Hoofdstuk 16.3

1.5K 139 12
                                    

Ik raak de logo aan en verstijf als ik zie dat hij los komt. Met grote ogen staar ik naar het armbandje wat langs het boekje in mijn schoot valt. Ik blijf er een tijdje naar staren en probeer hem zo goed mogelijk te bestuderen. Het gouden armbandje is klein. Heel klein. Wat aanduid dat het van een baby is geweest. Hij zou zo om mijn wijs- en middelvinger passen. Maar meer vingers zouden er nooit bij kunnen. Als ik beter kijk merk ik een minuscule diamantje op. Precies in het midden van het armbandje. Mijn vingers reiken naar het diamantje en zodra ze daarmee in aanraking komen voel ik een elektrische schok door mijn arm kruipen. Ik trek mijn hand meteen terug.

'Wat ben je aan het doen, Katharina?' doet de stem van Ines me beseffen dat ik niet alleen ben. Voordat ik me naar haar omdraai stop ik het armbandje terug in het kroontje en klik hem dicht. Daarna stop ik het boekje terug in het kunstboek en schuif die terug in de sporttas.

'Niks,' zeg ik kort. Mijn hart bonst als een razende tegen mijn borstkas. De verwarring verschijnt onmiddellijk in mijn ogen. Van wie is dit boekje? Waarom was het in Danny' bezit? Wat stelt die kroon voor? En vooral het armbandje wat gemengde gevoelens teweeg brengt. Het klinkt vast gek, maar zodra ik ermee in aanraking kwam voelde ik een verbintenis. Het voelde alsof ik iets aanraakte wat ik een tijdje kwijt was. Waarom is alles zo verwarrend? Ik heb nergens een logische verklaring voor. Nergens.

'Wat heb jij vandaag? Je gedraagt je anders?' Ik durf Ines niet in de ogen te kijken.

Ze is niet te vertrouwen. Niemand niet, Eloise. Zij zijn net zo gevaarlijk als Kazuko. Als Ellie. Als Redouan. Misschien werken zij ook met degene die jou zo graag van de aardbodem af wil. Misschien zijn zij ook zijn slaven?

Ik schud mijn hoofd in gedachten. Dat kan niet! Zij zijn Ryan' familie. En Ryan zou mij dat nooit aandoen. Zelfs Aleser niet. Toch neem ik het zekere voor het onzekere en grist ik de sporttas van de grond. Zonder naar Ines op te kijken verlaat ik de slaapkamer. Ik hoor haar nog roepen, maar sprint de trap af en sta binnen enkele seconden buiten. De adrenaline giert door mijn lijf. Ik wil hier zo graag weg, ondanks dat ik weet dat ik nergens terecht kan. Ik moet hier weg. Ik houd het niet meer.

In de verte zie ik een wachter van zijn plek wijken. Hij loopt een stukje het bos in, wat mij de gelegenheid geeft om het terrein ongezien te verlaten. Ik ren en blijf rennend om me heen kijken tot ik tegen iemand opbotst. Als ik hijgend omhoog kijk zie ik dat een man mij scheef aankijkt. Hij draagt een lange gewijd en een glazen zonnebril.

Ik herinner me het kaartje wat Jack mij heeft gegeven. Ik mocht hem altijd bellen, waren zijn woorden. Dus besluit ik om de onbekende man om zijn mobiel te vragen. Hij begrijpt me niet meteen en haalt vragend zijn schouders op. Ik probeer het hem met een handgebaar duidelijk te maken, wat gelukkig lukt. Hij knikt en pakt zijn mobiel uit het tasje wat om zijn schouders hangt. Hij ontgrendelt hem en drukt hem uiteindelijk in mijn hand. Ik bedank hem in het Arabisch. Dat is een van de weinige woorden die ik ken.

Ik toets de nummer van Jack in en haal opgelucht adem als hij overgaat...

'Met Jack,' klinkt een lage stem aan de andere kant van de lijn. Ik aarzel even. 'Hallo?' zegt hij dit keer geïrriteerd.

'Hoi, met Katharina,' fluister ik.

'Katharina? Hoe gaat het met je?' vraagt hij me opgewekter. Ik haal mijn schouders op. Alsof hij dat kan zien?

'Prima,' lieg ik. Ik kijk in de verte en merk een bushalte op. 'Zou je me kunnen ophalen? Ik sta bij de bushalte op je te wachten,' zeg ik er meteen achterna.

'Maar natuurlijk. Blijf waar je bent. Ik ben er binnen enkele minuten.' Hij hangt daarna meteen op. Hij heeft niet eens gevraagd wat mijn bestemming is. Alhoewel ik dat zelf niet eens weet. Hij hoeft in ieder geval niet te weten dat ik ben weggelopen, dus moet ik snel iets bedenken. Een plek waar ze me nooit zullen vinden. Een plek waar ik voor even alleen kan zijn. Het bos..

Ik geef de man zijn mobiel terug en bedank hem nogmaals. Als ik op het bankje van de bushalte zit kijk ik naar iedereen die de bushalte passeert. Ik zie vrouwen in mooie gewijden en helemaal bedekt. Een van hen kijkt naar me om om me te groeten. Ik zie haar mond niet, maar aan haar prachtige blauwe ogen is te zien dat ze glimlacht. Ik glimlach terug en knik. Ik vraag mij af waar zij in geloven. Ryan heeft me er ooit over verteld, maar daar kan ik me niet veel van herinneren. Het enige wat me is bij gebleven is dat in hun geloof respect centraal staat. De echte gelovigen zijn rechtvaardig. Gul. Vol liefde voor de mens en hun God.

Ook zie ik verschillende rassen voorbij lopen. Ik glimlach spontaan naar een paar van hen. Ik kijk wat verder en zie heel wat auto's de rotonde opgaan. Mijn ogen worden getrokken door een van de auto's. Een zwarte Audi. Net zoals die van Jack, maar mooier. Het geblindeerde raam aan de bestuurderskant staat open. De auto stopt nog voordat hij de rotonde heeft afgemaakt.

Hij kijkt me aan. Ook al is hij zo ver weg. Ik voel de kriebels in mijn onderbuik. Ik voel hoe zijn ogen het vuur in mijn onderbuik aanwakkeren. Hij kijkt op zijn mysterieuze manier. De manier waarop alleen hij kan kijken. Ik sta op en loop naar de rand van de stoep. Ik knipper ongelovig met mijn ogen. Als ik weer kijk is hij verdwenen. Zijn auto is in het verkeer opgeslokt. Of heb ik het me verbeeld? Heb ik me zijn aanwezigheid verbeeld? Hij is weg, Eloise. Accepteer het nou.

'Waar wilt mevrouw naartoe?' hoor ik Jack' stem vragen. Ik kijk naast me en glimlach breed. 'Godzijdank,' prevel ik vermoeid. De sporttas om mijn arm voelt zo zwaar aan dat ik hem meteen op de achterbank pleur.

'Naar het bos, graag.'

Dankzij jullie sta ik op nummer 2 in Fantasy! Nummer TWEE! Ongelooflijk! Ik kan jullie niet genoeg bedanken voor de reacties en stemmen. Super!

Ik wens de moslims onder ons alvast een fijne offerfeest! Geniet van de dag en lekkere vlees natuurlijk. Eid Mubarak!!



Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu