Hogsmeade

729 68 46
                                    


Dominic P.o.V


Ik kijk naar mezelf in de spiegel, en haal een hand door mijn haar. Niet dat dat veel zin heeft, aangezien het toch weer alle kanten op springt. Ik leun op de wasbak, en mijn gedachten dwalen af.

Ik heb beloofd mee te gaan naar Zweinsveld vandaag. Maar- sinds Alec me heeft verteld wat hij voor me voelt-

Verdomme!

Ik laat water in de wasbak stromen, en gooi het koude water in mijn gezicht.

Je kan het gewoon niet hebben dat hij je voor was Dominic...

En het ergste is nog wel, dat ik hem aan het afstoten ben. Dat is juist het tegenovergestelde van wat ik wil. Opnieuw gooi ik een plens water in mijn gezicht, en denk aan het gesprek dat ik een paar dagen geleden met Mel voerde.

'Dom, als je niet eerlijk tegen hem bent, ben je hem helemaal kwijt. Dat weet jij toch ook?'

'Oh, sorry. Ik wist niet dat jij hier was.'

De haartjes in mijn nek gaan overeind staan, en ik draai me om. Alec staat me aan te kijken.

'Dus? Jij bent toch ook een jongen? Dan kun je toch gewoon binnen komen?' ai, dat komt er korter uit dan mijn bedoeling is, en even zie ik Alec fronsen.

Meteen heb ik er spijt van dat ik het heb gezegd. 'Sorry,' mompel ik dan ook, en laat de wasbak leeglopen. 'Ga je gang.' Ik maak een vage handbeweging door de ruimte, en loop langs hem heen. Zijn schouder raakt die van mij maar een fractie van een seconde. En toch voelt het alsof ik een elektrische schok krijg.

Ik ben net bij de deur, als Alec zin mond opent;

'Wat heb ik eigenlijk verkeerd gedaan?'

Als aan de grond genageld blijf ik staan.

'Niet dat het me verder iets boeit ofzo,' voegt hij eraan toe, 'maar ik vraag me wel af waarom je me doodzwijgt.'

Normaal was ik altijd van het confronteren. Sinds wanneer zijn de rollen omgekeerd? Ik blijf staan waar ik sta. Niet wetende of ik in staat ben mijn trots in te slikken, en hem te vertellen hoe het zit.

'Nou?'

Ik draai me om.

Met over elkaar geslagen armen staat hij me met een opgetrokken wenkbrauw aan te kijken, hij ziet er ongeduldig uit. Ik kan het niet. Opnieuw, kan ik het niet. Ik blijf hem het antwoord schuldig, draai me weer om, en loop weg.

Stilletjes zitten we aan het ontbijt.

'Ik denk dat het meer zin heeft als wij gewoon samen gaan, Oskar,' zegt Esmee, en tegelijk kijken ik en Alec haar aan.

'Dacht het n-'

'Jullie kunnen je weer bij ons voegen als je het uitgepraat hebt met zijn tweeën,' zegt ze hooghartig, en ze kijkt ons streng aan. Oskar kijkt van mij naar Alec, en knikt, 'ik geloof dat ik het met je eens ben, Es,' zegt hij met een glimlach. 'Als jullie niet uitpraten wat er aan de hand is, ook geen uitstapjes naar het Ministerie,' dat laatste zegt hij zachtjes. 'We moeten dan, juist dan, samen kunnen werken, en als jullie alleen maar kunnen mokken, gaat het fout.' Na die woorden staat hij op, 'kom Es,' hij pakt haar hand, en hijst haar overeind.

'Ik heb ze nog nooit zo eensgezind gehoord,' mompel ik, en ik drink mijn laatste beetje drinken op.

Alec kijkt me bedenkelijk aan, 'zullen we maar gaan?' stelt hij voor. 'Je kan niet ontkennen dat hij een punt heeft.'

Ik knik, pak mijn jas en sta op.

Als we buiten komen, blijkt het te regenen, en ik trek de capuchon van mijn trui ver over mijn hoofd. Ondanks de regen, valt het mee met de kou.

'Dus,' zegt Alec, als we door de modder naar Zweinsveld lopen.

'Dus,' herhaal ik timide.

'Jij zwijgt me dood, en toch wil je mee. Ik zie je naar me kijken, en toch weet je me te negeren,' zegt Alec, 'als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat jij ook verliefd bent op mij.'

Ik frons, beter zou w- waar heeft hij het over? Ik kijk hem net zo fronsend aan, 'wat?'

'Precies wat ik zeg Dominic. Als je niks voor me voelt moet je dat gewoon zeggen!' zegt Alec. Zijn haren plakken aan zijn gezicht, en hij kijkt me verontwaardigd aan. Even kijk ik om me heen, pak hem dan bij zijn hand, en trek hem mee, de weg in naar het Krijsende Krot. Met dit weer komt daar toch bijna niemand.

'Dom-'

'Wil je even je klep houden?' ik kijk hem aan, en stop met lopen. Alec klapt nog echt zijn mond dicht ook, en kijkt me vragend aan.

'Waarom het "als ik niet beter zou weten"?' ik maak aanhalingstekens in de lucht. 'Ga me geen dingen in de mond leggen Al.'

'Dan moet jij duidelijk zijn in watje wilt!' Alec gooit zijn armen in de lucht, en leunt tegen één van de bomen. Boos kijkt hij me aan, 'op deze manier hoeft het voor mij namelijk niet meer. Dus of je geeft me gewoon antwoord, of bij deze beëindigen we, wat het ook is dat we hebben.'

Lamgeslagen kijk ik hem aan, dat meent hij toch niet? Maar één blik op Alec, en ik weet dat hij het dus wél meent. Heeft hij überhaupt wel gehoord wat ik zei?

'Je zwijgen spreekt boekdelen!' zegt Alec, en ik hoor bitterheid in zijn stem doorklinken.

Hij heeft alle ruimte gehad weg te lopen. Maar hij staat er nog steeds. Zijn lichaamshouding laat zien, dat hij eigenlijk helemaal niet weg wílt.

'Ga dan,' zeg ik dan ook uitdagend. 'Je had allang weg kunnen lopen, maar dat heb je niet gedaan,' ik kijk hem aan.

'Omdat ik een-' geagiteerd kijkt hij op, als er een stelletje hand in hand naar het Krijsende Krot kijken, en we houden beide onze mond. Onze ruzie gaat hen niets aan.

'Ik heb gehoord dat het er spookt,' zegt het meisje.

'Ik bescherm je wel hoor,' zegt haar vriend, en hij slaat zijn arm om haar heen.

Ik rol met mijn ogen, als ze gaan staan zoenen samen.

Mijn blik vangt die van Alec, en die ziet er net zo ongemakkelijk uit, als dat ik me voel.

'Kunnen jullie dat lekker ergens anders gaan staan doen?' zeg ik nogal luid, en ik voel alle ogen meteen op me gericht. Ik sla mijn armen over elkaar, prima, laar mij de boeman maar weer zijn. Dat ben ik wel gewend.

Beledigd loopt het stel weg, en laten Alec en mij weer alleen achter. Even blijft het stil.

'Ik wilde dus zeggen dat ik een antwoord wil,' zegt Alec, en hij kijkt me aan.

De regen is inmiddels dwars door mijn capuchon aan het sijpelen, en er hangen kleine druppeltjes water in de punten van mijn haar. Een beetje te ruw trek ik mijn capuchon af, en draai me naar Alec toe.

Hij staat me uitdagend aan te kijken.

Mijn hart bonkt me in mijn keel, maar ik buig me iets naar voren, 'prima, dan krijg je je antwoord,' zeg ik stilletjes, en druk mijn lippen tegen die van hem.

Lost in Harry Potter: The ConnectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu