O96 • You're not sorry...

3.5K 184 8
                                    

'Wat doen jullie hier?' Harry klonk duidelijk verbaast toen hij Ginny, Luna en Neville in het kantoor zag staan.
'Wij komen je helpen, natuurlijk!' beantwoordde Neville zijn vraag die ergens opgewekt klonk.
Harry opende zijn mond om iets te zeggen maar richtte zich toen tot Hermione. 'Jij hebt ze zeker gevraagd om hier te komen met behulp van de SVD munt?' gokte Harry. Hij klonk niet erg blij.
'Sorry, maar je kunt dit niet alleen doen.'
'Ik wil niet dat jullie mee gaan!' opperde hij. 'Dit is veel te gevaarlijk en ik wil niet dat jullie dadelijk je levens hiervoor geven.'
'Harry, wanneer dringt het nou eindelijk tot je door dat wij dit samen doen?' zei ik hem en pakte zijn hand vast. 'Heb ik je niet gezegd dat wij bij elke strijd naast je zullen staan? Met je zullen vechten?'
Zijn groene ogen staarde voor een lange tijd in mijn blauwe kijkers. 'Ik wil gewoon niet dat jullie iets overkomt.'
'Maar je kunt dit niet alleen, Harry.' probeerde ik tot hem door te dringen. 'Elke held heeft een team nodig. Ik wil jou niet kwijt.'
Hij beet hard op zijn onderlip en knikte toen lichtjes. 'Je hebt gelijk.'
Ik glimlachte breed naar de jongen. 'Harry, ik heb altijd gelijk.' grinnikte ik zachtjes en volgde hem toen naar het haard toe waar groene vlammen uit oprezen.

De lift kwam langzaam tot stilstand en kort daarna klonk een vriendelijke vrouwen stem die zei: '9e verdieping, Departement van Mystificatie.' De lift deuren schoven langzaam open en een lange, duistere gang met aan weerszijden allemaal deuren verscheen. Ik herkende deze gang uit duizenden. Het was de gang die ik in mijn dromen had gezien.
Harry en ik wisselde een korte blik met elkaar uit en liepen toen voorzichtig de gang in. De deur aan het einde van de gang was ditmaal wel dicht en niet op een kier zoals in mijn dromen het wel was geweest. Aangekomen bij de deur keken Harry en ik elkaar opnieuw aan en vestigde toen onze blikken op de deurknop. Harry stak voorzichtig zijn hand ernaar uit en opende toen zachtjes de deur.
Met zijn zevenen liepen we de reusachtige ruimte binnen die enkel verlicht werd door alle lichtgevende bollen die in de reusachtige stellingen stonden.
'Het zijn er wel duizenden.' mompelde Ginny met open mond terwijl ze met verbaasde ogen om zich heen keek.
'Dit is precies wat ik in mijn droom heb gezien.' zei ik tegen Harry.
'Ik ook.' knikte hij en liep toen verder de ruimte binnen.
Hermione haalde haar toverstaf te voorschijn en liet de punt ervan oplichten zodat de gangpaden beter verlicht werden. Iedereen volgde haar voorbeeld.
'Ik krijg echt de kriebels van deze plek.' zei Ron die angstig om zich heen keek.
'Laten we verder gaan.' zei Harry vlug die ook om zich heen keek. 'Kan je je nog herinneren welk gangpad het was?'
'Ehm...' Ik dacht diep na. 'Daar heb ik helaas niet opgelet.'
'Audrey, probeer je gaven te gebruiken.' fluisterde hij zachtjes zodat alleen ik het kon horen. 'Probeer in mijn herinneringen te kijken.'
'Harry, je weet dat ik dat niet zomaar kan.' fluisterde ik spijtig terug.
Harry plaatste zijn beide handen op mijn schouder en keek mij doordringend aan. Zijn ogen vol pijn. 'Ik smeek het je.'
Ik staarde de donkerharige jongen voor een lange tijd aan en knikte toen. 'Goed dan.' mompelde ik zacht en sloot toen mijn ogen. Zoals Dumbledore het mij had geleerd volgde ik alle stappen om bij iemand zijn of haar herinneringen te komen.
Ik voelde Harry zijn angst en paniek door mijn aderen stromen. Vervolgens hoorde ik zijn gedachten in mijn hoofd. Hij vreesde voor Sirius zijn dood. Ik pijnigde mijn hoofd en probeerde mij volledig op Harry zijn herinneringen te concentreren. Tot mijn opluchting kreeg ik enkele herinneringen binnen van vijf minuten geleden. Ik eiste verder terug te gaan en kwam toen bij de herinnering van Sirius.
Ik opende mijn ogen en keek in Harry zijn groene kijkers. '45.' mompelde ik.
Hij knikte dankbaar naar mij en holde toen vlug langs de stellingen, opzoek naar gangpad 45. Hij hield na een tijdje halt en keek toen schichtig om zich heen.
'Hier moet het zijn.' mompelde hij en keek mij toen weer aan. 'Weet je het heel zeker?'
'Heel zeker, Harry.' zei ik hem en keek toen naar de rest die vanaf een afstandje ons afwachtend aankeken. Hermione en Ron hadden allebei al lang al in de gaten dat er meer aan de gang was. Zij hadden al een lange tijd in de gaten dat er meer aan mij was, maar ze vroegen er nooit naar. En daar was ik ze dankbaar voor.
'Harry,' klonk Neville zijn stem angstig. 'op deze staat jouw naam.'
Allemaal keken we om naar Neville die opkeek naar een kleine, lichtgevende bol. Harry liep dichter naar de jongen toe en ik volgde hem stilletjes. En inderdaad, voor de bol was een stikker geplakt waarop in sierlijke letters Harry Potter stond geschreven.
Harry reikte langzaam zijn hand uit naar de kleine bol en pakte die voorzichtig van de stelling af. Plots klonk er een raspende vrouwen stem.
'De gene met de macht om de Dark Lord te overwinnen nadert... geboren aan de gene die hem drie keer hebben verslagen, geboren als de zevende maand sterft... en de Dark Lord hem als zijn gelijke markeren zal, maar hij macht zal hebben wat Dark Lord niet weet... en hetzij dat beide moeten sterven aan de hand van de andere want geen van beide kan leven terwijl de ander overleeft... de gene met de macht om de Dark Lord te overwinnen zal geboren worden als de zevende maand sterft...'
'Harry, Audrey...' De angstige stem van Ron deed ons beiden verschrikt opkijken. Een gedaante met een lang zwart gewaad aan stond enkele meters bij ons vandaan. De gedaante droeg een gouden masker op zijn of haar gezicht en kwam langzaam dichterbij.
'Waar is Sirius?!' schreeuwde Harry woedend die een paar passen naar voren zette.
De man begon zachtjes te lachen. 'Misschien moet je eerst uitvinden wat het verschil is tussen dromen en realiteit.' klonk een kille mannen stem en met één beweging van zijn toverstaf verdween de masker voor zijn gezicht.

You're Not Sorry [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu