Face to Face

614 62 9
                                    

Ik frons. Het is rustig in de school.

Bijna té rustig.

Borg loopt achter me, 'waar is iedereen?' zegt hij zacht, terwijl we door een van de lange gangen kijken.

Ik slik, wil ik het antwoord wel weten?

Niet te geloven dat ik hier les gekregen heb. Het kasteel ziet er van binnen helemaal niet meer uit zoals ik het me herinner. De portretten en schilderijen zijn van de muur gehaald, en de kale plekken zijn duidelijk zichtbaar.

Het is alsof er een stille, onzichtbare storm door het kasteel gewoed heeft.

Er brandt geen kaars, en het is compleet stil. Zelfs de geesten zweven niet rond.

Ik bijt op mijn lip, en kijk nog een keer om me heen, 'ik stel voor dat we naar het kantoor van Ginny gaan,' zeg ik.

'Ik volg je,' bromt Borg. Even kijk ik achterom, en als hij me ziet kijken trekt hij even een wenkbrauw op. Maar ik glimlach, blij met het vertrouwen dat hij in me heeft.

Ik loop de gang in, en richting het kantoor.

Zo snel we kunnen lopen we richting de waterspuwer. Halverwege draai ik me half om, 'we moeten een wachtwoord hebben,' zeg ik zacht.

'We roepen wel wat,' zegt Borg. Ik kijk hem aan, maar zelf heb ik geen beter idee, dus ik doe het ermee.

Als we eindelijk voor de waterspuwer staan, kijk ik ernaar op. Ik ben nog nooit in het kantoor van Ginny geweest, bedenk ik me.

'Voldemort!' roept Borg als eerste.

Tot onze beide verbijstering, schuift het gevaarte opzij, en legt een trap vrij.

'Hoe-' stamel ik.

'Een gokje op goed geluk,' antwoord Borg, die me meetrekt de trap op naar boven. Het is donker en we zijn op onze hoede. Met onze toverstokken in de aanslag, duw ik voorzichtig de deur open.

Maar er is helemaal niemand.

We lopen naar binnen, en kijken rond. Er hangen allemaal schilderijen, en- alle ogen van die schilderijen zijn op ons gericht!

'Jullie zijn Ginny niet!' snauwt er eentje.

Borg fronst, 'hoe is het met Ginny?' vraagt hij voorzichtig.

De man op het schilderij doet zijn mond open, maar het antwoord komt ergens anders vandaan.

'Ze gedraagt zich vreemd.

Met een ruk draaien we ons om. Het was een man op een groot schilderij dat antwoord gaf. Hij is helemaal in het zwart gekleed, zijn haar is al net zo zwart, en hij heeft een streng gezicht.

Als hij mijn gezicht ziet, zie ik een blik van herkenning, en hij doet in zijn doek een stapje achteruit. 'Jij bent de zoon van mijn vrouw!'

Mijn ogen worden groot, ho wacht even, wat?

'De Halfbloed Prins!' roep ik, 'dat bent u! Ik heb uw portalen gelezen!'

Hij trek een wenkbrauw op, en blijft me aankijken, 'jij bent Sirius' zoon.' Het is een conclusie, geen vraag, dus ik knik.

Severus Sneep fronst, 'maar- Robin's zoon is toch opgevoed door Dooddoeners?'

Ik schud mijn hoofd, 'ze kreeg een tweeling,' zeg ik timide. 'Olivier opgevoed door Dooddoeners...'

Severus kijkt even van de een naar de ander, maar Borg kijkt rond, om er zeker van te zijn dat er echt niemand is. 'Waar kom je vandaan?' vraagt Severus aan me.

Lost in Harry Potter: The ConnectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu