2.

433 28 5
                                    

Evelien

Ik duwde de deur open en stormde de wagen razendsnel uit. Ik hield het handje van Katie vast terwijl ik me een weg probeerde te banen door het doolhof van bomen. Katie huilde en kneep steeds harder in mijn hand. Ze schreeuwde de longen uit haar lijf. Met tranen in mijn ogen zette ik door. Ik wilde hier weg, zo snel mogelijk!

Jonas

'Komaan Jocke, erachteraan!' Riep James die me een duw in de rug gaf. Jocke. De bijnaam die ik van mijn moeder gekregen had, gebruikte tegenwoordig iedereen. Ergens vond ik het vervelend om steeds weer aan haar dood herinnert te worden, maar langs de andere kant hield ik van die naam. 'Komaan! Hou op met dromen! Ze ontsnappen!' Schreeuwde hij en trok me met zich mee. 'Ze rennen vast de fabriek in, we vinden ze wel, komaan!'

'James, wacht...' Hijgde ik en stopte abrupt. 'Ik kan dit niet... Ik ben hier echt niet voor gemaakt.' Gaf ik toe. 'Jocke, je vader rekent op je! Maak hem toch trots! Verpest het niet weer zoals de vorige keer... Of wil je er nog een paar littekens bij?' De vorige keer dat ik het verknalde, was ik er bijna geweest... Dus nee, dat wilde ik niet opnieuw beleven. 'Nee, je hebt gelijk.' Zuchtte ik. 'Kom dan! We moeten ons haasten!'

Evelien

'Oké Katie, blijf dicht bij mij.' Fluisterde ik toen we de vervallen fabriek hadden bereikt. 'Ik ben bang.' Snikte ze. 'Weet ik, weet ik. Ik ben ook bang... Maar we komen hier weg. Ja, we komen hier weg. En als we hier weg zijn, dan gaan we weer leuke dingen doen. Dan gaan we weer naar de zee of op skivakantie in de winter.' Suste ik. 'We komen hier niet meer weg, hé?' Vroeg ze met een piepstemmetje. 'Natuurlijk wel, blijf gewoon dicht bij mij.' Zei ik en probeerde moediger te klinken dan ik was. 'Je zou me toch nooit alleen laten, hé? Als ze ons vinden blijven we toch bij elkaar?' Ik knikte. 'Ja, we blijven bij elkaar. Wees maar niet bang.'

'Waar zijn mama en papa?' Vroeg ze vervolgens. 'Ik weet het niet.' Gaf ik al zuchtend toe. 'Zijn ze dood?' 'Nee! Nee! Nee! Ze zijn niet dood!' Riep ik. Ik riep. En, man, daar kreeg ik ongelofelijk veel spijt van. Twee jongens in het zwart sprongen plots uit de struiken en renden naar ons toe. 'Lien!' Huilde Katie bang en sloeg haar armen om me heen.

Ik moest improviseren en vlug! Die jongens vielen ons aan en zouden ons wat aan doen. Ik moest snel actie ondernemen, voor het te laat was! Mijn hoofd draaide alle richtingen uit en mijn ogen waren haastig opzoek naar iets wat me op ideeën zou moeten brengen. Nadat ik enkele stappen achteruit zette en glas onder mijn voeten hoorde kraken, kreeg ik een idee.

Ik raapte vlug een stuk glas van de grond en hield het voor me. 'Geen stap dichter of ik doe jullie wat!' Dreigde ik. De onherkenbare personen bleven verrassend genoeg staan. Ik trilde op mijn benen, ik was doodsbang. Het zweet droop van mijn voorhoofd en mijn hart klopte in mijn keel.

'Laat vallen.' Gromde één van de jongens en haalde uit zijn achterzak een pistool dat hij vervolgens op mij richtte. Meteen voerde ik zijn bevel uit. Ik was namelijk bang dat ze Katie wat zouden doen. Het glas spatte kapot toen het de grond bereikte. 'En nu gaan jullie braafjes met ons meekomen.' Beval de andere. 'Nooit!' Riep ik.

Maar ze kwamen dichter en dichter... Rustig blijven Evelien... Het komt goed... Het komt allemaal goed... Ze komen alleen maar rustig naar je toe... Ze zullen je niets doen... Dacht ik in mezelf. Maar mijn angst nam het over.

Ik hield het niet meer vol en nam een groot risico. Ik zette het op een lopen. Katie rende achter me aan, maar ze was lang niet zo snel als ik. 'Ik neem die kleine, jij de ander!' Hoorde ik één van de jongens roepen.

Locked by you [Herschrijving]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu