Hoofdstuk 69

116 15 2
                                    

If it feels wrong, don't do it. If it feels easy, don't do it. Don't let the world spoil you.
- Lori Grimes, The Walking Dead

"Wat wil je?" sist Anna. "Ik kom voor jou." begint Kian en hij wijst naar Luke. Ik klamp me aan hem vast en hij slaat beschermend een arm om me heen. "En jou." Kian wijst naar Travis en Stagger schrikt. "Je blijft met je poten van mijn broer af." bijt hij dan Kian toe. Ik geef hem geen ongelijk dat hij zo boos is. "Wij gaan nergens heen." zegt Luke. "Ik wil niemand pijn doen. Ga mee en dan gebeurd er niks met de rest van deze mensen hier." zegt Kian. "Je gaat ze ook geen pijn doen. Het maakt niet uit wat we doen. Je doet ze geen pijn, begrepen?" zegt Luke dreigend. Kian pakt zijn sniper rifle en herlaad hem. Luke slikt en zijn borstkas gaat sneller op en neer. "Kom gewoon mee. Ik wil niemand pijn doen." zegt Kian en hij wijst met de loop van de sniper rifle naar de deuropening achter zich. Langzaam laat Luke me los, zijn armen slap langs zijn zijde, en hij loopt naar de deuropening waar hij als hij er is onder schot wordt gehouden door Jacob. Travis steekt zijn handen in de lucht en Kian loopt naar hem toe. Hij port met de loop in Travis' rug en Stagger schreeuwt even. "Lopen." beveelt Kian en Travis komt in beweging. Stap voor stap loopt hij naar buiten. Dan wordt de deur gesloten en het hangslot komt op zijn plek. "Alles komt goed, All. Dat beloof ik. Ik kom terug." hoor ik Luke nog zeggen voordat het vaag gemompel wordt. Voetstappen die bij ons vandaan gaan klinken aan de andere kant van de muur. "Het spijt me, Allison." zegt Kian's stem. Verslagen blijf ik staan, zonder antwoord te geven, en Kian loopt weg. Dan val ik op mijn knieën. "Ze komen niet terug. Een van hun dan tenminste." zegt Stagger. "Wat bedoel je?" vraagt Tyler. "Ze worden in het hok gegooid. Ze moeten overleven en de zwakste verliest." zegt Stagger. Mijn adem stokt en mijn handen vallen in mijn schoot. "Dat meen je toch niet?" vraag ik zachtjes. "Travis moest ze ook een keer halen. De gevangene en ze naar het hok leiden." zegt Stagger en hij begint te snikken. Hij laat zichzelf via de muur naar beneden glijden. In een snelle beweging trekt hij zijn knieën op en slaat zijn armen eromheen. Tranen glijden over mijn wang. Slechts het geluid van huilen en het gevoel van verdriet dwaalt rond in deze kamer. "Wat gebeurd er dan? Wat is er met dat hok?" vraagt Ryan en hij wrijft over de blauwe plek op zijn arm. "Ze willen weten hoelang ze zonder eten of drinken kunnen en stoppen daarom steeds twee mensen in een hok om het te testen. De sterkste eet de zwakste." vertelt Stagger en hij begint te huilen. Grote tranen die een donkere vlek maken op de aarde. Ik val op mijn zij en krul mezelf op tot een balletje terwijl ik mezelf heen en weer wieg. Mijn hoofd slaat op toeren. Mijn hart is gebroken en alles in mij roept erom dat ik weg wil en ze wil bevrijden. Ik bons met mijn vuist op de grond en begin te schreeuwen. Luid, duidelijk en lang. Het boeit me niet wat ze buiten deze muren van me denken. Hierbinnen zijn mensen om wie ik geef en ze begrijpen me. "Stop ermee!" roept een stem vanaf buiten. Ik negeer het en begin nog harder te schreeuwen. "Stop!" Anna rent naar me toe en pakt me vast. "S-ss-sst. Wees stil." sust ze. Ik sta met een ruk overeind en loop naar een random muur. Mijn geschreeuw gaat dwars door te planken. "Klotewijf. Stop!" roept dezelfde stem. Mijn lippen komen op elkaar en het wordt stil. Ik geef een trap tegen het hout van de muur en plof neer op de grond. Ik haat dit. Ik haat de keuze dat we hierheen moesten gaan. Ik haat deze mensen. Ik haat deze situatie. Ik haat Kian.

Getik van regendruppels klinkt op het dak van het schuurtje. Het dak lekt aan alle kanten en het is daarom ook een sompige boel hierbinnen. Het is fijn om iets fris te hebben deze dagen, dus ik klaag ook niet. Stagger zit ineen gedoken in een hoekje. Ik zit aan de andere kant. Anna kijkt door de planken om te zien wat er allemaal gebeurd en Tyler, Ryan en Matthew liggen te pitten. Ik schommel heen en weer in de modderpoel. Mijn handen, kleren en schoenen zijn zo vies dat ik zo bij de varkens kan gaan zitten. Er klinkt gerammel bij de deur vandaan en ik schiet overeind. Stagger kijkt niet op of om en mompelt slechts een paar woorden die hij blijft herhalen. De buitenwereld wordt zichtbaar als de deur opengaat. Mason staat in de deuropening met een getinte man achter haar. "Bedankt, Mason. Je kan gaan." zegt de man en Mason stapt aan de kant zodat hij erbij kan. Zijn bruine ogen kijken de ruimte rond en hij wrijft over zijn stoppelbaard. De grijze muts die hij op zijn hoofd draagt bedekt een groot gedeelte van zijn kale hoofd. De wollen sweater die hij draagt is nat van de regen net zoals zijn donkerblauwe spijkerbroek. "Zo. Vertel je naam eens." zegt hij. Zijn stem klinkt brommig alsof hij een tijd ziek is geweest. Hij heeft ons betrapt deze avond. Ergens rond deze dag. Niemand geeft antwoord en alleen het getik van de regen is te horen. "Nou.. Ik bijt niet hoor. Vertel gewoon je naam. Ik ben nieuwsgierig." Hij bestudeerd ons een voor een, maar zijn ogen blijven bij mij het langst hangen. "Wat gaat jou het aan! Je hebt mensen van ons." zegt Anna bot en ze slaat haar armen over elkaar. "Doe eens niet zo boos, meisje." sust de man. "Zal ik beginnen? Dat jullie daarna gaan?" Ik antwoord niet. Hou mijn lippen stijf op elkaar en maak geen oogcontact. Zijn ogen branden in mijn huid. Ik voel hoe hij naar mij kijkt. "Ik ben Breno. De leider van deze grote groep." zegt de man -Breno-. "Dat zal mij een worst wezen. Dat je de leider bent van deze grote groep idioten." zegt Anna. Breno haalt diep adem en zucht. "En hoe heet jij? Meisje met blond haar." vraagt hij dan. Ik draai mijn gezicht naar hem toe en geef hem een vernietigende blik. Hopelijk schrikt hij ervan. "Dat gaat je geen zak aan." sis ik en ik steek mijn middelvinger naar hem op. Breno haalt zijn schouders op en loopt door de deuropening. Hij sluit de deur en er klinkt weer gerammel. "Klootzak." roept Anna hem nog na voordat hij wegloopt. Ik leun met mijn hoofd tegen het hout van de muur en sluit mijn ogen. Was Luke maar hier. Ik mis hem. En het wordt niet minder. Integendeel, het wordt erger. Elke minuut dat hij weg is mis ik hem meer. Elke minuut.

StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu