HOOFDSTUK 32

225 2 0
                                    

Els was heel blij met het berichtje dat ze 's morgens van Jan had gekregen.

'Heb gisteren met Lies gepraat. Zij weet van mijn bedplassen, en ik ben van haar ook enkele zaken te weten gekomen. Alles in orde. Tot morgen. Dikke kus.'

Eindelijk zou heel dat stiekeme gedoe niet meer hoeven. Nog één avond geen naam zeggen tegen haar vrienden ging zeker lukken.

Er was dan toch één iets waar ze naar kon uitkijken. Het was al op dinsdag begonnen. Ze was bij Marthe geweest, maar die was heel afwezig.

Ze had een heel slechte dag gehad op het werk met één van haar jongens. Ze mocht niet veel zeggen, maar ze liet blijken dat die jongen een zelfmoordpoging had gedaan op het centrum. Hij leefde nog, maar Marthe was wel van de kaart. Els was blij dat ze haar wat kon helpen, en had Ella van haar overgenomen die avond.

De dag erna had ze met Jan gebeld vlak na school. Ze hadden het even over Marthe gehad, maar verder was het vooral een afreageren van school dat ze hadden gedaan. Pas na het gesprek met Jan had ze gezien dat ze verschillende gemiste oproepen had gehad van haar moeder.

Haar vader had weer een aanval gehad op weg naar het werk. Hij was nog wel van zijn fiets geraakt, maar door zijn troebel zicht was hij gestruikeld over losliggende stenen. Hij had enkele breuken opgelopen en een hoofdwonde.

Toen ze uiteindelijk in het ziekenhuis aankwamen, was haar vader al geopereerd aan zijn voet en hand en lag hij in observatie omdat ze vreesden voor een hersenschudding. Hij moest sowieso minstens één nacht blijven.

's Avonds was Marthe nog langsgekomen met Ella, maar haar vader had heel de tijd dat ze er waren geslapen. Ella was helemaal overstuur dat opa niet wakker werd, en Els was met haar naar de kinderafdeling geweest. Daar was altijd wel wat spelmateriaal te vinden.

Dat gaf Marthe ook de tijd om even langs te gaan bij de jongen van het centrum, die ook in de kinderafdeling lag. Toen ze terugkwam, bleek dat zij de eerste bezoeker was die de jongen had gezien die dag. De tranen gleden over haar wangen toen ze dit vertelde.

Ze hadden nog geen resultaat van het ziekenhuis (het was natuurlijk nog geen acht uur 's morgens), maar Els was blij dat ze na morgen Jan gewoon kon bellen als er iets was. Ze had gisterenavond zo graag Jan zijn stem gehoord. Hij reageerde zelfs niet op haar berichtjes, maar bij Jan was het perfect mogelijk dat zijn gsm plat was, dus ze maakte er zich niet heel druk om.

Ze vond het veel vervelender dat ook Lies onbereikbaar was. Voor zo'n gevoelige zaken kon ze bij Lies altijd terecht. Die reageerde meestal wel snel, maar ook langs haar kant bleef het stoïcijns doof.

Ze sms'te Jan of hij haar na school eerst wou bellen. Ze wou wat langer met hem praten, dus vroeg ze hem om nog niet naar huis te gaan, maar ergens een plekje te zoeken waar hij rustig kon bellen.

Toen Jan die namiddag belde, was Els al wat meer gerustgesteld. Haar moeder had laten weten dat haar vader geen hersenschudding had, maar wel nog enkele dagen in het ziekenhuis moest blijven omdat zijn voet gefixeerd moest blijven. Als alles goed liep zou dinsdag de gips er op kunnen, en zou hij naar huis mogen.

Jan was blij dat hij de vogelkijkhut wist zijn halverwege de school en thuis. Hij had wel aan zijn moeder laten weten dat het wat later ging zijn, maar op voorhand had hij niet gedacht dat het een half uur zou zijn.

In de vogelkijkhut zat meestal toch geen kat. Alleen 's morgens vroeg, 's avonds laat en in het weekend een semi-geïnteresseerde wandelaar. Gewoon overdag zat je meestal alleen, en kon je gerust een privételefoontje doen.

Hij kreeg heel het verhaal te horen van haar vader en Marthe, en ze vroeg hem uit over het gesprek met Lies. Ze vond het wel spijtig dat ze niet de volledige waarheid had verteld over haar periodieke incontinentie, maar begreep het wel heel goed. Niks zo moeilijk als eerlijk te moeten zijn over een genante eigenschap, of dat nu bedplassen is of haar probleem.

WinkeliersterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu