Hoofdstuk 12

229 15 2
                                    

Slenterend door de smalle straatjes en steegjes loop ik achter Fabio aan, niet veel later draait hij om. "Hou je het nog vol?"
"Ja hoor..."
"Nou dat denk ik niet, wil je gaan zitten?" Vraagt hij lachend.
"Nee..." Even sta ik stil om op adem te komen, het straatje wordt alsmaar steiler en steiler wat het moeilijker voor me maakt. Een ding is zeker, ik heb geen conditie. Fabio reikt me een fles water waar ik een paar slokken van drink.
"Je mag best even zitten"
"Nee hoeft niet, we zijn er toch bijna? En ik heb zin in ijs"
"Oke kom!" Fabio komt voor me staan en zakt iets wat door zijn knieën, ik staar verward naar zijn brede rug.
"Kom, spring op mijn rug"
"Maar Fabio, da-"
"Pero Fabio nada - maar niks Fabio. Kom nou maar" Ik treuzel even en hij draait zich even om.
"Ik wacht tot jij op mijn rug komt en anders gaan we niet verder" Zuchtend spring ik op zijn rug en sla mijn armen om zijn nek, hij tilt me iets wat omhoog en zijn armen voel ik onder mijn benen. Al snel begint hij het steile straatje af te lopen, ik betrap mezelf op een grote glimlach al weet ik niet waarom.
"Ben je niet moe?" Vraag ik als hij al even loopt met mij op zijn rug.
"Nee, we zijn er bijna" Fabio loopt stug door alsof het geen opgave is en dan komen we op een drukke plein waar je cafés, restaurants en eet kraampjes hebt.
"Je mag me nu wel loslaten hoor..." Fabio geeft er geen gehoor aan en loopt door, als we bij een ijskraam stoppen laat hij me los. Beschaamd kijk ik hem aan, hij heeft me meters op een steile weg gedragen en ik ben niet de slankste.
Er is een lange rij waar we achter aan sluiten, op het bord kijk ik aandachtig naar de verschillende smaken en als ik batido zie staan weet ik niet of ik ijs of batido wil.
"Kun je niet kiezen?" Vraagt Fabio als hij merkt dat ik eeuwig naar het bord kijkt.
"Nee wat neem jij?"
"Pistache en kokos ijs"
"Is mango lekker? Ik kan eigenlijk niet kiezen tussen ijs of batido..."
"Dan neem je ze beide"
"Nee ben je gek, ik neem wel ijs"

De rij wordt al een stuk korter.
"We moeten gaan" Zegt hij terwijl hij om zich heen kijkt.
"Maar we zijn bijna aan de beurt..."
"Weet ik, ik maak het een andere keer goed. We moeten echt gaan, nu!" Fabio pakt me gauw bij mijn hand vast en trekt me uit de rij, hij loopt flink door en ondanks hij mijn hand vast heeft kan ik hem bijna niet bijhouden.
"Fabio je gaat te snel! Wacht!" Hij draait zich om en trekt me naar zich toe en geeft me een korte duwtje in mijn rug zodat ik wat sneller loop.
"Waarom doe je zo?"
"Er is iets goeds mis hier..." Fabio zijn houding en gedrag ten opzichte van net is meteen veranderd.
"Wat bedoel je daar nou mee?"
"Er ga-" Door het geschreeuw van mensen wordt Fabio onderbroken en hoor ik hem niet meer.
"Farah!" Binnen een fractie van één een seconde wordt ik tegen de grond geworpen en gaat er een pijnscheut door mijn arm heen. Geschrokken van wat er gebeurd knijp ik mijn ogen dicht en krepeer van de pijn, het geluid van de geweerschoten in combinatie van het geschreeuw zorgt ervoor dat ik een paniek aanval krijg.

"Farah! Hé!" Zachtjes voel ik Fabio tegen mijn wangen aantikken, maar het rumoer komt er boven uit.
"Farah, haal adem. Rustig diep in en uit" Hoor ik hem in mijn oor roepen, ik wil van alles zeggen en mijn ogen open maken maar mijn lichaam voelt lam aan. Niks lijkt tot me door te dringen, een luide piep vervult mijn oren en krimp nog meer in van de pijn. Met een hand bedekt hij mijn rechteroor waarna hij in mijn linkeroor weer wat zegt. Hij probeert het lawaai om ons heen te onderdrukken zodat zijn stem er boven uit komt.
"Farah luister goed naar me. Adem diep in en uit, rustig ik ben bij jou"
"Adem in, uit..." Na een paar keer dringt het tot me door en doe wat hij zegt.

"Maak je ogen open..." Het duurt lang voor ik mijn ogen open maak en zodra ik dat doe kom ik oog in oog met Fabio. Zijn ogen zoeken mijn blik op, intens kijkt hij me aan en houdt mijn blik gevangen.
"Heb je ergens pijn?"
"Praat tegen me, schud je hoofd, sluit je ogen maar laat  weten of je pijn hebt, por favor - alsjeblieft"
Ik kijk hem enkel aan en voor even kijkt hij over mijn lichaam heen, hij gaat kort over mijn arm heen en kijkt ernaar.
"Je arm bloedt, je hebt een grote schram de kogel heeft je net niet geraakt gracias a dios - dankzij god. Maar ik moet je nu hier weg halen!"
"Je bent in shock, ik ga je optillen en dan gaan we naar de auto."
"Heb je me gehoord?" Ik knik en in een beweging tilt hij me op, ik klamp me aan hem vast als hij met mij de straatjes en steegjes door rent naar de auto. Het rumoerige geluid op de achtergrond vervaagd beetje bij beetje.

Fabio zet me in de auto en verdoofd staar ik naar buiten, hij bekijkt mijn arm en maakt zijn vest los die hij snel om mijn arm vastbindt om het bloed te stelpen. Wanneer hij ingestapt is rijd hij met gierende banden weg en stopt even later ergens waar het stil is. Zachtjes zet hij zijn vinger onder mijn kin en ik schrik op uit mijn gedachte.
"Het komt goed Farah, ik breng je naar het hotel oke?" Een fles water brengt hij naar mijn mond waar ik een aantal slokken van neem, vervolgens maakt hij mijn gezicht een beetje nat. Het gehele rit gaat aan me voorbij, af en toe vraagt Fabio iets maar ik krijg er geen woord uit.

"Schrik niet, ik moet weten of je nog ergens anders gewond bent..." Met zijn vingers glijdt hij over beide armen en benen heen, draait me een beetje om, om naar mijn rug te kijken en kijkt me dan aan.
"Enkel je arm bloed maar het is niet ernstig gelukkig. Ik ga het wel ontsmetten goed?" Fabio zoekt in de badkamer kastjes en haalt een verbanddoos tevoorschijn, met een watje en ontsmettingsmiddel dept hij op de wond die prikt en ik op mijn tanden bijt. Ik volg langzaamaan zijn handelingen, hij plakt er een verband pleister op en de doos doet hij dicht en draait de kraan in de douchecabine open en steekt de kaarsen aan.

Zijn pet draait hij om en met zijn beide handen houdt hij mijn gezicht vast en zoekt mijn blik op.
"Farah kijk me aan..." Uiteindelijk kijk ik hem aan maar het is een waas.
"Neem een douche, zolang je wilt. Je zult hopelijk dan bijkomen van de schrik, ik wacht op jou. Roep me maar als er iets is, neem je tijd..." Hij helpt me van de wastafel af.
"Moet ik nog iets voor je pakken? Kleding of iets anders?" Ik knik en staar hem aan.
"Kleding?" Alweer knik ik, hij loopt de badkamer uit en komt even later weer terug en legt alles voor me neer.
"Wil je het licht aan?" Nogmaals knik ik.
"Bueno - goed, neem je tijd"
"Ay dios mio - oh mijn god" Fluistert hij tegen zichzelf.
Hij loopt de badkamer uit en sluit de deur achter zich.

Ik kijk mezelf in de spiegel aan en weet niet hoeveel minuten er zijn verstreken, de spiegel is inmiddels beslagen en mijn spiegelbeeld wordt een wazige beeld.
Als ik tot de realiteit kom kijk ik voor even naar mijn arm en kleed ik me langzaam uit en stap de douche in.

Survive For LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu