Hoofdstuk 30

135 15 0
                                    

Een prachtige sterrenhemel staat aan de hemel. Luke en ik hebben alles verteld over Marlene en Lucas. Ze begon opnieuw te huilen toen ze hoorde dat Lucas dood is. "Hij was zo jong." snikte ze. Ik zit nu op de grond in de tuin. Leunend op mijn handpalmen naar de sterrenhemel aan het kijken. Brooke is Avery alsof ze een klein kind was naar bed aan het brengen. Ze was helemaal kapot en kon niks meer hebben. Luke is met Shawn aan het praten. Hij is bijna helemaal aangesterkt. Hij was blij om me weer te zien. Ik was ook blij om te zien dat hij nog leefde. De maan kruipt achter een wolk vandaan en een manestraal verlicht mijn omgeving. Raar genoeg ben ik niet verdrietig om Lucas. Al mijn verdriet is weg. Misschien komt dat ook, omdat het nu belangrijker is dat ik blijf leven. Hij zou dat ook willen. Ik staar naar het steegje waar Nerissa was. Hoe zou het nu met haar gaan? Ik maak met mijn vinger een acht in het zand van de tuin. "Hey." Ik kijk op en zie hoe Shawn moeizaam naast me komt zitten. "Hoe gaat het nu met je? Ik heb het gehoord over Lucas." zegt hij. Ik slik even. "Het verdriet is minder. Misschien komt het later in één keer terug." zeg ik. "Dat kan." zegt Shawn. "Hij was dapper en heeft zich voor jullie opgeofferd." Ik kijk naar Shawn. Hij kijkt naar de sterren. "Ik zag hoe hij het deed. Ik wilde naar hem toe, maar Luke wilde niet stoppen met rennen." zeg ik. "Hij wilde niet dat jij ook doodging." Ik knik. "Nu weet ik dat, maar toen dacht ik er niet aan. Ik wilde naar Lucas toe. Ook al was hij al dood." "Het is pijnlijk. Ik snap het als je soms alleen wilt zijn. Dat is niet raar. En als Luke dan naar je toekomt moet je even geen medelijden met hem hebben en hem wegsturen. Hij zal het dan best begrijpen." zegt Shawn. "Bedankt." Ik kijk Shawn dankbaar aan en hij glimlacht. "Toen ik je zag wist ik dat er iets mis was. Je was gebroken. Vol verdriet." "Ik had het nieuws over Haley gehoord. Is het dan gek dat ik verdrietig ben." zeg ik. "Misschien had je het niet door of dacht je er niet aan, maar voordat jij het nieuws van Haley hoorde was je al vol verdriet. Je was verdrietig om Lucas, omdat hij dat moment niet kon meemaken." Iets in mij zegt dat hij gelijk heeft. Ik ben er best verdrietig over dat Lucas het moment van hereniging niet kon meemaken. "Ik heb gelijk of niet?" vraagt Shawn. Ik knik. "Ik denk dat je gelijk hebt. Weet je... Ik ken Lucas zo lang. Hij is mijn beste vriend." "Je praat niet in verleden tijd." zegt Shawn. "Omdat hij, ondanks dat hij nu dood is, mijn beste vriend is." Er verschijnt kort een glimlach op Shawn's gezicht. "En niemand kan die titel afpakken." Ik bijt op mijn lip. "Ik weet zeker dat Lucas nu zo trots op jou zou zijn." zegt Shawn. "Dat denk ik ook." Ik druk mijn nagels in mijn handpalm. Er komt een brok in mijn keel. "Zal ik erover stoppen?" vraagt Shawn.  "Graag." Het voelt goed om hier met Shawn te zitten en te praten. Het lucht op. "Heb jij al eens een dierbare verloren?" vraag ik. Ik voel me redelijk stom, omdat ik dat vraag. Natuurlijk heeft hij een dierbare verloren. Iedereen verliest een dierbare in deze tijd. "Ja. Ik wil er niet over praten. Het was te heftig. Sorry." zegt Shawn. "Maakt niet uit. Ik begrijp je." "Weet je... Ik heb ontdekt dat mijn vader nog leeft en waar hij is. Ik denk erover om naar hem toe te gaan." zegt Shawn. "Wat geweldig voor je. Als ik jou was was ik al vertrokken." zeg ik en Shawn glimlacht. "Ik wil gaan als ik helemaal de oude ben." zegt hij. "Slim." "Hij woont op een boerderij." "Gaaf. Dat is best een groot stuk land of niet?" Shawn knikt. "Het is best wel groot." "Veel plezier denk ik." zeg ik twijfelend en Shawn begint te lachen. "Dank je." Ik zucht even. De maan kruipt achter een wolkje en het wordt een stukje donkerder. "Ik denk dat ik ga slapen." zegt Shawn en hij staat op. "Welterusten." zeg ik. "Jij ook, Allison. Misschien moet jij ook maar op tijd gaan slapen. Je bent vreselijk wit." zegt Shawn. "Bedankt voor de tip." Shawn glimlacht en hij loopt naar binnen. Ik adem diep in en val achterover. Het maakt me niet uit dat ik nu een beetje vies wordt. De grond ligt best wel comfortabel en slapen onder de sterrenhemel lijkt me niet zo erg. Er staat een hek om de tuin heen, dus geïnfecteerde kunnen niet makkelijk naar binnen. Ik sluit mijn ogen.

Een koud windje streelt mijn huid. Misschien is het toch niet zo slim om buiten te slapen. Ik sta op en alles draait een seconde. Met snelle stappen loop ik naar binnen. De keuken en de woonkamer zijn beide leeg. Ik loop naar boven en zie iedereen in de slaapkamer. Brooke ligt al te slapen. Shawn is aan het indommelen. Luke kijkt naar buiten en Avery zit wat te mompelen. "Hey." Avery kijkt me glimlachend aan als ze mijn stem hoort. "Zullen we nog even naar buiten. Niemand wilde mee." zegt ze. Ik knik. "Tuurlijk. Kom." Avery en ik lopen de trap af, via de keuken naar buiten. "Wat een prachtige sterrenhemel." zegt Avery. "Klopt. Ik dacht erover om buiten te slapen, maar het is toch net iets te koud." zeg ik. Avery grinnikt. Ze kijkt naar de maan die aan de hemel staat. Er ligt een bepaalde blik in haar ogen. Alsof er iets is. Maar ik denk dat als er iets is met Avery dat ze het dan wel tegen Brooke had gezegd. Hij luistert heel erg goed. Ik laat het idee dat er iets aan de hand is naar beneden zakken. "Het is inderdaad koud. Laten we maar naar binnen gaan." zegt Avery en we lopen terug naar de slaapkamer. Luke is ook gaan liggen. Avery gaat op haar matras liggen en ik ga naast haar op een ander matras liggen. Ik pak het dekentje dat erbij hoort en leg hem over me heen. Ik voel me slap. Ik ben vreselijk moe. Ik sluit mijn ogen. Ik voel hoe iemand een tweede deken over me heen legt. "Bedankt." zeg ik zonder mijn ogen open te doen om te kijken wie het was. Met mijn gedachte volgepropt over Lucas val ik in slaap.

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu