36.

230 17 0
                                    

Evelien

Ik had eindelijk nog eens goed geslapen. In Jonas armen was het warm en het voelde vertrouwt aan. Dat had ik nooit verwacht, maar ik kan het niet ontkennen. Maar jammergenoeg was wakker worden iets minder leuk. Ik werd niet wakker door het zonnige ochtendlicht dat de kamer in scheen, maar ik werd gewekt door het geluid van zweepslagen. Eerst dacht ik dat het Luca was, of Pieter. Ik was meteen opgesprongen bij die gedachte, maar... Ze waren het niet. Het was pas toen ik door het raam van Jonas' kamer keek dat ik de schuldige, of schuldigen eigenlijk, vond: het waren Nicholas en zijn Franse vrienden.

Ze deden een poging om Rêver te pakken te krijgen, maar de koppige merrie liet zich niet zomaar doen en werkte flink tegen. Ze bokte, steigerde en liep steeds weg. Het leek wel alsof ze een spelletje met de jongens speelde. Die idioten liepen steeds achter haar aan, maar konden haar nooit bijhouden waardoor ze niet veel later stuk voor stuk uitgeput in het gras gingen zitten. Ook zag ik hoe Rêver een iets-te-dicht-komende jongen een flinke trap verkocht. Zo'n trap doet echt pijn. Ik kan erover meespreken. Ik had nog wel pijn in mijn schouderbladen van de trap die ik van haar gekregen had, maar ik was intussen wel al gewend aan pijn. Ik kon ze dus makkelijker negeren.

Ik bleef toekijken, maar veel veranderde er niet. Het lukte die jongens maar niet om haar te pakken. Ze was hen steeds te slim af en soms was het zo lachwekkend dat ik mijn lach niet kon bedwingen en de jongens uitlachte.

Je had hun gezichten moeten zien. Ze waren stomverbaasd. Ze hadden vast niet gedacht dat een paard veel slimmer, sterker en sneller kon zijn. Ze waren zeker dat ze haar aan konden en dat ze haar ooit zouden kunnen temmen, maar daar dacht ik anders over. Rêver had iets waarin ik mezelf herkende. Als ze echt
op mij zou lijken, dan was het zeker: het spel was nog lang niet uitgespeeld.

Jonas

'Goeiemorgen, schoonheid.' Glimlachte ik toen ik wakker werd en Evelien voor het raam zag staan. Ze draaide zich een kwartslag naar me toe en glimlachte ook. 'Hé.' Zei ze kort.

'Heb je een beetje kunnen slapen?' Vroeg ik en ging ondertussen wat rechter in het bed zitten. Ze knikte. 'Ja, eigenlijk wel.' Gaf ze toe. Ze stapte vervolgens van het raam vandaan en kroop op het bed. Ze ging naast me zitten en zuchtte. 'Ik heb geen zin om naar beneden te gaan. Kunnen we niet gewoon een hele dag in bed blijven liggen? Ik wil Luca echt niet onder ogen komen.'

'We kunnen het proberen, maar ik vrees dat ze ons toch zouden komen wekken. En daarbij: ik wil dat Pieter je vandaag onderzoekt. Ik maak me echt zorgen om je Bossie. Het gaat niet goed met je. Die angst vreet je langs binnen helemaal op.' Zei ik.

'Ik voel me prima.' Zei ze.

'Evelien, ik wil dit voor jou doen. Snap je het dan niet? Zolang jij met die angststoornis blijft rondlopen hebben die jongens de macht over je in handen. Ik zag je gisteren op Luca z'n bed liggen, dat beeld zal nooit meer van mijn netvlies verdwijnen. Je lag er zo roerloos, met een kille blik. Je leek wel dood. Als de angst in je te boven komt, kan je je niet meer verweren en laat je hen begaan. Die angststoornis is je grootste vijand en met wat geluk kan Pieter je daarvan af helpen.' Zei ik.

'Waarom zou hij? Mijn angst speelt in zijn voordeel. Ik denk dat hij net heel blij is dat ik ze heb.'

'Misschien wel, maar we kunnen het toch proberen?'

'Misschien wel ja...' Gaf ze al mompelend toe.

'Goed, kleed je maar om, dan gaan we naar beneden.'

Evelien

'Daar heb je ze.' Gromde Pieter toen Jonas en ik de trap af kwamen. 'Ook een goedemorgen.' Zei Jonas met een nijdige blik en ging tegenover Pieter aan de tafel zitten. Ik ging naast Jonas zitten, maar dat was jammergenoeg ook naast Luca.

Locked by you [Herschrijving]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu