Geef je over aan wat er is,
laat los wat er was
en heb vertrouwen in wat er komt.Het begint al redelijk donker te worden en ik kan bijna niet bedenken dat ik zo lang heb geslapen. Als het konijn gebraden is wordt hij van het vuur gehaald en in stukken verdeeld. Ik krijg een pootje en ook Stagger, Luke en Avery krijgen een poot in handen gedrukt door Brooke. Ik trek met mijn tanden stukken vlees van het bot en begin er op te kauwen. Na een tijd van mais uit blik, bonen, bessen en een eekhoorn is een stuk konijnenvlees heerlijk. Ook de andere zitten te smullen van hun stuk vlees en er glijdt een druppel vet uit Anna's mondhoek. Met een snel gebaar veegt ze de druppel met haar mouw weg. Ik kijk naar Stagger, die naast me zit, en zie dat hij zit te genieten. Er hangt nu een eekhoorn aan het spit en het vuur knispert. Het is een fijn geluid net zoals de zee. Het geeft me herinneringen van vroeger. Ik ging samen met Lucas als dertien jarig meisje kamperen. Drie jaar geleden. Het voelt als één maand.
Ik kruip uit de tent. Lucas zit op een boomstam bij een knisperend vuurtje. Er staan al zeker tienduizend sterren aan de hemel en het maanlicht verlicht gedeeltes rondom onze tent. "Hoe heb je dat vuur nou weer aangekregen?" Ik kijk Lucas vragend aan en hij haalt met een grijns een aansteker uit zijn broekzak. "Gestolen van pa. Hij zal hem vast niet missen, want hij heeft er nog drie in zijn la liggen." Ik grinnik en ga naast Lucas op de boomstam zitten. Hij trekt zijn rugtas naar zich toe. "Ik heb ook wat eten meegekregen. Mijn ouders denken dat we een week in de wildernis niet overleven ofzo." zegt Lucas en ik begin te lachen. "Zo denken mijn ouders niet. Die denken alleen maar dat ik wegren voor een beer en uitgeput thuiskom." zeg ik en ik hoor Lucas grinniken. "Hashtag bezorgde ouders." "Hele bezorgde ouders. Ik heb zelfs een handpistooltje meegekregen." zeg ik. "Wauw. Dit is echt kamperen op eigen kracht. Eten, een wapen. We zijn geen tien." zegt Lucas en hij zucht geïrriteerd. "Ach. Er zijn ook kinderen zonder ouders, dus we moeten blij zijn dat we ouders hebben. Dan zijn ze maar bezorgd." zeg ik en ik stoot Lucas aan met mijn elleboog. "Optimist die je bent." Ik rol met mijn ogen. "Pessimist die je bent." zeg ik. "Vreselijk kind." "Nietsnut." "Hoho. Dat neem je terug. Wie heeft hier bijna alle spullen mee naartoe genomen." zegt Lucas. "Oké. Ik neem het terug voor nu, maar normaal ben je een nietsnut." zeg ik en ik steek mijn tong uit. "Dat is ook niet waar. Ik ren elke avond een rondje door de buurt." "Je bent te actief. Zo goed." zeg ik. "Het is juist, maar niet beledigend." zegt Lucas. "Het is ook nooit goed. Irritant kind. Je bent echt vreselijk." zeg ik. "Kijk! En dat is nou beledigend." Ik werp hem een glimlach. "Ik kan het ook wel, hoor. Dacht je van niet dan?" "Nou eigenlijk dacht ik inderdaad dat je het niet kon." Er volgt een vriendschappelijke klap die een beetje naklinkt. "En voor een meisje heb jij een spierkracht. Ah." zegt Lucas en hij wrijft over zijn arm. "Niet seksistisch zijn." zeg ik en ik pak Lucas' rugzak. "Seksistisch. Serieus? Waar leer jij die woorden?" "Van een banaan." zeg ik. "Die kan soms ook behoorlijk seksistisch zijn." Lucas rolt lachend met zijn ogen en ik haal een soep in blik uit zijn rugzak. "Hebben we toevallig ook nog een pan meegekregen of mogen we de soep in onze handen gieten en boven het vuur houden, zodat de helft verdwijnt." zeg ik. "Wat heb jij vandaag. Eerst beledigende opmerkingen, een seksistische banaan en nu soep opwarmen in onze handen. Je spoort echt." zegt Lucas. "Wie begon hier met beledigende opmerkingen. Ik deed gewoon aan zelfverdediging." zeg ik. "Tuurlijk. Geef mij maar weer de schuld van alles." zegt Lucas nep-boos. "Hé. Dat heb ik niet gezegd. Nou moet je niet alles gaan veranderen." zeg ik. "Geintje, natuurlijk." Ik rol met mijn ogen en schud met mijn hoofd. "Wat moet ik toch met jou." zeg ik. "En bedankt. Moet ik nu boos weglopen?" vraagt Lucas glimlachend en ik begin te lachen. "Rare druif." "Hoor wie het zegt." zegt Lucas. "Nog even over een pannetje. Ligt in de tent onder de deken." gaat hij verder. "Dat is mooi." zeg ik en ik neem een sprint naar de tent.
Alleen al door het geluid van een knisperend kampvuur komen er mooie herinneringen. Het is fijn om terug te denken aan de tijden met Lucas. Het maakt me wel weer vrolijk ook al weet ik dat hij dood is. "Is hij niet lekker ofzo?" vraagt Travis plots. Ik kijk hem verbaasd aan en hij wijst naar mijn konijnenpoot. "O, jawel hoor. Ik dacht even na." zeg ik. "Dat kan. Was het een leuke gedachte?" vraagt Avery en iedereen kijkt me aan. "Ja, hoor. En dat alleen al door een knisperend kampvuur." zeg ik. "Ach. Het is toch leuk als je mooie gedachtes heb bij een kampvuur." zegt Luke en ik knik. "Het was een hele mooie herinnering." zeg ik en ik neem snel een hap van mijn konijnenpoot voordat hij koud wordt.
Nadat de eekhoorn op is heeft iedereen een gevuld buikje. Avery, Brooke, Travis, Stagger en Anna zitten bij het water. Luke en ik zitten na te genieten van het kampvuur. We hebben er samen een paar boomstammen naartoe gerold vanuit het bos. Het kostte veel kracht, moeite en geduld, maar het is gelukt. Luke en ik zitten tegenover elkaar met een stok in het vuur te porren. "Waar dacht je aan?" vraagt Luke plots. Ik kijk op uit de vlammen en strijk een pluk haar achter mijn oor. "Ik ging ooit een keer kamperen met Lucas. Daar moest ik aan denken. We hadden een gesprek over beledigende opmerkingen, een seksistische banaan, soep koken in onze handen en nog wel meer." zeg ik. "Dat weet je nog goed. Maar waarom over een seksistische banaan?" vraagt Luke en ik begin te lachen. "Ik heb geen idee." Luke grijnst en hij kijkt achter zich, naar de rest van de groep. "Het is raar om te bedenken dat we door de geïnfecteerde bij elkaar zijn gekomen." zegt hij. "En veel mensen zijn verloren om wie we gaven." zeg ik en Shawn's geschreeuw klinkt voor een paar tellen in mijn hoofd. Het bloed dat aan de vingers van de geïnfecteerde plakte. "Ja. Dat ook." zegt Luke en hij kijkt weer naar mij. "Maar ik weet zeker dat we dit alles overleven. Kijk hoe ver we zijn gekomen. Na een anderhalf jaar hel leven we nog steeds." gaat hij verder. Ik steek mijn hand in mijn broekzak en voel de ketting van Cadence. Ik glimlach. Ik haal hem langzaam uit mijn zak en kijk naar de foto's van het medaillon. Lucas kijkt met een grote glimlach in de lens van de camera. Het was bij de schoolfotograaf. Een rare man was het. Dat is het enige wat ik er nog van weet. "Zal ik je iets vertellen over mijn verleden?" vraag ik. Luke kijkt geïnteresseerd naar me. "Op de basisschool was ik een meisje met een grote mond. Ik durfde heel veel, maar toen ging ik naar de middelbare school. Daar kreeg ik vrienden alleen om de een of andere reden mocht een jongen mij niet. Hij verspreidde heel veel nare roddels en mijn klas, mijn vrienden, keerden mij de rug toe. Ik werd heel stil. Viel bijna niet op. Later begonnen mensen weer echt met mij te praten. Ze wisten dat de jongen had gelogen en vinden het heel sneu voor me. Ik werd weer opener, maar mijn oude ik werd ik niet meer. Ik was het vertrouwen verloren." zeg ik. "Toen ik Lucas ontmoette kwam ik weer echt achter hoe het was om echt vrienden met iemand te zijn. Om te kunnen lachen met elkaar, te roddelen over andere die we allebei niet mochten. Mijn vertrouwen kwam terug." ga ik verder. "Lucas heeft je geholpen om jezelf weer te vinden." zegt Luke en ik knik. "Hij heeft me inderdaad geholpen en daar ben ik hem heel erg dankbaar voor." zeg ik en ik kijk weer naar de foto in het medaillon. Cadence's medaillon. "Hé. Stelletjes tortelduiven. Wees eens niet zo niet-sociaal." roept Anna. Ik sta zuchtend op en Luke volgt mijn voorbeeld. Samen lopen we naar het meer en ik ga naast Stagger zitten. "Jullie zijn toch helemaal niet verliefd op elkaar?" vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. "Nee." "Wat lult Anna dan? Ze is nog niet eens een dag bij ons en ze denkt dat ze alles al weet." zegt Stagger. "Ik had haar het liefst ook neergeschoten op dat veld, maar het is toch een echt levend mens en die moet je ook een leven gunnen." zeg ik en Stagger grinnikt. Ik glimlach en Stagger kruipt tegen mij aan. "Ik vind dat glinsterende water zo mooi. Vooral met die groenen bomen erbij." zegt hij. "Het is inderdaad prachtig." zeg ik en ik strijk een pluk haar onder de rand van zijn hoed. Hij kijkt me aan. "Als jij en Travis doodgaan zou ik niet weten waarom ik hier nog zou moeten rondlopen." zegt Stagger. Travis, die aan de andere kant van Stagger zit, kijkt verbaasd op bij het horen van zijn naam. "We gaan niet dood. Wij overleven dit samen met jou. Travis is sterk. Jij bent sterk." zeg ik. "En jij bent sterk." zegt Stagger. "Ja. Wij alledrie hebben al zoveel overleeft. Op een dag verschijnt er een helikopter boven ons vanuit een ander land en haalt hij ons op." zeg ik en Travis glimlacht. "Beloof je dat?" vraagt Stagger en Travis schuift meer naar zijn broertje toe. Ik denk even na en knik dan. "Dat beloof ik." zeg ik. "Dat beloof ik je met heel mijn hart."
-Every day, in every way I am getting better and becoming stronger. The actions I take and the decisions I make allow me to grow, learn and trive. I am at peace with myself.
JE LEEST
Storm
FantasyOverleven is slechts een woord, maar de daad is een stuk lastiger. Werkelijk overleven om te leven is een daad waarbij veel je plan dwarsboomt. Niet alleen de doden die hier opstaan, maar ook je gedachten. Die schieten alle kanten op en na elke dood...