26.

228 18 1
                                    

Jonas

Het was vroeg in de ochtend toen ik plots stemmen hoorde. Ik was de hele nacht opgebleven om over Evelien te waken en in die hele nacht was er niets eigenaardigs te zien, maar nu hoorde ik overduidelijk stemmen. Ik gaf Evelien een klein tikje waardoor ze wakker werd. Nou ja, wakker... Haar ogen waren open maar ze zag er nog zo slaapdronken uit.

'Wat is er?' Mompelde ze.

'Kom, we moeten hier weg.'

'Waarom?' Vroeg ze.

'Ik hoorde stemmen en ik denk ook dat ik de stem van Pieter hoorde.'

'Van Pieter? Is die dan niet dood?'

'Ik vrees dat hij zijn val in de rivier overleefd heeft. Laten we ons verstoppen in die struikjes.' Ik stond op en hielp haar overeind.

Ik rende alvast naar de struikjes toe, maar merkte dan op dat Evelien achterbleef. Ze probeerde me wel achterna te gaan, maar kreunde bij elke stap die ze zette. Het leek wel alsof haar enkel meer pijn deed dan voordien.

Ik liep weer naar haar toe en tilde haar op. Ik bracht haar naar de plek waar we ons konden verstoppen en legde haar achter de struikjes. Vervolgens ging ik op mijn buik liggen, net als zij deed. Ik duwde enkele takjes aan de kant zodat we een zicht kregen over de boomhut, de rivier en de plek waar we vannacht geslapen hadden. 'Waarom verstoppen we ons? We kunnen toch gewoon vluchten?' Vroeg Evelien.

'Dan zien ze ons meteen. Ze zijn heel dichtbij. Hun stemmen worden luider.'

'Waarom verstoppen we ons dan niet in de boomhut?'

'Als ze de boomhut zien, zullen ze h'm betreden. Dan kunnen we geen kant meer op en het is daarbij nog eens heel voorspelbaar dat we daar zouden zitten.'

De voetstappen kwamen dichterbij. Evelien duwde zich stevig tegen me aan en kneep in mijn hand. Ik had gelijk. Het waren de jongens en ze waren naar ons opzoek. Het waren m'n vader, Luca, Pieter en nog iemand. Maar van die laatste kon ik z'n gezicht niet meteen zien.

Evelien

'Ze zitten hier ergens. Volgens mijn tablet zitten ze hier, bij elkaar.' Hoorde ik Pieter zeggen.

'Ze verstoppen zich vast.' Zei Luca.

'Doorzoek de omgeving, we vinden hen wel.' Zei Pieter, maar Jos hield hem al lachend tegen.

'Ik heb een beter idee. Die twee tevoorschijn laten komen is niet moeilijk. Als je één van de twee hebt, dan heb je ze beiden.'

'Wat is je plan meneer Van Geel?' Vroeg Luca.

'Simpel. Ik heb een goede vriend meegebracht. Hij zal ons daarbij helpen.'

Plots gingen Pieter, Jos en Luca aan de kant en kregen Jonas en ik een beter zicht op de vierde persoon.

Mijn mond viel open en de tranen stroomden meteen over mijn wangen.

'Pa-pa...' Mompelde ik.

'Evelien, blijf hier. Het is een list. Ze gebruiken hem om je te lokken.' Fluisterde Jonas.

'Misschien... Maar ik moet hem spreken! Hij heeft ervoor gezorgd dat ik ontvoerd werd! Hij heeft me in deze hel gebracht! En misschien weet hij waar mama en Katie nu zijn... En... Hij blijft mijn vader.' Snikte ik en zette me wat rechter, klaar om naar hem toe te gaan.

'Evelien, wacht!'

'Sorry Jonas, ik moet dit wel doen.' Zei ik en kwam tevoorschijn.

Toen de jongens me zagen, verscheen er een grijns op hun gezichten. Hun plan had gewerkt, maar dat kon me niet schelen. Ik ging naar m'n vader toe, al moest ik daarvoor wel enkele boomstammen en takken vastgrijpen om niet te vallen. Die verdomde enkel werkte flink tegen.

Locked by you [Herschrijving]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu