hebben gezegd loopt Greta de kamer uit. De woorden klonken geruststellend en dreigend tegelijk. Ik blijf naar de deur kijken. Verward schudt ik zachtjes mijn hoofd. Om de tijd te doden ga ik bed zitten en tel de mensen die over de straat lopen. Geef ze een rare naam. Het vrolijkt me niet op. Integendeel, het maakt me meer bang en verdrietig. Alsof die mensen in geïnfecteerde kunnen veranderen en het ziekenhuis kunnen uitmoorden met mij erbij. Ik pak de stang van het hoofdeinde vast. De grond draait onder mijn voeten. Voorzichtig ga ik liggen en kijk naar het plafond. Er zitten kleine vlekjes op. Kleine zwarte vlekjes. Ik strek mijn hand ernaar uit als er plots op de deur wordt geklopt. Ik laat mijn arm zakken en schiet overeind. Een man in uniform stapt mijn kamer in. Zijn blik vertelt dat ik mee moet komen en ik sta op. "Trek die maar aan." zegt de man en hij wijst naar een paar blauwe sloffen in de hoek van de kamer. Ik trek ze aan en loop schuifelend achter de man aan. Na een paar gangen komen we uit in een grote ruimte. Een perfecte plek voor een restaurant. De tafels en de winkels die eromheen staan geven me het vermoeden dat dit ook werkelijk het restaurant is van dit ziekenhuis. "Ga daar zitten." De man wijst naar een lange tafel waar Luke, Tyler en een vrouw al zitten. Ik neem plaats naast Luke. Hij slaat een arm over mijn schouders en ik leg mijn hoofd op zijn schouders. "Je haar ruikt naar shampoo." zegt hij glimlachend. Ik geef geen antwoord. Niet dat ik verplicht ben om te antwoorden, maar ik geef geen reactie op zijn woorden. Anna, Chan en nog veertig mensen komen het restaurant binnen. En iemand waarvan ik niet had verwacht dat hij zou komen. "Stagger!" Ik sta zo snel op dat mijn stoel omvalt en ik ren naar Stagger. Stagger rent in mijn open armen en drukt zich tegen me aan. Luke legt een hand op mijn schouder. "Fijn dat je wakker bent." zegt hij tegen Stagger. "Ik ben blij om te zien dat jullie nog leven." zegt Stagger en hij laat mij los. "Neem plaats." zegt de man in uniform. De mensen nemen allemaal plaats aan de lange tafel en ik ga terug naast Luke zitten. Tegenover mij komt Stagger zitten en de man in uniform gaat aan kop staan. "Ik heb een mededeling." zegt hij en hij heft zijn hoofd. Luke pakt mijn hand vast. Ik kijk even snel naar de veertig mensen die net binnen waren gekomen. Ik ken niemand. "We hebben al zes maanden Amerika afgezocht op overlevenden. Het ziet er naar uit dat we het grootste gedeelte hebben gevonden. Om de bevolking hier te beschermen en in andere landen hebben we een beslissing gemaakt. Ik vertel jullie dat we er heel lang over hebben nagedacht." De zenuwen gieren door mijn lichaam. Ik trek de japon naar beneden en sla mijn benen over elkaar. "Wat gaan jullie dan doen?" vraagt een vrouw na een lange stilte. De man in uniform kucht even. Hij houdt zijn lippen nog even op elkaar alsof hij de spanning wil opbouwen. Luke rolt even met zijn ogen. "Vertel gewoon." zegt hij geïrriteerd. De man in uniform gaat rechter staan en hij houdt zijn handen achter zijn rug. "We gaan Amerika opblazen."

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu