St. Mungo's

704 67 45
                                    

We nemen Kaileigh ook mee naar buiten, en daar aangekomen, leggen Borg en ik onze hand op Fenrir's schouder.

En we verdwijnen in het niets.

In een nauwe straat verschijnen we weer, en we volgen Fenrir, die vastbesloten naar een lege etalage loopt. Het enige dat we zien, zijn een paar oude paspoppen.

Fenrir pakt Kaileigh bij haar pols, en trekt haar mee.

Tot mijn verbazing verdwijnt hij dwars door de muur, naast de etalage.

Ik knipper met mijn ogen, en kijk even naar de plek waar Fenrir verdween.

Borg loopt ook langs me heen naar binnen.

Even kijk ik om me heen, om zeker te weten dat niemand me kan zien verdwijnen, als ik door de muur loop. Maar er loopt niemand langs.

Dus volg ik Fenrir en Borg.

Ik kom binnen in een grote witte ruimte, en ik meteen zie ik Fenrir en Borg met Kaileigh bij de balie staan.

'Ze is een Dreuzel, maar ze heeft teveel van onze magische wereld gezien, dus hebben we haar geheugen moeten modificeren,' hoor ik Fenrir zeggen.

Ik bijt op mijn lip, en weet niet zo goed wat ik er nou van moet vinden dat Kaileigh in deze wereld blijft. Had ze niet gewoon beter weer naar huis gestuurd kunnen worden?

De vrouw achter de balie kijkt even naar Kaileigh, en knikt dan, 'er komt zo een Heler naar u toe,' zegt ze, 'u kunt plaats nemen,' ze wijst naar de wachtkamer, en met zijn vieren gaan we zitten.

'Dus,' zegt Borg.

Fenrir kijkt hem aan.

'Ze spendeert de rest van haar leven hier,' voegt Borg eraan toe.

'Jij modificeerde haar geheugen Borg,' werpt Fenrir in, die Kaileigh bij haar bovenarm vastheeft, omdat ze naar een vleesetende plant blijft lopen.

'Dat was jullie idee,' zegt Borg, en hij slaat zijn benen over elkaar. 'Het was alleen mijn idee haar hierheen te brengen. Trouwens, als we het aan Alec over hadden gelaten, had ze nu misschien kwijlend naast je gezeten.'

'Ik zit naast je,' zeg ik droogjes.

'Maar ik heb wel gelijk,' Borg kijkt me glimlachend aan, en ik kan hem ook geen ongelijk geven, dus houd ik mijn mond.

Fenrir zucht, als we eindelijk geroepen worden door een Heler, en we lopen met zijn allen mee.

'Wat is er aan de hand?' vraagt de Heler, terwijl Fenrir Kaileigh naar voren duwt.

'Ze is een Dreuzel, en we hebben haar geheugen moeten modificeren,' zegt hij.

De Heler kijkt het meisje aan, 'weet je nog hoe je heet?'

'Kaileigh,' zegt Kaileigh.

'Achternaam?'

'Price.'

'En waar kom je vandaan?'

Kaileigh kijkt de Heler even aan, en begint dan hard te lachen, 'we stonden op het Grimboudplein, en daarna kwamen we ineens in hun huis terecht,' ze wijst naar Fenrir en Borg.

Fenrir en ik schrikken, maar Borg knijpt zijn ogen een beetje samen.

De Heler kijkt ons aan, 'hebben jullie enig idee waar ze het over heeft?'

Heftig schud ik meteen van "nee", en ook Fenrir schudt zijn hoofd.

'Jij?' de Heler kijkt Borg aan, maar die haalt zijn schouders op.

'We gaan onderzoeken hoeveel van haar geheugen ze is verloren,' zegt de Heler, 'maar ze moet hier blijven.'

Fenrir knikt, 'dan laten we haar aan jullie zorgen over,' zegt hij.

We draaien ons om, en Borg en Fenrir lopen voor me uit weg. Maar ik draai me bij de deur nog even om.

Kaileigh zit zacht zingend met een knoopje te spelen.

Het spijt me...

Uiteindelijk draai ik me om, en loopt achter Fenrir en Borg aan.

'Goed, waar gaan we heen?' vraag ik, als we buiten staan.

Fenrir pakt mij en Borg bij onze schouder, en we verdwijnen.

Middenin een bos, komen we weer tevoorschijn.

'Voor je de tent op zet, wil ik precies weten wat er aan de hand is!' zegt Borg meteen, en hij slaat zijn armen over elkaar.

'Ik weet niet of je die waarheid al aankan,' zegt Fenrir, die toch de tent uit de tas pakt.

'Try me,' zegt Borg uitdagend, en hij trekt een wenkbrauw op.

Fenrir kijkt mij even aan, 'alleen als jij hem ook vertrouwt, kunnen we het verhaal vertellen,' zegt hij.

Ik bijt op mijn lip, en kijk Borg aan, Als ik even buiten beschouwing houd dat hij me meermalen dreigde op te eten, heeft hij me al vaker geholpen dan bedreiging geuit. En hij draagt samen met mij het geheim dat ik gebeten ben...

'Ik kom niet uit deze wereld,' flap ik eruit. De twee broers kijken me aan. Fenrir verrast, ik denk omdat ik Borg in vertrouwen neem. Borg verbaasd, waarschijnlijk had hij niet verwacht dat ik ook daadwerkelijk iets zou zeggen.

Hij is de eerste die op een van de stronken gaat zitten, 'niet uit deze wereld?'

'Ik kom uit een wereld waar de verhalen van Harry Potter een boekenreeks zijn,' leg ik uit. 'Ik kom uit een wereld waar magie helemaal niet bestaat.'

Borg fronst, 'wacht even, ik heb dit verhaal toch eerder geh-' hij kijkt Fenrir aan, 'Fen, ik heb jou een keer iets horen zeggen over Robin,' zegt hij. 'Toen je nog voor Jeweetwel werkte. Dat ze een vreemd soort geur om zich heen had hangen. En zij is degene geweest die samensmolt met Jeweetwel.'

Fenrir kijkt zijn broer aan, 'dat je dat onthouden hebt,' zegt hij. 'Dat was ik alweer vergeten.'

'Eh-' zeg ik voorzichtig, en Borg kijkt me weer aan. 'Robin is mijn moeder,' zeg ik zacht.

'Dat kan niet,' zegt Borg, 'volgens de verhalen heeft ze een verloren gewaande zoon.'

'Twee,' verbeter ik hem.

Borg kijkt me niet-begrijpend aan.

'Ik ben er een van een tweeling. Daar zijn Fenrir en ik een paar weken geleden per toeval achter gekomen.'

'We waren in eerste instantie bang dat je voor zijn broer werkte,' gromt Fenrir.

Borg fronst, 'ik ben wel een paar keer benaderd door iemand,' zegt hij voorzichtig, en meteen kijken Fenrir en ik hem met grote geschrokken ogen aan.

Borg steekt meteen verdedigend zijn handen in de lucht, 'ik ben er toen niet op in gegaan, omdat ik hun "betalingen" niet aantrekkelijk genoeg vond,' zegt hij.

Ik laat mijn ingehouden adem ontsnappen.

'Hoe zag degene die je benaderde eruit?' vraagt Fenrir.

'Het was een jong meisje,' zegt Borg, 'ze zal hooguit zestien of zeventien zijn geweest. En ik vermoed dat ze nog op Zweinstein zit, of zat.'

'Dat zou René wel eens geweest kunnen zijn,' zeg ik. 'En anders was het Claire.'

'En wat was het offer?' vraagt Fenrir.

'Zijzelf,' zegt Borg.

Fenrir kijkt hem aan alsof hij het verkeerd verstaan heeft, 'wat?'

'Zoals ik het zeg, zijzelf was het offer,' zegt Borg, 'niet dat ze erom stond te springen opgegeten te worden.' Hij haalt even een hand door zijn haar.

'Kwam ze wel om opgegeten te worden dan?' vraagt Fenrir.

Er speelt een grijns omBorgs lippen, 'nee.'   

Lost in Harry Potter: The ConnectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu