51

430 11 0
                                    

24 december, zaterdag, 10:27

~lang hoofdstuk

Ik word langzaam wakker, mijn ogen zijn nog half gesloten terwijl de ochtendzon zachtjes door de gordijnen naar binnen schijnt. Naast me voel ik Matthy bewegen. Hij is al wakker. Zodra ik mijn ogen helemaal open, zie ik zijn gezicht naar me toegedraaid, met die kenmerkende glimlach waar ik altijd warm van word.

"Goedemorgen, schoonheid." zegt hij zachtjes en drukt een kus op mijn lippen. "Goedemorgen." antwoord ik slaperig en rek me uit. Zijn stem maakt me altijd kalm, alsof de wereld even minder zwaar aanvoelt. "Hoe heb je geslapen?" vraagt hij, terwijl hij een pluk haar uit mijn gezicht veegt.

Eigenlijk heb ik best goed geslapen, realiseer ik me, na een lange tijd van nachten vol onderbroken slaap en nachtmerries. Het voelt verfrissend om wakker te worden zonder dat benauwde gevoel in mijn borst. Maar aan de andere kant maakt het me ook bang. Wat als het gewoon de volgende nacht terugkomt?

"Best wel goed, eigenlijk." geef ik toe met een kleine glimlach. "Dat is fijn om te horen." zegt hij, en ik zie de opluchting in zijn ogen. Ik grijp mijn telefoon van het nachtkastje om te zien hoe laat het is. Half 11. Nog genoeg tijd voordat ik moet vertrekken. Om 19 uur rijden Maarten, Kato, kleine Oliver en ik naar Zweden. Jana en Thijs zijn er al een paar dagen, dus we zijn straks compleet.

Ik leg mijn telefoon weg en draai me weer naar Matthy toe. Mijn armen vinden hun weg om zijn lichaam, en hij trekt me dicht tegen zich aan. Dit moment, deze rust samen, voelt zo goed. Ik leg mijn hoofd tegen zijn borst en luister naar zijn hartslag.

"Moet je echt naar Zweden?" vraagt hij plots, met dezelfde lichtjes smekende toon als gisterenavond. Ik grinnik zachtjes en kijk hem aan. "Ja." antwoord ik lachend. "Ik moet echt naar Zweden." Hij zucht overdreven, alsof het vertrek naar Zweden het ergste is wat hem ooit is overkomen. Het maakt me opnieuw aan het lachen. Hij heeft echt een dramatische kant.

"Had je dan maar niet met een Zweedse moeten daten." plaag ik terwijl ik mijn hoofd tegen zijn schouder leg. Matthy lacht hardop. "Tja, dat krijg je ervan, hè."

Ik blijf nog een paar tellen tegen hem aan liggen, genietend van de warmte van zijn lichaam, maar uiteindelijk strek ik me uit om op te staan. Het is tijd om me klaar te maken voor de dag. Terwijl ik me omdraai naar mijn tas en mijn kleding tevoorschijn haal, voel ik zijn ogen op me gericht. Niet op een ongemakkelijke manier, maar op die liefdevolle manier waarop hij altijd naar me kijkt, alsof ik de enige persoon in de wereld ben.

Zonder er veel bij na te denken trek ik mijn pyjama-shirt uit, maar als ik naar hem kijk, zie ik dat hij me nog steeds met een glimlach in zijn ogen volgt. Ik grinnik en gooi mijn pyjama-shirt naar hem. "He! Niet gluren." zeg ik plagend. Matthy vangt het shirt met gemak en lacht. "Ik mag toch wel kijken? Je bent mijn vriendin."

Ik lach zachtjes, een beetje verlegen, maar tegelijkertijd voel ik me geliefd. Het is een luchtig moment, vol speelsheid en genegenheid. Terwijl ik mijn bh en T-shirt aantrek, voel ik zijn ogen nog steeds op me, maar dit keer zijn ze vol tederheid. Zijn aanwezigheid geeft me een gevoel van veiligheid dat ik lang niet heb gekend.

Wanneer ik klaar ben met aankleden, draai ik me om naar Matthy. Hij zit nog steeds op het bed, met dat vertrouwde lachje om zijn lippen, alsof hij al weet dat hij iets heeft gewonnen door gewoon zichzelf te zijn. Ik stap naar hem toe en druk een kus op zijn voorhoofd.

"Kom, Matthy, uit bed." zeg ik  daarna terwijl ik hem aan zijn arm trek. Hij doet alsof hij nog half slaapt en kreunt overdreven, alsof het hem ontzettend veel moeite kost om op te staan. "Te vroeg." mompelt hij met een grijns op zijn gezicht. Ik geef hem een plagerige duw en trek nog eens aan zijn arm, dit keer iets steviger.

Littekens van het VerledenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu