Terwijl niemand een woord zegt concentreer ik me op de weg. Hier en daar loopt een geïnfecteerde die probeert in te breken in een huis. Met mijn ene hand houd ik het stuur vast en met mijn andere hand houdt ik de autosleutel van de andere auto vast. Een zilver sleuteltje vol krassen. "Die heb ik niet meer nodig." zeg ik en ik gooi het sleuteltje uit het raam. "Je verliest iets." zegt Shawn. "Maakt niet uit." zeg ik. Via een spiegeltje zie ik hoe een geïnfecteerde het sleuteltje oppak en in zijn mond stopt. Ik rij over een hobbeltje heen. "Ik blijf een tijdje doorrijden. Is dat goed?" vraag ik. "Prima. Als je een goede schuilplaats ziet zeg het dan." hoor ik Avery tegen de rest zeggen. Ik klem mijn handen om het stuur en met mijn blik naar voren rij ik over de weg.
De hele dag door met een paar pauzes rijden we. De nacht is gevallen en er staan sterren aan de hemel. Shawn en Avery zitten in de cabine van de auto en ik zit in de bak. Avery rijdt. Ik leun met mijn hoofd tegen de achterkant van de cabine terwijl ik zit. Brooke, Luke en Travis zijn in de verte aan het staren en Stagger zit naast mij. Hij is bezig verschillende knopen te maken met een touwtje die uit zijn zal had gehaald. Ik kijk hoe zijn vingers een stevige knoop maken en hem vervolgens weer uit elkaar haalt. "Doe je dit altijd als je niks te doen hebt?" zeg ik glimlachend en Stagger kijkt me aan. Hij knikt even. "Wil je proberen?" vraagt Stagger. Ik pak het stevige touwtje. "Kan je me misschien een paar knopen leren?" Er verschijnt een glimlach op Stagger's gezicht. "Ja. Is goed. Kijk als je met die vinger dat stuk touw vastpakt en dan met die vinger dat gedeelte..." zegt Stagger en hij wijst twee gedeeltes van het touw aan. Ik pak ze vast. "Dan moet je die hand over de ander doen en dan eronderdoor." Ik doe wat hij zegt en na nog een korte uitleg heb ik een stevige knoop gemaakt. "Goed zo. En nou moet hij nog uit elkaar." In mijn ooghoek zie ik hoe Travis naar Stagger kijkt en glimlacht. Ik peuter aan het touw, maar het lukt me niet om hem uit elkaar te krijgen. Stagger pakt het touw en hij haalt binnen twee seconde de knoop eruit. "Ik kan wel zien dat je dit vaak hebt gedaan." zeg ik en Stagger grijnst. "Klopt. Mijn opa heeft het me geleerd." zegt hij. Ik zie hoe Travis zijn gezicht wegdraait en hij kijkt een andere kant op. "Helaas overleed hij." "Mensen worden oud Stagger." zegt Travis. "Maar opa was niet oud. Nou ja. Hij ging niet dood door ouderdom." Stagger zet zijn nagels in de palm van zijn hand. "Ik denk dat we erover moeten stoppen." zeg ik. Travis knikt. Ik kijk naar Brooke. Hij knikt als teken dat ik het goed gedaan heb. "Ik ga slapen." zegt Stagger. "Prima. Welterusten." zeg ik met een glimlach. Stagger kruipt naar Travis en gaat tegen hem aanliggen. Travis legt een arm om zijn broertje en hij leunt met zijn kin op Stagger's hoofd. Ik kijk naar de sterrenhemel. Het doet me denken aan het moment dat ik met Lucas wegreed voor de storm. Toen was er een sterrenhemel. Mijn moeder zei altijd als er iemand dood hij of zij als een ster aan de hemel komt en naar je kijkt. Zal Lucas nu ook naar mij kijken? "Ik mis je." fluister ik zacht. "Lucas?" vraagt Travis. Ik kijk hem aan. "Ja." Er branden tranen in mijn ogen. Een verdrietig gevoel bevind zich in mijn buik. Travis sluit zijn ogen net zoals Stagger. Ik slik om ervoor te zorgen dat mijn keel minder droog aanvoelt. Ook Brooke gaat slapen. Ik blaas even tegen mijn koude handen en sluit dan ook mijn ogen. Niet veel later val ik in slaap.
"Noord-Amerika!" roept Shawn. Ik open langzaam mijn ogen. De bak is leeg op mij na. Ik ga op de rand zitten en laat mezelf vallen. De groep staat midden in een straat met huizen. De pick up staat aan de kant. "Goedemorgen." zeg ik en ik wrijf een slaapje uit mijn ooghoek. "Goedemorgen." zeggen Shawn en Avery tegelijk. Ik loop naar ze toe. "Goed geslapen?" vraagt Travis. "Ja. Beter dan normaal. Ik ga vaker slapen in een rijdende auto." zeg ik glimlachend. Brooks grijnst. Ik kijk naar een huis. Het lijkt alsof ik hem al eens eerder heb gezien. Ik begin te lopen door de straat. Ik ken de huizen heel goed. En dan zie ik waarom. Bij een huis hangt de naam van de straat. Die naam zat jaren in mijn hoofd. Lucas woonde hier. "Is er iets?" vraagt Luke. Ik negeer zijn vraag en loop verder de straat in om Lucas' huis te vinden. Bijna aan het einde van de straat staat zijn huis. Gebroken ramen, dakpannen op de grond. Ik draai me naar een parkeerplaats achter me. Hier stond mijn vaders auto. Ik stapte hier in om naar huis te gaan. Ik kwam nooit aan. Luke, Shawn en Avery rennen naar mij toe. Brooke blijft bij Travis en Stagger. De weg naar de kust is leeg en verlaten. Ik loop het tuinpad van Lucas' huis op. De deur is gemakkelijk open te krijgen. "Cadence!" roep ik. Cadence is Lucas' moeder. Het blijft doodstil. "Wie de hell is Cadence?" vraagt Luke. "Lucas' moeder. Dit is zijn huis." Ik loop de woonkamer in en een vreselijke geur komt me tegemoet. Avery loopt achter me aan samen met Shawn en Luke. "Ik denk dat ze zichzelf wilde verlossen." zegt Shawn en hij wijst naar een lijk die op een stoel zit. Het is Cadence. Lucas, Cadence en Jeff zijn allemaal dood. Ik loop naar Cadence toe. Een kettinkje dat ze omgeeft glinstert. Ik maak hem los en bekijk het bedeltje dat een medaillon is. Er zitten foto's van Lucas en Jeff in. "Pas op! Er komt een geïnfecteerde naar beneden." sist Luke plots. Ik ruk een keukenla open en pak er een vleesmes uit. De geïnfecteerde strompelt de trap af. Dat is te horen. Luke, Shawn en Avery schuifelen naar mij toe. Ik pak het handvat van het mes stevig vast. De geïnfecteerde komt naar de woonkamer en net als ik het mes in het hoofd wil duwen zie ik wie het is. Mijn grip om het mes verslapt en het mes valt op de grond. De dikke buik, het blonde haar. Ze lijkt op mij. "Allison?" Ik val op mijn knieën. Tranen rollen over mijn wangen. Dit kan toch niet waar zijn. "Neeneenee. Dit kan niet." De dikke buik. De baby. Zij. De geïnfecteerde strompelt naar me toe. Tranen vallen op het tapijt onder me. De baby is niet gekomen. De baby is dood. Mijn moeder is dood. "Wie is het? Ken je haar?" vraagt Shawn. "Ik ken haar." zeg ik en ik kijk naar de bijna ontploffen buik, zo groot is hij. "Ze is mijn moeder."
JE LEEST
Storm
FantasyOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...