Time to go

911 75 57
                                    

We kijken haar beide aan na die woorden. Meent ze dat nou? Een uur geleden heeft hij me nog compleet ingemaakt.

'Oh, trouwens,' Melody kijkt me aan, 'leuk of niet, ma is professor toverdranken, dus je zult haar sowieso tegenkomen op Zweinstein.'

'Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ze ons gewoon in de gaten wilt houden,' zegt Dominic, die het spel weer in de doos stopt.

'Nee, om jou in de gaten te houden,' verbeterd Melody hem plagerig. 'En nu helemaal, nu Alec er is,' ze kijkt me even glimlachend aan, en ik glimlach terug.

'Dat mag ik hopen van niet!' zegt Dominic, een tikje geïrriteerd. 'Ik ga echt niet lopen babysitten hoor!'

'Ik bén ook geen baby, dus dat komt mooi uit!' zeg ik, nu ook weer geïrriteerd. 'Ik weet zeker dat ik best mijn eigen vrienden kan krijgen, graag en dank je!'

Melody staat op, en neemt de doos onder haar arm, 'als jullie weer gaan vechten, graag waar ik het niet kan zien,' zegt ze, 'slaap lekker, en morgen vroeg op, want we moeten de trein halen.' Even glimlacht ze ons nog liefjes toe, voor ze de deur achter zich dichttrekt.

'Zolang je maar weet dat je niet achter mijn reet aan moet lopen!' zegt Dominic, zodra ze weg is.

Boos kijk ik hem aan, 'zoek het lekker uit,' zeg ik. Ik trek zijn trui uit, en gooi die bij hem op schoot, terwijl ik opsta en op mijn matras ga liggen.

In stilte liggen we naast elkaar in het donker. De kaarsen zijn uit, en ik zie het licht van de straatlantaarn vaag de kamer in schijnen. Daardoor verschijnen er vreemde schaduwen op het plafond. Ze dansen voor mijn ogen, terwijl ik me af lig te vragen hoe Zweinstein er eigenlijk uit zal zien.

Op Melody en Dominic na, zal ik er verder niemand kennen. En ik ga er vanuit, dat Emma te druk zal zijn met lesgeven, om zich echt met mij bezig te zullen en kunnen houden.

Ik zal een manier moeten vinden om niet over te komen als een te grote buitenstaander op die school.


'Wakker worden!'

Slaperig open ik mijn ogen. Melody staat me in de deuropening grijnzend aan te kijken. 'Kom op, wakker worden slaapkoppen!' ze hijst me aan mijn arm overeind, en na mij is Dominic aan de beurt. Maar voor Melody haar hand ook maar heeft kunnen uitsteken, gooit hij zijn kussen in haar gezicht. 'Waag het niet!' zegt hij, met een zware stem van de slaapdronkenheid.

Ik kan een grijns niet helemaal onderdrukken, terwijl ik opsta, een van mijn nieuw truien pak en aantrek.

'Dan moet je het zelf weten,' zegt Melody, 'maar jij weet net zo goed als ik dat pa een stuk hardhandiger is dan ik.'

We kijken beide naar de bobbel onder de deken, die iets onverstaanbaars gromt.

'Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb,' zegt Melody schouderophalend. 'Tot zo beneden Al,' ze zwaait even naar me, en gooit dan de deur achter zich dicht.

Ik sta me net in mijn broek te hijsen, als Dominic toch overeind komt. Even ontmoeten onze ogen elkaar. Maar hij stapt uit bed, en raapt zijn kussen van de vloer.

'Nou, laten we onze koffers dan maar inpakken,' zegt hij vaagjes, en hij trekt twee hutkoffers achter een van zijn posters vandaan.

Een van de twee geeft hij aan mij, en zelf gooit hij die van hem open, en begint zijn spullen erin te gooien.

'Waarom zijn meisjes zo goed in vroeg opstaan,' hoor ik hem brommen, als ik net bezig ben om mijn spullen netjes in mijn hutkoffer te stoppen. We kijken tegelijk op, als de deur opnieuw opengaat, en Fenrir de kamer inkijkt.

'Ah, ik had al zo'n vaag vermoeden dat de dreigementen van je zus genoeg zouden zijn om je op te doen staan,' zegt hij droogjes, als hij Dominic ziet.

Ik schiet in de lach, en sla vlug mijn hand voor mijn mond, als de twee me aankijken. Dominic boos, Fenrir geamuseerd, 'ik zie jullie zo wel aan het ontbijt.' Hij neemt de moeite niet om de deur dicht te doen als hij zich omdraait en wegloopt. We horen hem fluitend de trap aflopen.

'Lach maar,' zegt Dominic chagrijnig.

'Ja, dat doe ik ook,' zeg ik, hooghartig. Ik ben blij dat Melody weet hoe ze haar broer op zijn plek moet zetten. Ik sta op, 'ik mag Melody wel.'

Meteen staat Dominic op, loopt naar de deur, en gooit hem dicht, 'je moet niet denken dat je ook maar een kans bij haar maakt!' sist hij.

Ik trek een wenkbrauw op, 'ik zei alleen maar dat ik haar mag, Dominic,' zeg ik. Ik pak mijn hutkoffer, trek de deur open, en loop langs hem heen.

'Ah Al!' Emma, die net de gang ik komt lopen, ziet me op de gang staan, 'je mag je hutkoffer hier laten staan, dan gaan we eerst even ontbijten. Is Dominic ook al bijna klaar?'

'Eh- ja, dat denk ik wel,' zeg ik, terwijl ik achter haar aan de keuken in loop.

Ik moet denken aan Dominic's woorden van gisteravond. Dat ik zijn ouders eigenlijk op mijn blote knieën zou moeten bedanken dat ze me in huis willen hebben.

'Alec? Ga toch lekker zitten jongen,' zegt Fenrir, en hij kijkt me aan.

'Eh- ik- wil jullie graag bedanken,' stamel ik. 'Voor- nou- alle zorgen,' mijn stem word zachter en zachter.

Emma glimlacht, 'graag gedaan Alec,' zegt ze, en ik kan de dankbaarheid in haar stem horen. 'Maar we vinden het niet meer dan normaal om je op te vangen. Het is niet niks dat je is overkomen.'

Ik glimlach maar een beetje, en knik voor ik ga zitten. Tot mijn afschuw zie ik Dominic in de deuropening van de keuken staan. Ik voel mijn wangen kleuren en kijk naar het tafelblad. Had hij niet nog even kunnen wachten met naar beneden komen?

Maar hij wenst iedereen alleen maar goedemorgen, voor hij tegenover me komt zitten.

Ik voel een schop tegen mijn schenen, en als door de bliksem getroffen kijk ik op. Dominic kijkt me recht aan, en glimlacht, 'dank je,' zie ik hem geluidloos zeggen terwijl hij een boterham pakt.

Ik weet niet hoe ik zou moeten reageren, dus pak alleen maar een boterham die ik besmeer met jam. Dat was de eerste keer dat hij vriendelijk was, en het, als ik het goed beoordeel, meende.

Die avond dat hij het koude washandje in mijn gezicht kwakte omdat ik een paniekaanval had, reken ik niet mee. Aangezien hij er niet echt op leek te wachten zoiets te moeten doen.

Maar nu...


'Zijn jullie klaar om te gaan?' Emma staat in de gang op ons te wachten.

'Bijna!' roept Fenrir, die Melody een duwtje de keuken uit geeft, naar haar moeder toe.

Als wij ook klaar zijn, zeggen we Cormac gedag, die bij de voordeur blijft staan, tot we de collectebus zijn ingestapt.

Ik kijk het huis met gemengde gevoelens na. Daar ligt de poort naar mijn eigen wereld... en die zie ik niet meer tot de kerstvakantie.

Ik zal maanden vast zitten in deze wereld.

Dat zit je al.

'Al?'

'Hm?' ik kijk op. Melody kijkt me nieuwsgierig aan, 'waar denk je aan?'

'Thuis,' geef ik toe.

'Was het daar beter dan hier?' vraagt Melody door, en ik merk dat Emma, Fenrir, en Dominic meeluisteren.

Ik glimlach naar haar, terwijl ik nog een laatste keer omkijk naar Grimboudplein twaalf.

'Nee.'

Lost in Harry Potter: The ConnectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu