EPILOOG

108 1 5
                                    

"Vrijdag 16 mei, 23 u 48. Proficiat, mevrouw, u hebt zonet een perfect gezond uitziend meisje op de wereld gezet. Hebt u al een naam, mevrouw ?"

Marthe zei met fierheid haar naam.

"Lente, gewoon zoals het jaargetijde, zonder een 'h' tussen", zei ze terwijl haar de schaar werd aangeboden om de navelstreng door te knippen.

Ze richtte zich daarna naar Lies, die compleet bezweet en met tranen in de ogen op het bevallingsbed lag, terwijl de vroedvrouw begonnen was met de nabehandeling.

"Liesje, schat, we hebben er een dochter bij."

Ze boog zich voorover en kust haar liefdevol op de mond.

Meteen erna vertrok Lies haar gezicht van de pijn toen de moederkoek werd afgestoten door haar lichaam. Een minuutje later volgde de geruststellende boodschap dat alles was meegekomen. De bevalling was nu echt achter de rug.


De uren die volgden, sliep geen van beiden. Lies kon niet slapen door de adrenaline en de andere bevallingshormonen die haar wakker hielden. Marthe kon door de spanning ook geen oog dicht doen.

Bovendien werd Lies meer dan de anderen verschoond. Haar incontinentie zou nu extra hard zijn, en de verpleging wilde niet het risico lopen op infecties door te lang contact met urine.

Lies, die van nature al een babbelaar was, kreeg haar mond niet stil. De hele bevalling werd nog eens naverteld, hoe ze 's middags de eerste pijnscheut kreeg, hoe ze om drie uur naar haar moeder belde met de vraag of die Ella van school kon gaan halen, hoe ze tegen zeven uur naar het ziekenhuis gingen, enz.

Marthe moest lachen van genot om haar vriendin. De weinige keren dat het stil was, profiteerde ze ervan om formaliteiten af te handelen. De aangiftepapieren konden al worden getekend, ze stuurde de drukker de juiste geboortegegevens zodat ze de kaartjes later die dag kon ophalen, ze zocht wat te eten voor haar en Lies.


Om vier uur 's nachts merkte Lies dat alles in gereedheid werd gebracht in de box naast haar om daar ook een bed te zetten. Ze had tijdens het bevallen al gehoord dat er in de verloskamer naast haar ook een toekomstige moeder bezig was.

Blijkbaar had het daar veel langer geduurd, maar kwam die nu op de zelfde kamer te liggen. Ze had gehoopt dat ze alleen zou blijven, maar dat werd haar jammer genoeg niet gegund.

Lies voelde eindelijk haar ogen moe worden, en sloot ze. Het lukte nog niet om echt te slapen. Met gesloten ogen hoorde ze het bedje met het pasgeboren kindje binnenrijden, en kort erna het ziekenhuisbed waarop de moeder lag. Ze vond het alleen jammer dat het gordijn niet was toegedaan door de verpleging. Ze had nu geen zin om kennis te maken. Dat zou straks wel lukken.


Ze voelde even later dat iemand zich over haar boog en haar een zacht kusje op de mond gaf.

"Proficiat zusje !"

Lies deed onmiddellijk haar ogen open, en keek in de ogen van Jan, die zijn vinger op de mond had als teken dat ze stil moest zijn. In het bed naast haar lag Els te slapen.

"Wij waren hier zelfs voor jullie, maar bij ons heeft het veel langer geduurd. Wij hebben een zoon, Brecht."

De ogen van Jan blonken van trots toen hij dit zei.

"Weet Marthe dat jullie hier zijn ?"

"Ja, ik heb ze daarnet kunnen verrassen in de gang. Ze heeft haar petekindje al kunnen bewonderen. Maar ik ga mijn petekindje zo direct toch ook eens goed bewonderen. Liesje, wou jij gaan slapen ? Je had je ogen toe, zag ik."

WinkeliersterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu