Hoofdstuk 1

455 24 5
                                    

Het regent ontzettend hard en flink stap ik door, mijn handen nestel ik in de zakken van mijn bodywarmer en zucht als de voetgangers stoplicht op rood springt. Ongeduldig kijk ik naar het icoontje die elk moment op groen moet springen, zodra het icoontje op groen springt loop ik snel door. Het pand komt eindelijk in zicht en loop de ijzeren trappen op en trek de zware nood deur open, de gangen loop ik door en loop meteen de keuken in waar ik de waterkoker aanzet. Het getik op de klok krijgt mijn aandacht, het is al vijf uur in de middag geweest, ik verlaat de keuken en loop naar het kantoor van Yassin en Redouan, mijn baas maar ook mijn broers die ik nooit gehad heb. Het gelach van de mannen vervult mijn oren als ik de deur open doe, ik wil wat zeggen maar vergeet meteen wat ik wil zeggen als een jongeman zich naar me omdraait. Veel van hem kan ik niet waarnemen vanwege zijn pet die hij laag draagt, ik voel me meteen ongemakkelijk.

"Uhm ik..."
"Ik vroeg me net af waar je bleef" Zegt Yassin meteen die glimlacht en opstaat.
"Ja er was iets op werk waardoor ik later ben, mag ik nog snel wat eten?"
"Tuurlijk Faartje. Dit is trouwens Fabio een vriend van ons" Hij steekt zijn hand uit waar ik naar kijk en op het moment wanneer hij zijn hand laat zakken pak ik snel zijn hand vast. Mijn hand is ijskoud maar zodra onze handen met elkaar in aanraking komen voel ik het warm worden. Als we elkaars handen los laten verlaat ik het kantoor.

Opgelucht haal ik adem als ik de deur dicht trek en terug naar de keuken loop, de kapsalon die ik heb gehaald voor ik hierheen kwam haal ik uit de zak en maak het open. Uit de kast pak ik een mok die ik met heet water schenk en thee maak. Uit de la haal ik een vork en ga dan zitten om te eten.
Wanneer ik bijna klaar ben gaat de deur open en dezelfde jongeman, Fabio die net in het kantoor was loopt de keuken binnen.
Ik wordt meteen zenuwachtig en voel me ongemakkelijk, onbewust beweeg ik mijn been heen en weer. In de loop van de jaren heb ik een tik ontwikkeld van alle trauma's die ik doorstaan heb, de tik heb ik nog steeds op momenten waarbij ik me niet op me gemak voel of als ik onrustig ben.
"Je kan hier wel goed gebruik van maken..." Zijn zware stem heeft een hese bas klank, zijn stemgeluid geeft me rillingen. Zo een stem heb ik nog nooit gehoord, het is apart en ergens toch aangenaam en rustig.
Ik durf niet naar hem op te kijken en schuif het lege bakje van de kapsalon weg, hij legt een kledingstuk voor me neus neer en snel kijk ik hem aan ook al kan ik hem niet goed zien maar meteen wend ik mijn ogen van hem af.
"Uhm..."
"Je zal waarschijnlijk ziek worden als je in je natte kleding blijft werken, neem het aan por favor - alsjeblieft..." Met die woorden verlaat hij de keuken en laat me verbaasd achter, voor even staar ik naar het kledingstuk die netjes opgevouwen is. Ik ben kletsnat door de regen en ril zelfs van de kou maar ondanks mijn koppigheid dat ik dit niet wil aannemen doe ik het na lang twijfelen toch.

Met het kledingstuk loop ik naar het toilet waar ik met papier over mijn gezicht ga en mijn bodywarmer, hoodie, shirt en onderhemd uit trek. Met papier droog ik mijn bovenlichaam af en trek dan het shirt aan, het is oversized waar ik van hou, vervolgens trek ik de hoodie aan. Voor even kijk ik de spiegel en trek de touwtjes van de capuchon strakker, een vlag van een land op de linkerborst valt me op.
Met mijn natte kleding loop ik het toilet uit en leg het in het kantoor op de verwarming, wanneer ik naar de bar loop kom ik hem wéér tegen.
"Dankjewel" Zeg ik zacht en loop door.
"Geen dank" Hoor ik hem nog zeggen, de trap loop ik af en ga dan achter de bar staan. De muziek dringt meteen mijn oren in, het is druk en bedien meteen de klanten.

Naast dat ik overdag in een bejaardenhuis werk, werk ik daarna ook in de lounge van Yassin en Redouan.

"Mag ik van jou een whisky puur zina?" Van binnen rol ik met mijn ogen en pak een glas waar ik whisky in inschenk.
"Alsjeblieft" Hij neemt het glas aan, knipoogt en loopt dan weg. Ik help alweer de volgende klanten en maak shisha klaar die ik naar een groep meiden breng en vervolgens hun drank serveer.
Het einde van mijn shift nadert eindelijk en vermoeid maak ik de hele ruimte schoon. Ik dweil het laatste stuk en gooi het water uit de emmer in het afvoerputje.
Het kantoor loop ik in, de mannen zijn zo geconcentreerd aan het kijken op de macbook dat ze volgens mij niet doorhebben dat ik binnen loop. Ik pak mijn rugzak die ik om me schouder doe en pak mijn kleding.
"Klaar?" Vraagt Yassin als hij opstaat en ik knik, Redouan geeft me een knuffel en drukt een kus op mijn hoofd.
"Tot morgen Faartje"
"Tot morgen"
"Fijne avond Farah" Even sta ik stil als ik Fabio mijn naam hoor uitspreken, het geeft me kippenvel.
"Jij ook..." Zeg ik zacht en het kantoor met Yassin uitloop.

Survive For LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu