HOOFDSTUK 67

56 1 0
                                    

"En toch blijf ik het maar bizar vinden. Hoe komt iemand nu op het idee om mensen terug te brengen naar hun kindertijd als vorm van therapie."

Mia liet haar scepsis terug horen toen Greet de motor stillegde. Greet voelde aan dat verduidelijking op zijn plaats was, verduidelijking die noch Marian, noch Petra voldoende had gegeven naar haar zin.

"Mia, ik snap wel wat je bedoelt, maar ik weet dat Petra er al veel langer mee bezig is. Petra vertelde me eerder dat ze dit eigenlijk samen wilde doen met een Belgisch-Nederlands koppel die allebei een moeilijke scheiding hadden doorlopen.

De Nederlandse vrouw was een goeie vriendin, al van in haar studententijd. Blijkbaar had haar ex extreme regressiedrang, wat extra lastig viel omdat hun zoon meervoudig gehandicapt was.

Petra vertelde dat het aan de vrouw was blijven kleven wat er gebeurd zou zijn geweest als haar ex wel de juiste therapie had gekregen. De voorspelde vroegtijdige dood van haar zoon was de stap teveel geweest om de nood van haar man te verdragen, en kort na zijn dood is het koppel gescheiden.

Haar nieuwe, Belgische, relatie ging mee in haar gedachtegang. Ze hadden zelfs al een huis in ons land gekocht met het oog om dit om te bouwen tot relatiehuis voor koppels met regressie-ideeën. Trouwens, dat huis was bij jullie ergens in de geburen.

Het hele plan is uiteindelijk niet doorgegaan doordat de vrouw vlak na hun verhuis is verongelukt. Het contact met de nieuwe vriend is verwaterd, maar het idee is altijd blijven sluimeren bij Petra en haar man. Een tijdje terug hebben ze dan Marian mee aan boord genomen."

Jan ritste de rits van zijn slaapcompartiment open en stapte naar buiten. Hij hoorde twee mensen zacht praten en ging nieuwsgierig op het geluid af.

In het licht van de potkaars zag hij Fride en Marthe zitten in de heerlijk zittende kampeerstoeltjes die ze hadden meegenomen. Marthe hoorde het ritsende geluid en had zich al deels omgedraaid.

"Goeienacht, Jan. We hebben je toch niet wakker gemaakt, hoop ik."

"Nee, ik kon toch niet slapen. Ik kom eigenlijk gewoon wat drinken."

"Zet je erbij, Jan. Wil je anders nog wat wijn ? We hebben toch genoeg."

Nog voor hij iets had kunnen zeggen, was Fride al bezig een bekertje te vullen, terwijl Marthe een stoeltje klaarzette. Pas toen hij het bekertje aannam, zag hij dat Lukas in de draagdoek lag te drinken.

"Ik weet het, Jan. Na het kamp gaan we een tijdje bezig zijn om hem terug een goed ritme aan te leren, maar ik wou niet dat hij de rest wakker krijste. Gelukkig was Marthe er om me gezelschap te houden."

Marthe keek hem onderzoekend aan.

"Jan, ik heb zo'n vermoeden dat het niet de warmte is die je wakker hield. Smijt het in de groep, man. Anders blijf je er mee zitten, en ga je sebiet nog niet kunnen slapen."

"Je kent me al te goed, Marthe. Ik maak me al heel de avond zorgen om morgenavond."

Fride reageerde verbaasd,

"Het kampvuur ? Je hebt toch geen schrik van vuur of zo ?"

"Fride, ik denk dat er iets anders hem dwars zit. Wat is de gewoonte tijdens het kampvuur ?"

"Dat er optredentjes zijn, dat er vuur is, en hapjes en drank en iedereen zit er in nachtkledij."

"En wat is Jan zijn nachtkledij ?"

"Dat zie je toch. Die heeft toch gewoon een pyjama aan."

Met dat Fride dit zei, zag ze ook de opbolling ter hoogte van zijn kruis. "En een luier..."

WinkeliersterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu