Split

727 64 34
                                    

Ik trek meteen een vies gezicht, en Fenrir kijkt Borg aan, 'en ze was hooguit zeventien?!' zegt hij, nogal in shock.

Borg knikt, 'ik heb haar weggestuurd,' zegt hij.

'Dit soort "onderhandelingen" gingen in mijn tijd toch anders,' mompelt Fenrir, terwijl hij de tent op zet.

'Welkom in de toekomst, ouwe,' zegt Borg, en hij grinnikt.

Fenrir kan een glimlach niet helemaal onderdrukken, 'ik ben al blij dat je nergens op in gegaan bent,' zegt hij.

'Al was ik wél geïnteresseerd geweest in dat meisje, had ik het nog niet gedaan,' zegt Borg. Hij staat op, en helpt zijn broer.

Ik zie Fenrir even opzij kijken naar Borg, terwijl ik zelf ook opsta.

Even rek ik me uit, en loop dan weg.

Fenrir heeft wel de mooiste plekken om zich te verstoppen. Dat is me in de weken dat we samen hebben gereisd wel duidelijk geworden.

En soms denk ik dat we helemaal niet meer in één en hetzelfde land zitten.

Nu wel. Ik voel het gewoon.

Het is heuvelachtig, en droge dennennaalden knisperen onder mijn schoenen, terwijl ik wat takken aan de kant duw om het pad te blijven volgen dat ik loop.

Loofbomen en dennenbomen staan door elkaar heen, en verspreiden een zoete geur door het bos.

Stokstijf blijf ik staan, en snuif nog een keer. En nog een keer.

Mijn reukzin... is nu al beter dan het ooit was.

Mijn hart begint sneller te bonken, en ongewild schiet mijn hand naar mijn nek, waar de wond zit. Maar ik voel alleen maar de zachte stof van Borgs vest onder mijn vingers, en niet de ongelijkheid van de wond, die ik nog vaag voel prikken.

Snel loop ik naar een boom, en leun er met een hand tegenaan, terwijl ik mijn ademhaling voel versnellen.

Briljant, een paniekaanval net nu ik alleen ben...

Blijf rustig, kom op, blijf rustig adem-

Ik begin te hoesten, als ik probeer weer normaal op adem te komen, en ik zak door mijn knieën op de zachte bosgrond.

Mijn hand schraapt langs de ruwe bast van de boom, en ik voel dat ik mezelf open haal. Reageren, doe ik niet.

Ik ben een weerwolf. Een fucking weerwolf.

En ondanks dat het in mijn gedachten is geweest er een te worden, had ik dat idee al van me afgeschoven toen we bij de familie Vaalhaar terecht kwamen.

'Alec?'

Ik kijk niet op bij het horen van de stem.

Iemand pakt mijn net opengehaalde hand, en ik voel iets nats over mijn hand strijken.

Geschrokken kijk ik op, en zie Borg, die zijn tong langs de wond haalt.

Meteen ben ik niet meer in paniek, en wil ik alleen maar mijn hand terug trekken.

'Alec!' Borg kijkt me aan, 'sorry dat ik dat moest doen,' zegt hij, 'maar punt één, heb ik niets bij me dat de wond schoon had gemaakt, en punt twee, nou, we zijn weerwolven, en een hondenbek heeft nu eenmaal bepaalde bacteriën die dit soort wonden ontsmetten.'

Ik kijk hem met een vies gezicht aan.

'Punt drie moest ik je laten schrikken, anders was je niet uit die paniekaanval gekomen,' voegt Borg eraan toe, en pas nu ik niet meer tegenstribbel, laat hij mijn hand los.

Lost in Harry Potter: The ConnectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu