Hoofdstuk 10.1

1.6K 113 4
                                    

Terug in zijn auto slaat Aleser gefrustreerd op de stuur. Hij kan niet geloven dat alles voor niets is geweest. Ze mag niet vandaag, niet morgen, maar pas over week weg. Een paar dagen nadat de instelling word opgeblazen! Hij moet snel iets anders verzinnen. Want Eloise Belle verliezen zit er niet in. Niet meer.

Zijn mobiel gaat af. Hij luistert stilzwijgend naar de stem van degene aan de andere kant van de lijn. 'Aleser? Je spreekt met Megan. Ik heb je gezocht, maar kan je nergens vinden.' Hij stapt onmiddellijk weer uit. Megan zou hem alleen bellen om één reden. Er is iets met Eloise.

'Ik sta in de parkeergarage. Waar zit ze?' vraagt hij gehaast. Megan slaakt een diepe zucht. 'Dit hoort geen gewoonte te woorden. Maar omdat ik weet dat ze alleen met jou zou willen praten vraag ik je toch om terug te komen. Ze ligt in de ziekenboeg.' Nog voordat ze verder kan praten hangt Aleser op en snelt hij naar de instelling.

...

'Het spijt me, Ellie. Ik zal je vanaf nu gehoorzamen. Nee. Blijf staan. Stop, alsjeblieft!' schreeuwt Rosalie machteloos. Met opengesperde ogen staart ze de ruimte in, zoekend naar iets waarmee ze zichzelf kan verdedigen. Terwijl de patiënten zich om ons heen verzamelen, kom ik overeind. De angst is van haar gezicht af te lezen.

In slechts een paar seconden heeft de forse vrouw haar bereikt. Als verstijfd kijk ik toe. Mijn voeten lijken aan de grond vastgenageld. Ik kom niet vooruit. Laat haar gaan. Nee! Blijf van haar af!

Terwijl mijn onderbewustzijn schreeuwt wordt Rosalie bij de keel gegrepen en tegen de betonnen vloer geslagen. Genadeloos.

De onmacht speelt zijn parten waardoor zich een brok in mijn keel vormt.. Ellie trapt Rosalie in haar kleine buikje. Neee. Niet doen! Kreunend en happend naar lucht sluit Rosalie haar oogjes alsof de strijd al gestreden is.

De kring die de anderen hebben gevormd zorgt voor opheldering in mijn hoofd. Het bloed stijgt in een razendsnelle tempo omhoog. Mijn zicht word beter. De opgetrokken rook achter mijn ogen is verdwenen en maakt plaats voor onverwachte leegte. De drang om haar te beschermen is groter dan ik had gedacht.

Nog voordat Ellie weer kan toeslaan spring ik tussenin.

'Blijf van haar af!'

'Wie ben jij?' sist ze ongeduldig. Ik kijk naar haar op en slik. Ze kijkt naar me alsof ik slechts een pion ben die in de weg staat. Ze lacht, wetend dat ze me met een duw onderuit krijgt.

'Ik zie het al. Je wilt haar verdedigen?' lacht ze hardop. De anderen lachen met haar mee. Alsof dit zo vermakend is. Deze mensen behoren in de gevangenis. Geen wonder dat ze in een gekkenhuis zitten.

Om onrust te zaaien hoef ik haar slechts in het gezicht te slaan. En dat is precies wat ik doe. Ondanks dat ik letterlijk op mijn tenen moest staan. De patiënten juichen alsof ze naar een straatgevecht kijken. Ik negeer de pijn in mijn hand en draai me in een snelle beweging naar Rosalie om.

'Ga weg! Zoek een beveiliger of zuster en verstop je in je kamer. Doe de deur voor niemand open.' Rosalie knikt gehaast en krabbelt overeind.

In de korte stilte die er vervolgens heerst concentreer ik me op alle geluiden. Hoe moeilijk het ook is lukt het me om Ellie' vuisten te ontwijken. Zodra ik weer met mijn gezicht naar haar toe sta, haal ik opgelucht adem. Niemand heeft de afwezigheid van Rosalie opgemerkt. Zelfs Ellie niet.

'Je gaat eraan!' roept ze, haar bloedende neus negerend. Achteruitlopend probeer ik haar grijpende handen te ontwijken. Wederom lukt het mij aardig. Tot ik door iemand terug in haar richting word geduwd. Ik wil slaan, maar ben net te laat. Ze heeft haar ene hand al om mijn nek gesloten. Het voelt alsof twee handen mijn luchtwegen dichtknijpen. Hij is reusachtig.

Ik krijg geen lucht. Met uitpuilende rode ogen probeer ik met mijn handen de greep te verzwakken. Net voordat ik bijna wegzak gooit ze me tegen de grond. Ze komt op me liggen en slaat erop los. De ontelbare vuisten die ik ontvang zijn moeilijk af te weren.

'Zo is het genoeg geweest!' brult een stem in de verte. Een vage stem. Mijn zicht wordt wazig en terwijl ze door blijft slaan val ik weg..



Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu