HOOFDSTUK 19

299 1 2
                                    

Zijn moeder ging op het bed zitten, recht tegenover haar zoon. Jan wist niet wat Marthe had gezegd. Dat hij bedplaste was zeker, maar had ze ook iets gezegd van al de andere dingen die bij haar thuis waren gebeurd, zoals het van de borst krijgen, het flesdrinken, en het onbewust plassen tijdens die momenten ?

Jan had ook nooit gezegd dat hij bij Marthe van de trap was gevallen, ook uit schrik dat het plasongeluk dan boven water zou komen. Hij wist goed genoeg dat hij een slechte leugenaar was. Zwijgen lukte vrij aardig, maar zijn moeder had er geen problemen mee een zogezegd geheim aan hem te ontfutselen eenmaal hij sprak.

Jan wou nog veel minder dat ze al af wist van Els. Het was nog veel te pril, en hij wou dit geheim absoluut nog even voor zichzelf houden. Hij hoopte uit de grond van zijn hart dat Marthe hierover niets had gezegd.

"Wat heeft Marthe gezegd, mama ?"

Hij stelde zijn vraag zo neutraal mogelijk.

"Wat denk je dat ze heeft gezegd ?"

Zijn moeder was niet van plan zomaar veel uit haar gesprek met Marthe te lossen. Ze hoopte dat haar zoon het zelf durfde te zeggen.

"Ik neem aan dat Marthe..., dat Marthe het heeft gehad over enkele eh, ... een paar ongelukjes die er bij haar thuis zijn gebeurd ?", vroeg Jan aarzelend.

"Wat voor ongelukjes ?", lokte zijn moeder verder uit.

Jan besefte dat zijn moeder hem uit zijn tent aan het lokken was, en dat het geen zin had om rond een pot te beginnen draaien. Het bleef even stil, maar dan keek hij zijn moeder aan en raapte Jan al zijn moed bij elkaar.

"Ik heb al een aantal keer in mijn slaap geplast toen ik bij Marthe was. Ik weet niet hoe het komt dat het enkel bij haar is. Ik durfde het gewoon niet tegen jou te zeggen. Sorry, mama."

"Jan, ik begrijp heel goed dat je je schaamde en dat je niet goed wist hoe je dit moest vertellen. Maar Marthe vertelde me ook dat je het niet wou zeggen omdat ik al zoveel had meegemaakt. Wat bedoelde ze daarmee ?"

"Awel ja, mama. Ik wou niet dat je je zorgen om mij moest maken. Je heb al zoveel meegemaakt. Heel het gedoe met ons papa, ik die tot vrij laat heb gebedplast, het feit dat je er altijd alleen voor staat. Ik wou je niet nog meer miserie op de hals halen."

Zijn moeder stond op, ging naast hem staan, en duwde zijn kin naar omhoog zodat hij haar moest aankijken.

"Jij vergeet één ding, Jan. Of dat jij dat nu wil of niet, een moeder maakt zich sowieso zorgen om haar kinderen. Dat is eigen aan kinderen hebben. Je komt verdorie uit mijn buik. Laat de problemen die ik met je vader had maar mijn problemen zijn. Jij hebt jouw geschiedenis met je vader te verwerken, ik de mijne met mijn ex-man. Ik vind het wel heel lief dat je zo bezorgd om mij bent."

Zonder iets te zeggen, deed ze haar armen rond haar zoon, en gaf ze hem een stevige knuffel. Jan voelde onmiddellijk de genegenheid die hij ook bij Marthe voelde, maar dit voelde toch nog dieper aan. Dit ging regelrecht naar de toppen van zijn vingers en tenen. Hij gaf zijn moeder even goed een stevige knuffel terug.

"Hoe lang is dat al geleden dat wij mekaar nog zo een knuffel hebben gegeven. Je zal me misschien maar een oude zaag vinden, Jan, maar ik vond dit eigenlijk heel plezant."

"Je bent geen zaag, mama. Ik vond dat ook heel plezant om dat nog eens te ervaren. Zolang je dat maar niet doet als mijn vrienden er bij zijn."

"Hola, hola, hier komt onze macho naar boven. Mag een moeder niet laten zien dat het haar kindje graag ziet..."

Jan wou reageren, maar hij had schrik dat hij zijn moeder zou kwetsen. Hij hield het maar op "Jawel, mama."

"Jan, iets anders. Marthe zei dat je de voorbije nachten met een luier hebt geslapen, en dat ze ook enkele luiers heeft meegegeven voor de komende nachten. Klopt dit ?"

Jan beaamde dit zonder er iets aan toe te voegen.

"Heeft ze die speciaal voor jou gekocht ?"

Jan legde uit dat haar zus ook in bed plaste, en dat ze altijd luiers in huis heeft voor het geval haar zus bleef slapen. Hij vermeed heel bewust om haar naam te zeggen, uit schrik dat hij een verliefde glimlach niet zou kunnen weerstaan.

Het bleef even stil. Na verloop van tijd verbrak Jan deze stilte.

"Mama, hoe moet het nu verder ? Is er iets mis met me ?"

"Kijk Jan, het is duidelijk dat er iets in je lichaam aan het veranderen is. Maar ik denk niet dat het zo superdringend is. Ik weet nog heel goed dat de dokter die je zeven jaar geleden behandelde, wist te zeggen dat bedplassers soms hervallen.

Als jij dat wil, dan gaan we langs de huisdokter. Besef wel dat we dan terug vertrokken zijn voor de nodige medische onderzoeken. Voor mij maakt het geen barst uit of je in je bed plast of niet. Je bent mijn zoon, en dat gaat altijd zo blijven, wat er ook met jou gebeurt.

Als jij onmiddellijk naar de dokter wil gaan, dan begrijp ik dat heel goed, maar als jij beslist dat je nog even wil afwachten, dan is dat voor mij even goed. Ik geef alleen Marthe groot gelijk dat je voorlopig beter met een luier slaapt."

Jan zat in tweestrijd. Hij wou niets liever dan terug een luier dragen, maar hij wou zijn moeder ook niet het gevoel geven dat hij niets aan het bedplassen wou doen. Langs de andere kant had hij thuis nog geen enkel accident gehad.

Zijn moeder bood hem natuurlijk in eerste instantie een goeie uitweg. De eerste tijd kon hij geluierd zijn, zonder dat hij zich al zorgen hoefde te maken over dokters.

"Ik zou eigenlijk graag nog even wachten met de dokters. Ik heb nog maar enkele ongelukjes gehad. Misschien gaat het vanzelf over."

Jan zat nog met een ander vraagteken waar hij geen blijf mee wist.

"Mama, hoe zit het met ons Lies ?"

"Vroeg of laat ga je het aan je zus moeten vertellen, maar ik zou er nog even mee wachten. Laat ons eens eerst zien of je nog ongelukjes hebt en hoeveel er dat dan zijn. Kan je zelf een luier aan doen ?"

Jan vertelde dat Marthe hem dat had geleerd. Zijn moeder keek wel even vreemd, maar toen Jan zei dat ze dat voor haar beroep ook moest doen, ontspande haar gezicht.

"Je zus gaat niet rap iets in je kleerkast zoeken. Als je de luiers daarin legt, zal ze die niet rap vinden. En er zijn genoeg momenten op een dag dat je een gebruikte luier kan weggooien zonder dat zij het merkt."

Zijn moeder kwam naar hem toe en gaf hem een kus op zijn voorhoofd.

"Maak je maar geen zorgen, lieverd. Voor alles vinden we wel een oplossing. Voor ik het vergeet te zeggen, Marthe gaat me nog enkele webadressen mailen waarop ik nieuwe luiers kan bestellen."

Na dit te hebben gezegd, vertrok ze.

Jan was opgelucht dat dit gesprek erop zat. Diep van binnen wist hij het wel, maar toch was hij blij dat zijn moeder er geen probleem van maakte. Hoe kon hij zo stom zijn te denken dat dit wel zo was.

Hij was verrast dat zijn moeder even later terug stond in zijn kamer.

"Jan, ik heb een vraag voor je, maar je mag gerust weigeren als je het niet ziet zitten, maar mag ik straks je luier aandoen ? Ik zou het nog wel eens willen ervaren om voor mijn klein ventje te zorgen."


WinkeliersterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu