HOOFDSTUK 31

214 2 0
                                    

Lies zat ongelukkig voor zich uit te staren uit het raam van haar kamer. Beneden haar zag ze de mussen vechten voor het beste plaatsje op de houten schutting die de grens vormde met de achterburen. Ze had het gevoel dat zelfs deze vogels haar zaten uit te lachen met haar ellende.

Zelfs de zanglerares was nu ziek, net nu ze zo hard behoefte had om zich te kunnen verliezen in haar zang. Ze was misschien niet de beste zangeres, maar ze deed het ongelooflijk graag.

Ze schrok op toen er op de deur werd geklopt. Snel wreef ze met haar zakdoek nog even in haar ogen. Ze had zitten huilen, en wou niet dat haar moeder haar zo zag.

Waar ze had verwacht dat haar moeder binnen ging komen, was het haar broer Jan die met haar wou praten. Jan was absoluut geen grote prater, en als hij de moeite deed om naar haar te komen, dan was het tijd om even aandacht aan hem te geven. Aan zijn lichaamstaal te zien, was hij duidelijk niet op zijn gemak.

Lies luisterde geboeid naar zijn verhaal. Tijdens zijn uitleg moest ze onwillekeurig aan haar eigen situatie denken. Ze had het er die zondag eindelijk met haar moeder over gehad. Al meerdere maanden merkte ze dat ze tijdens haar maandstonden ook urine verloor.

Haar moeder had voorgesteld om tijdelijk incontinentieverbanden te dragen als ze haar regels had in plaats van maandverband. Zij zou ze wel gaan kopen. Lies moest zich daar niet mee bezighouden.

Ze was enkele weken eerder naar de dokter geweest en had dit aan haar gevraagd, en die vermoedde eigenlijk een zwakke blaas die extra onder druk werd gezet tijdens haar maandstonden.

Om echt zeker te zijn was extra onderzoek nodig, maar het feit dat zowel zij als haar broer tot vrij laat hadden gebedplast, kon er op wijzen dat het een zwakke blaas was, en dat was medisch gezien niet gevaarlijk, maar wel vervelend.

Nu haar broer zat te vertellen dat hij terug was beginnen bedplassen, viel er in zekere zin een last van haar schouders. Haar probleem werd ineens een pak minder erg dan elke nacht nat worden. Bij haar beperkte het zich tot een week.

Ook was ze nu niet de enige in huis, en verhoogde dit de kans dat het een zwakke blaas was. Ze had heel veel schrik dat het iets veel ergers was, en die kans verkleinde nu.

Last but not least had ze sinds het weekend ervoor nog iets extra ontdekt. Ondanks haar ongemakkelijk gevoel bij luiers had ze ook ontdekt dat die natte luiers haar enorm opwonden. Ze wist niet waar dit gevoel vandaan kwam, maar het gebeurde gewoon.

Als er nu altijd luiers in huis waren... Ze was dan ook meer hardop aan het nadenken dan wat anders toen ze na afloop tegen Jan zei dat ze blij was dat hij dit had.

Onmiddellijk besefte ze wat ze had gezegd. Ze zag ook aan Jan zijn gezicht dat hij gechoqueerd was. De tranen kwamen terug in haar ogen. Hoe kon ze nu zo stom zijn, dacht ze bij zichzelf. Nog voor hij de tijd kreeg om kwaad te worden, ging ze naast hem zitten, gaf hem een knuffel, terwijl ze ratelde.

"Sorry Jan, ik bedoel iets helemaal anders. Laat het me uitleggen. Ik lach je niet uit. Ik was aan iets anders aan het denken. Niet kwaad zijn. Ik vind het zo erg voor jou. Sorry ! Sorry !"

Jan legde snel zijn wijsvinger op haar mond. Hij had al direct gemerkt dat haar eerste reactie niet slecht bedoeld was. Ze was onmiddellijk beginnen huilen, wat ze anders nooit snel deed.

"Liesje, ik zie gewoon dat jij ook iets te vertellen hebt. Ik heb het gedurfd om mijn probleem aan jou te zeggen, en nu is het jouw beurt."

Terwijl hij zijn arm rond haar hield (wat hij eigenlijk nooit deed, maar nu voelde dat goed), begon ze te vertellen. Eigenlijk was het meer ratelen, maar dat kwam door haar extreme zenuwachtigheid. Ze was het eigenlijk niet van plan te zeggen, maar zelfs haar ervaringen van het weekend ervoor kwamen eruit. Toen ze uiteindelijk klaar was, begreep Jan dan ook haar eerste reactie.

WinkeliersterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu