71

230 6 0
                                    

24 juni, zaterdag, 23:20

De laatste spanning voor onze lange reis naar Zweden begint zich op te bouwen in mijn buik. De zon is allang onder, en de stilte in mijn appartement voelt bijna onwezenlijk. Ik sluit de rits van mijn koffer, veeg mijn voorhoofd af en kijk nog één keer om me heen. Alles lijkt ingepakt. Het is een gek idee dat ik over een paar uur weer in Zweden zal zijn, maar dit keer met Matthy aan mijn zijde. Voor het eerst zal hij mijn Zweedse familie ontmoeten.

Ik gooi mijn koffer in de achterbak van mijn auto, maak de deur achter me op slot en rijd richting Ameide, naar Matthy. Het is donker en stil op de weg, en het voelt alsof de wereld even alleen van ons is. Onderweg speel ik de mogelijke scenario's af in mijn hoofd: hoe hij mijn familie zal begroeten, hoe mijn familie op hem zal reageren, en hoe de rit zelf zal verlopen. Zestien uur... dat is geen korte tijd samen in een auto. Maar ik kan niet wachten om hem Zweden te laten zien, mijn andere thuis.

Als ik aankom bij Matthy's huis, parkeer ik de auto aan de kant van de weg. Ik neem even een diepe adem voordat ik uitstap, mijn hart klopt een beetje sneller dan normaal. Ik bel aan en binnen enkele seconden gaat de deur open. Daar staat hij, met die vertrouwde glimlach die alles in me kalmeert. Hij geeft me een knuffel en een kus, en ik leun even tegen zijn borst, genietend van het moment.

"Ben je er klaar voor, 16 uur in de auto?" vraag ik hem plagerig, terwijl ik mijn armen om zijn nek leg.

Hij grijnst breed. "Ik ben er helemaal klaar voor. Heb je snacks? Want ik denk dat ik die nodig ga hebben."

Ik lach en knik. "Ik heb meer snacks ingepakt dan kleding, denk ik."

Samen lopen we naar mijn auto, waar Matthy zijn koffer in de achterbak legt. Hij stapt in de bijrijdersstoel, en ik kruip achter het stuur. De lucht voelt fris en er hangt een spanning in de avond. Een goede spanning. Dit wordt onze eerste echte reis samen.

Zodra we de straat uitrijden, zet ik zachte muziek op en voel ik de rust in de auto neerdalen. We rijden door stille straten, verlaten snelwegen tegemoet, terwijl de wereld om ons heen in slaap lijkt te vallen. Maar wij hebben een hele nacht voor ons, gevuld met gesprekken, muziek en momenten samen.

Na een tijdje, terwijl ik me concentreer op de weg, kijkt Matthy naar me en zegt: "Ik ben echt benieuwd naar je familie. Je hebt me zoveel over ze verteld."

Ik glimlach, een beetje nerveus. "Ze zijn geweldig, echt waar. Maar je weet hoe het gaat, toch? De eerste indruk is altijd spannend."

"Ze gaan van me houden." zegt hij zelfverzekerd, met dat scheve lachje. "Net zoals jij dat doet."

Ik geef hem een speelse blik. "Misschien moet je me dat eerst maar eens bewijzen tijdens deze rit."

Matthy lacht hardop en buigt naar me toe. "Dat ga ik zeker doen." fluistert hij plagend.

De eerste paar uren van de rit verlopen soepel. We praten over van alles en nog wat: onze verwachtingen van de reis, wat we allemaal willen doen in Zweden, en de leuke herinneringen die we al samen hebben. Elke keer als ik in de spiegels kijk, zie ik zijn ontspannen gezicht, en het voelt alsof alles precies op zijn plek valt. Dit is precies waar ik moet zijn. Met hem.

Terwijl de nacht zich uitstrekt, neemt de stilte tussen ons toe, maar het is een comfortabele stilte. Hij kijkt uit het raam, terwijl ik me focus op de eindeloze weg voor ons. De donkere snelweg strekt zich uit voor ons als een onafgebroken lijn, en met elke kilometer komen we dichter bij Zweden, dichter bij wat ik hoop een onvergetelijke zomer te worden.

Plotseling steekt Matthy zijn hand uit en legt die op mijn been. Hij kijkt naar me met een glimlach en zegt zachtjes: "Ik ben echt blij dat ik met je mee mag."

Littekens van het VerledenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu