6.

408 26 1
                                    

Jonas

Ik sprong op toen er niet veel later op de deur geklopt werd. Toen ik opendeed, verschenen Pieter en Samir in de deuropening. 'Ze slaapt nog...' Zei ik meteen. 'Ah, fantastisch!' Zei Pieter en kwam de kamer in. Samir volgde. 'Wat komen jullie doen? Moeten jullie niet aanwezig zijn tijdens de vergadering?' Vroeg ik verward en deed de deur achter hen dicht. 'We gaan de chip bij haar inplanten en daarbij; die vergadering is net afgelopen.' Legde Pieter uit. 'Jep! Chipnummer 12 55 186 109.' Voegde Samir daaraan toe. 'Ken je die uit je hoofd?' Vroeg ik verwonderd. 'Nee, ik heb hem net afgelezen.' Lachte Samir en wees naar het scherm van zijn tablet.

'Wat voor dosis heb je haar gegeven?' Vroeg Pieter die een stoel nam en naast het bed plaatste. 'Een kleine. Nochtans dat dacht ik. Ze slaapt al meer dan een uur. Ik maak me ergens wel zorgen...' Bekende ik. Pieter trok zijn wenkbrauwen op en richtte zich tot Evelien. Hij nam haar arm voorzichtig vast, schoof die dichter naar zich toe en legde vervolgens twee vingers op haar pols. 'Haar hart klopt constant, dat is al goed. Alleen... Haar hartslag ligt ongelofelijk laag. Té laag eigenlijk.' Stelde hij vast. 'Is dat erg?' Vroeg ik nerveus. 'Dat kan. Het hangt ervan af in welke toestand ze zich momenteel bevind. Als ze na de uitwerking van de verdoving gewoon in slaap is gevallen, dan is dit normaal. Wat ook kan is dat de verdoving een slecht effect uitoefent op haar lichaam. Dat kan bijvoorbeeld een allergische reactie zijn op de chemische stoffen, maar dan zouden we dat ook wel aan haar uiterlijk moeten zien.'

Pieter boog zich dichter naar haar toe nadat hij zijn bril wat verder op zijn neus had geschoven. 'Samir, geef me de chip.' Beval hij. Samir knikte en haalde uit zijn broekzak een klein, dun papiertje waar de chip in ingepakt was. Hij vouwde het papiertje open en haalde de minuscule chip eruit. Het ding was niet eens een centimeter groot. Uit zijn andere broekzak haalde hij een pincet. De chip haalde hij, met de pincet, uit het papiertje en legde die vervolgens in de handen van Pieter.

'Ga je haar opereren?' Vroeg ik ongerust. 'Dat is iets van vroeger. Dankzij Samir kan het nu veel sneller.' Antwoordde Pieter die de chip nauwkeurig in een vreemd toestel probeerde te steken. 'Wat is dat?' Vroeg ik wijzend naar het kleine toestel dat leek op een injectiespuit door de naald die eraan zat. Ik stelde veel vragen, dat wist ik ook wel... Maar ik was nieuwsgierig en ik wilde weten wat ze met haar wilden doen. 'Ik heb het ontworpen om het proces van het inplanten van de chips te versnellen. Je hoeft de chip er enkel in te steken, vervolgens moet je de brede naald op het lichaam van je patiënt plaatsten en dan hoef je alleen nog maar de knop aan de zijkant in te duwen. De naald boord dan een gaatje in het lichaam van je patiënt en meteen daarna wordt de chip in het lichaam afgeschoten. Ze zal dus wel een paar weekjes rondlopen met een kleine wonde in haar arm, maar dat geneest wel.' Legde Samir uit, ook al was ik mijn aandacht in het midden van zijn uitleg al kwijtgespeeld. 'Interssant.' Zei ik, al had ik niet opgelet.

'Het mooiste heeft hij je nog niet verteld! Eens de chip in haar lichaam zit, krijg je h'm er niet meer uit! De chip is zo klein, die halen ze er niet zomaar uit bij een operatie. We zullen haar dus voor altijd kunnen opsporen.' Hij duwde op de knop waarna de naald zich in haar arm schoot. Nu moet ze wel wakker schrikken, dacht ik... Maar Evelien bleef roerloos liggen. Enkele knalrode druppels bloed gleden over haar arm en hielden halt bij haar vingers. Daar verloren ze het gevecht met de zwaartekracht en rukten zich los van haar lichaam. Ze spatten kapot op de grond en droogden snel op. 'Ziezo, die raken we nooit meer kwijt.' Lachte Pieter en wreef zijn handen schoon aan een doekje.

Hij wilde met Samir de kamer verlaten, maar ik hield hen nog snel tegen. 'Hoe maak ik haar nou wakker?' Vroeg ik radeloos. 'Dat hoeft niet. Dat wordt ze wel vanzelf. Ze zal niet sterven, wees niet bang.' Zei Pieter en vertrok daarna weer samen met Samir.

Evelien

Toen ik mijn ogen al knipperend opende, had ik plots overal pijn. Mijn hoofd, mijn neus, mijn benen... Maar vooral mijn rechterarm. Ik ging overeind zitten en bestudeerde verward de ruimte waarin ik me bevond. Er was een klein keukentje, een tafel met vier stoelen, een badkamer en het tweepersoonsbed waarin ik lag. De muren en de grond waren grijs, koel grijs. Het zorgde voor een grimmige sfeer.

Locked by you [Herschrijving]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu