Hoofdstuk 62

97 14 1
                                    

If we don't fight,
we die
- Rick Grimes, The walking dead

Met haar armen over elkaar geslagen staar Anna in de deuropening. "Wat de fuck zijn jullie aan het doen?" Ze kijkt de kant van Brace aan en vervolgens onze kant. "Nou... Gaat er nog iemand antwoorden?" "Ze willen mij dood hebben." zeg ik zacht. "Het is voor onze veiligheid." zegt Emma. Gelijk komt de discussie terug. "Stop! Nu!" schreeuwt Anna. "Wij gaan niemand vermoorden." "Ze gilt de boel bij elkaar." zegt Emma. "Ze heeft traumatische ervaringen. Vind je het dan gek dat ze bang is?" zegt Luke. "Ze moet dat onderdrukken, anders moet ze hier weg." zegt Brace. "We sturen niemand weg. En we gaan al zeker niemand vermoorden die een traumatische ervaring heeft en daardoor heel bang is." zegt Anna. Ik geef haar een dankbare glimlach. "Precies." zegt Travis. "All heeft ons bij elkaar gehouden of gebracht. Ik laat haar niet doodgaan. Na alles wat er is gebeurd wil ik haar niet dood hebben door jullie." zegt Stagger en hij zet zijn handen in zijn zij. "Ik stel voor dat iedereen naar zijn eigen slaapkamer gaat. Nu!" zegt Anna en brommend lopen Emma en Brace weg. "Sorry. Ik wilde dit niet." fluistert Matthew in mijn oor. Ik wil antwoorden, maar hij is al weg. Ryan en Tyler lopen ook boos naar hun kamer. "Wat is er?" hoor ik Alex vragen. "Ga naar je nest." bromt Ryan. Luke pakt me vast. "Ze moeten van je afblijven." zegt hij. "Gelukkig ben je oké." zegt Anna. "Door een keer te gillen hoef je nog niet dood." zegt Stagger. "Inderdaad." Ik glimlach. "Wat moet ik toch zonder jullie?" "Niks." zegt Anna. Ik begin te lachen en loop naar haar toe. "Bedankt." Ze opent haar armen en geef haar een snelle knuffel. "Je bent sterk, maar je kan niet alleen tegen een groep mensen die je dood wilt." zegt Anna. "Ik laat je niet alleen slapen. Het zijn zulke slappelingen die je in je slaap zullen vermoorden." zegt Luke. Ik knik begrijpend. "Maar eerst eten!" zegt Stagger en hij pakt een konijn. "Als jullie willen eten..." begint Anna en er gaat een deur open. "Heb je pech en moet je wachten." vervolgt ze. De deur gaaf dicht. "Wat ben jij erg." zegt Luke. "Moeten ze maar normaal doen." bromt Anna en Stagger scheurt de poot van het konijn. Hij heeft het beest aan Luke en begint van de poot te eten. "Wil je?" vraagt Luke aan mij. Ik haal mijn schouders op. "Geef gewoon." zegt Travis. Luke geeft me een poot en verdeelt ook de rest van het konijn over de rest. "Eet smakelijk." zegt Anna. "Eet smakelijk." zeggen Travis en Stagger in koor. Ik begin te kauwen op het vlees. Wat verlang ik ernaar om het normale voedsel van vroeger te eten. Een stoofpotje, sperziebonen met een bal gehakt. Zelfs de vieze witlof ovenschotel van mijn moeder. Mijn maag knort al bij alleen al het idee aan die lekkernijen. Een reep chocolade of de bonbons die ik stiekem pikte uit de doos. De kruidentaart van mijn oma. Ik glimlach als ik mijn oma voor me zie die een dampende kruidentaart voor me neus houdt. "Koriander, peterselie, basilicum en nog zoveel meer kruiden." zegt ze. De geur komt al bijna mijn neusgaten binnendringen. In plaats van een witlof ovenschotel of een kruidentaart zit ik nu met een konijnenpoot. Het wordt al bijna normaal en mijn dagelijkse kost. Ergens diep vanbinnen zal ik dit vlees wel missen als ze ons misschien komen ophalen. Ik ben het zo gewend geraakt. Gelach vult mijn oren. Luke ligt dubbel van het lachen op de grond. Travis en Stagger huilen zowat en Anna zit met een stalen gezicht voor zich uit de kijken. Een klein glimlachjes verschijnt en dan kan ze het ook niet tegenhouden. Anna proest het uit. Alleen ik lach niet. Ik zou niet weten waarom. "Kijk eens niet zo boos joh." zegt Luke grinnikend. "Waarom zou ik lachen als ik net te horen heb gekregen dat sommige hier mij dood willen." zeg ik en ik leg de poot aan de kant. "Jullie hebben geen idee van de situatie waar ik in zit." Mijn stem klinkt boos. Wanhopig. Verdrietig. Iedereen stopt met lachen. "Natuurlijk weet ik wel hoe je je voelt." zegt Luke en hij slaat een arm om me heen. Ik ruk me los. "Laat me gewoon even." Met een opgekropt gevoel in mijn buik loop ik de trap op. "All. Wacht!" roept Stagger. "Laat haar maar." zegt Travis. Tranen branden in mijn ogen en ik open de deur naar mijn kamer. Hoe kan zo'n dag als deze zo naar zijn? Ik sluit de deur en plof neer op mijn bed. Waarom willen ze me vermoorden nadat ik één keer zoiets hebt meegemaakt? De tranen glijden over mijn wangen. Langzaam komt mijn hoofd op mijn kussen. Luide snikken rollen over mijn lippen. Mijn schouders schokken. "All." Iemand klopt op de deur. "Donder op." schreeuw ik. "Wat is er aan de hand?" "Dat gaat je op dit moment jou niet aan, Alexis." zeg ik ietsjes rustiger. Ik moet het niet erger maken dan het al is. "Oké." zegt Alexis en ze loopt weg. Mijn kussen voelt nat aan. Nat door de tranen. Beneden is een gesprek gaande. Praten ze over mij? Ik weet het niet. Ik ga het niet vragen. "All? Mag ik binnenkomen?" Stagger's klinkt vanaf de andere kant van de deur. Ik kauw op de binnenkant van mijn wang. "Mag dat?" "Kom maar." zeg ik na een stilte. De deur gaat open. Als Stagger de kamer binnen is binnengestapt sluit hij de deur achter zich. Ik ga overeind zitten op het bed en Stagger komt naast me zitten. "Ik wil even met je over iets praten. Niet over Emma, maar over mijn oude groep." zegt hij. "Vertel maar." zeg ik. "De mensen uit mijn vorige waren vreselijk. Dat kwam door de dingen die ze deden. Ze sloten twee mensen op in een kamer. Daarna gingen ze wachten tot de een de ander zou opeten. Zo konden ze weten hoelang ze zonder eten konden. Als het eten op was natuurlijk. Ze wisten niet hoe ze moesten jagen." "Hoe konden ze dan eten?" vraag ik verbaasd. "Ze hadden akkers waarop ze eten verbouwde. Boomgaarden. Van alles. De mensen die in zijn kamer werden geplaatst gingen niet vrijwillig. Ze werden gedwongen. Soms waren die twee mensen familie, stelletje of goede vrienden." "Wat erg." Ik sla mijn hand voor mijn mond. "Mijn ouders moesten ook naar binnen." Mijn ogen sperren wijd open. "Je ouders! Hoe kunnen mensen dat doen?" Stagger haalt zijn schouders op. "Wie overleefde?" Ik durf het bijna niet te vragen. "Mijn moeder. Ze ging later dood in een huis." zegt Stagger en hij verbergt zijn gezicht in zijn beide handen. Ik druk hem tegen me aan. Hij begint te snikken. "Jij mag zeker huilen. Schaam je maar niet. Ik heb het niet meegemaakt, maar ik begrijp je verdriet volkomen." zeg ik zachtjes. "Bedankt. Voor alles." zegt Stagger snikkend. Ik streel door zijn bruine haar. "Je verdient alles wat ik voor je doe." zeg ik. "Je verdient het zo erg."

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu