1.

561 35 5
                                    

Jonas

'Ik weet niet of ik het wel nog wil... Gaat dit niet te ver? Haar oma is net overleden.' Mompelde ik toen het even stil geworden was. Ik durfde het bijna niet te zeggen, daarom dat ik het ook fluisterde. 'Je gaat toch niet terugkrabbelen? Toch niet nu, Jonas? Moet je haar zien! Waarom zou je haar plots niet meer willen?' Riep Pieter en duwde een foto onder mijn neus. Ze had een stralende glimlach, lange blonde haren, sprankelende azuurblauwe ogen en een opvallende moedervlek onder haar neusje. 'Pff, zie hem nou! Dat kan zichzelf toch geen man noemen?! Die lafaard heeft medelijden gekregen! Weet je wat? Ik zal zijn taak wel overnemen!' Lachte Luca. 'Niets van!' Schreeuwde m'n vader. Alle blikken werden op hem gericht en het werd plots akelig stil. Hij zette zich traag recht en keek over iedereens hoofden heen alsof hij een koning was. Hij kraakte zijn vingers. Een afschuwelijk geluid. 'Hij gaat mee en ik wil dat hij haar vangt en niemand anders! Begrepen?' Iedereen knikte. 'Ja, meneer Van Geel.' Zeiden ze allemaal in koor. Ik slikte toen hij vervolgens naar me toekwam. Hij ademde zwaar en had een koude, emotieloze blik. Ik wilde achteruitdeinzen, maar de muren vingen me al snel op. Hij boorde zijn vinger in mijn borst. 'Jij vangt haar. Laat die losers maar eens zien dat het in jouw bloed zit, m'n zoon. Maak me voor één keer trots.'

'Zal ik doen, vader.'

Evelien

'Evelien! Wakker worden! We vertrekken zo!' Al kreunend opende ik mijn ogen toen de luide stem van mijn vader door het hele huis echode. 'Lien!' Riep hij nogmaals, dit keer nog luider. Ik draaide me nog een paar keer om in mijn bed en drukte het dikke donsdeken nog strakker tegen me aan. 'Bosmans!' Schreeuwde hij dit keer bijna. Een diepe zucht verliet mijn lippen. Ik wist dat ik dringend moest opstaan, maar alleen mijn lichaam besefte dat nog niet. Mijn spieren leken verkrampt te zijn. Het voelde aan als een verlamming, ook al wist ik niet hoe het voelde om verlamd te zijn. Ik kreeg mezelf echt niet uit het bed, daar was ik nog te moe voor. 'Opstaan!' Giechelde Katie. Mijn zusje. Ooit was ik hier het enige kind, ooit. Breng me terug naar die tijd, ik smeek je. Ze stormde mijn kamer in. Jep, daar ging mijn rust. Ze had me al nijdig gemaakt, maar ze maakte me nog nijdiger toen ze ook nog eens het warme donsdeken van me aftrok. Ze sprong op bed, maar toch probeerde ik verder te slapen. Ze trok vervolgens aan mijn haren. 'Aw! Stop daar onmiddellijk mee, dat doet pijn hoor! Stuk ongedierte!' Riep ik woedend. 'Ziezo, nu ben je wakker.' Giechelde ze door. Ik kon haar wel wurgen, maar daar was ik nog te slaapdronken voor. Ze was nog maar tien, maar geloof me, ik had soms echt een bloedhekel aan haar.

Ik liet me vallen op de stoel aan de keukentafel. Het ontbijt stond al klaar, maar ik keek ernaar alsof ik ieder moment weer in slaap kon vallen. 'Lientje... Wat zie je er moe uit! Hoe komt dat?' Merkte mijn moeder op, die intussen vers fruitsap perste. 'Ik zou het echt niet weten, mam... Nou ja, misschien omdat het vijf uur in de ochtend is!' Gromde ik. Ze rolde al glimlachend met haar ogen. 'Je vader wil vroeg vertrekken, je kent hem toch.' Lachte ze en gaf hem een schouderklopje. Mijn vader, die de krant op dat moment aan het lezen was, keek op. Hij zuchtte, maar zei niets.

Niet veel later vertrokken we. Ik zat achteraan in de auto, naast Katie. Ze speelde, zoals gewoonlijk, een spelletje op haar Ipad. Ik luisterde liever naar muziek. Met mijn oortjes in staarde ik even naar buiten, maar lang hield ik het niet vol. Terwijl ik luisterde naar Ed Sheeran zakten mijn oogleden steeds verder over mijn ogen. Ik tuimelde in een diepe slaap en vergat alles om me heen.

'Waarom stop je nou?' Hoorde ik mijn moeder op de achtergrond vaag vragen. 'Dat zie je toch! We zitten vast! De weg is hier afgesloten en die witte bestelbusjes achter ons zetten ons klem.' Zei mijn vader gefrustreerd. 'Zijn we verkeerd gereden?' Hoorde ik Katie voorzichtig vragen. 'Vast een verkeerde afslag.' Zuchtte mijn vader.

Ik opende mijn ogen. Hoelang had ik eigenlijk geslapen? Vast lang, aangezien we ons niet meer op de snelweg bevonden maar in één of ander donker bos. De regendruppels tikten met duizenden op de ramen en het getik dat ze veroorzaakten gaf een dreigend gevoel, alsof we aangevallen werden door de natuur. Plots merkte ik een houten bordje op. Nou ja, veel van het bordje bleef er niet van over... De zwarte drukletters waren uitgelopen en het houten ding stond ontzettend scheef. Steenkoolmijn, stond er in zoverre ik het kon lezen. In de verte kon ik dan ook een glimp opvangen van een oud gebouw, een oude fabriek die verscholen lag in het bos.

'Papa... Wat doen we bij een verlaten fabriek als we op weg zijn naar de Ardennen?' Vroeg ik, nog steeds luisterend naar Ed Sheeran. 'Ik ben verkeerd gereden!' Riep hij. Zijn stem trilde, alsof hij nerveus was. 'Je meent het...' Zuchtte ik. 'Ik ga met die mannen praten, enkel als zij achteruit zouden rijden kunnen we hier wegkomen.' Zei hij en duwde het portier van de wagen open.

Jonas

'Oké, het is zover, maak je klaar.' Fluisterde Pieter en gaf me een klopje op mijn rug. 'Jongens, ik wil even jullie aandacht. Hier spreekt Pieter voor busje 2A0. Samir en Miles, jullie nemen Ellen. James jij zorgt voor die kleine rat en Jonas... De hoofdprijs is voor jou.' Zei Pieter nog snel in zijn microfoon die in contact stond met de andere bestelbus waarin Samir, Miles, James en Luca zaten. 'De leider wil dat we ze scheiden. Evelien komt dus in de bestelbus waarmee Luca zal rijden, de rest in de mijne.'

'Begrepen!'

Er werd op het raam van de deur getikt. Stanny. Het teken.

Ik duwde de deuren van de bestelbus open en stapte uit. Miles, James en Samir volgden mijn voorbeeld, maar dan met de bestelbus die Luca bestuurde. In het zwart gekleed, totaal onherkenbaar, verscholen in het duister, stapten we dreigend naar de grijze Mercedes toe.

Evelien

'Waar blijft papa nu?' Zuchtte Katie ongeduldig. 'Geen idee, ik zie hem nergens...' Zei m'n moeder. 'Ach, waarschijnlijk zijn het Waalse bestuurders. Je weet toch ook dat papa geen woord Frans kan? Geloof me, het kan nog lang duren vooraleer we aankomen in de Ardennen...' Zuchtte ik.

Plots merkte ik in een ooghoek iets vreemds op. Er stond een zwarte schaduw naast me. Een duistere figuur. Een persoon. Ik haalde de oortjes uit mijn oren en stopte met het afspelen van mijn muziek. De persoon, wiens gezicht ik niet kon zien, draaide zijn hoofd naar me toe. Enkel zijn groene, heldere ogen vielen op. Toen we oogcontact maakten, verscheen er een grijns op zijn gezicht.

'Mama...'

Plots was de wagen omringd  door personen in het zwart. Maar toen ik alarm wilde slaan, werd mijn moeder plots uit de wagen gesleurd. Ze trokken de deur open en sleurde haar het diepe, donkere bos in. 'Mama!' Schreeuwden Katie en ik in koor.

We schrokken ons dood toen iemand plots twee handen tegen het raam van Katie aanduwde. 'Dag dames...' Hoorden we de persoon lachen op een smerige, kwaadaardige toon. Katie greep mijn arm vast en klemde zich stevig tegen me aan. 'Ik wil hier weg!' Krijste ze. 'Ik ook!' Stemde ik in.

Heeey mensen! Vergeet niet te stemmen en te reageren! Ik hoop dat jullie het alvast een leuk hoofdstuk vonden! Tot snel!

Locked by you [Herschrijving]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu