Taken

587 59 48
                                    

A/N: Dekens, warme choco met slagroom en koekjes zijn bij mij af te halen.

-----------------------------------------------------------------------------------

Het valt even stil tussen ons, terwijl ik die informatie even tot me laat doordringen.

Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt Claire me aan, 'dus?'
'Dus wat?'

'Ga je of niet?'

Ik sta op, en klop mijn kleren af, 'ja. Ga je mee?'

Verbaasd kijkt ze me aan, 'wil je dat dan?'

'Anders zou ik het niet vragen,' ik grijns.

Ze glimlacht, en knikt, 'oké.' Ze pakt mijn hand, en we verdwijnen in het niets.

Ik knipper met mijn ogen, als we weer met beide benen op de grond belanden. De plek waar we zijn is klein en besloten. Maar het is dan ook maar één persoon die hier kampeert.

Voorzichtig loop ik naar de tent, 'Fenrir!?' roep ik half fluisterend. In de hoop niets te verstoren.

Claire loopt achter me aan, en kijkt om zich heen, zoekend scant ze de omgeving. Ik duw de flap van de tent weg, Fenrir ligt op bed, ogen gesloten.

Ik knijp mijn ogen wat samen, het gaat niet goed met hem!

'Claire!' ik loop snel de tent binnen, en voel met mijn hand Fenrir's voorhoofd. Hij heeft hoge koorts, en ligt te rillen.

Ik draai me om naar Claire, maar die staat al klaar om water te koken voor thee.

Zolang Fenrir ziek is kunnen we geen kant uit...

'Fenrir!?' probeer ik hem wakker te krijgen uit zijn koortsdroom. 'Fenrir!'

Langzaam doet hij zijn ogen open, maar als hij me ziet schiet hij overeind, en grijpt naar zijn toverstok, 'blijf uit mijn buurt!'

Waar hij me ook voor aanziet, hij is aan het ijlen.

'Rustig! Ik ben het, Alec,' zeg ik kalmerend. Ja hoor, sta ik hier een volwassen weerwolf te vertellen rustig te doen.

Fenrir's pupillen blijven groot, en hij laat zijn toverstok niet zakken, 'als je met je vingers aan mijn familie hebt gezeten!' snauwt hij.

Wacht even- hij ziet me aan voor mijn tweelingbroer...

Hulpzoekend kijk ik achterom.

Claire komt met thee naar ons toelopen, en ze trekt zonder pardon Fenrir's toverstok uit zijn hand, 'Fenrir, dit is Alec, niet Olivier,' zegt ze, en ik ben verbaasd dat ze de emotie "bezorgdheid" kent, want zo klinkt ze. 'Je bent ziek, en aan het ijlen,' voegt ze daaraan toe, en geeft Fenrir de kop thee. 'Hier knap je van op.'

We kijken elkaar aan.

'Meer kunnen we nu niet doen,' zucht Claire, 'en hem verplaatsten in zijn toestand is geen goed idee.'

'Dan blijven we hier,' ik loop naar de tafel, tover er nog een stoel bij, en ga zitten.

Claire volgt mijn voorbeeld, en leunt met haar kin in haar hand op tafel. Een tijdlang zwijgen we, en zijn bij onze eigen gedachten.

Ik staar naar buiten, en als na lange tijd mijn ogen weet los te maken van de buitenwereld, kijk ik Claire even aan.

Ze zit me recht aan te kijken, en even trek ik een wenkbrauw op, 'wat is er Claire?'

'Je weet het, toch?' zegt ze plompverloren.

Niet-begrijpend kijk ik haar aan.

'Dat- dat ik Borg-'

'Oh dat,' zeg ik meteen, om haar de schaamte van het hardop uitspreken te besparen, 'ja, dat weet ik.'

'Vind je het niet erg?'

Ik kijk haar aan en glimlach, 'je bent ook maar een mens Claire. En je kiest er niet voor, voor wie je gevoelens krijgt.'

'Zoals jij toen voor Dominic?'

Ik kijk haar aan, 'dat wist je?'

Ze knikt, en tekent figuurtjes in het houten tafelblad, 'waarom ging het uit tussen jullie?'

'Omdat ik technisch gezien dus hun oom ben,' antwoord ik, en ik sla mijn benen over elkaar. 'Ik ben niet zo'n voorstander van- nou dat.'
Ze grinnikt zachtjes, 'hoe wist je eigenlijk wat ik voor Borg voel?'

'Ik ben een weerwolf Claire,' ik leun met mijn kin in mijn handen en kijk haar aan, 'daar heb ik een neus voor.'

'Weet je dat ik je heb benijd,' zegt Claire, die me niet aan durft te kijken, 'dat jij- hem hebt.'

'Klinkt het cliché als ik zeg dat er voor jou ook iemand rondloopt?' zeg ik voorzichtig.

'Ja.'

'Oh.'

Ze glimlacht voorzichtig, 'ik weet het wel. Maar toch.'

Tegelijk kijken we op, als Fenrir zich begint te roeren, en overeind in bed gaat zitten. Verward en bezweet kijkt hij ons aan, 'wat- doen jullie hier?'

'Ah, je bent wakker!' zeg ik, en ik sta op. 'Hoe voel je je?'

Fenrir kijkt ons nog steeds verdwaasd aan. Als hij niet ziek zou zijn geweest, zou ik erom gelachen hebben, want het ziet er best grappig uit hoe hij zit te kijken.

'Hier,' zonder antwoord op zijn eerdere vraag te geven duw ik hem de kop thee die Claire heeft gemaakt in handen.

Hij kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan, maar neemt dan toch een slok. Meteen zie ik zijn schouders ontspannen, 'ah dat is lekker,' zegt hij.

'Hoe voel je je?' vraag ik opnieuw.

'Vrij beroerd.'

'Zo zie je er ook uit,' zegt Claire, die is blijven zitten.

Fenrir kijkt haar aan, 'wat doe jij hier?'

'Oh ik ben met Al meegekomen,' Claire glimlacht liefjes, en maakt een handbeweging naar mij toe.

'Tuva is naar ons toegekomen,' zeg ik voorzichtig. 'Met je- vermoedens over Emma en de tweeling.'

Fenrir kijkt me fronsend aan, 'wat?'

Nu frons ik ook, 'Tuva is naar ons toegekomen, met je vermoedens over Emma en de tweeling,' herhaal ik.

Fenrir blijft me fronsend aankijken.

Door zijn blik, voel ik angst in mijn hart kruipen, 'Fenrir?' langzaam doe ik een stap achteruit, 'wat is er aan de hand?'

Fenrir kijkt me aan, 'waar is Tuva nu?' vraagt hij dwingend.

'Bij ons,' zeg ik. 'Bij mij en Borg.'

'Dus- Borg is alleen met haar?' vraagt Fenrir.

Ongelovig doe ik nog een paar stappen achteruit, maar dan draai ik me om, ren naar buiten, en verdwijnsel. Zonder Claire mee te nemen.

Meteen als ik weer op de plek kom waar ik ook verdwijseld ben, zet ik het op een rennen. Naar de tent.

In mijn hart voel ik angst opborrelen. Mijn hele lijf reageert op de angst, en als ik onze kampeerplek zie, blijf ik als aan de grond genageld staan.

Het is leeg.

Compleet verlaten.

Het thee servies ligt vergeten en omgevallen in het gras, en de koekjes liggen ook verkruimeld op de grond. Het bord waar ze op lagen is verbrijzeld. En de schrik slaat me helemaal om het hart als ik bloedsporen zie lopen.

Een sleepspoor.

Ik voel mijn ademhaling versnellen, en ik loop naar de dichtstbijzijnde boom.

Mijn hand grijpt in de bast, mijn vrije hand ligt op mijn borst, terwijl ik mezelf tot de orde probeer te roepen.

Uiteindelijk zak ik op mijn hurken, en druk mijn hoofd tussen mijn knieën. Bij duizeligheid werkt dat ook, toch?

Ik moet niet achterom kijken.

Ik moet mijn zintuigenuitschakelen. Want als ik me te erg concentreer op mijn wolvenzintuigen, weetik dat ik Borg niet meer kan ruiken...

Lost in Harry Potter: The ConnectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu