Wat voorafging...
'Slaap er een nachtje over. Denk niet aan jezelf maar aan het volk. Zij hebben een echte leider nodig.' Hij grijnst. Ik glimlach opgelucht terug.
'Je spreekt als een echte prinses.' Ik knijp zachtjes in zijn hand. 'Ik ben geen prinses, Noussair,' fluister ik. 'Nu we het toch daarover hebben. Er is een prinses die jou ongetwijfeld enorm heeft gemist.' Hij trekt zijn wenkbrauwen verbaasd op. Mijn hart begint sneller te kloppen. Mijn ogen dwalen af naar het huis waar we haar achter gesloten deuren houden. De enige plek waar ze nu nog een beetje veilig is. 'Wie?'
De koning mag niet weten dat ze terug is, maar Noussair is anders. Hij heeft zoveel voor ons gedaan. Ik kan dit niet voor hem verzwijgen. Het zal haar bovendien ook veel goeds doen om een bekende gezicht te zien. Alhoewel ik er erg tegenop kijk om haar terug te zien. Ik heb haar sinds Aleser weg is ontweken. Bewust. Ik weet niet wat ik tegen haar moet zeggen en hoe ik me moet gedragen. Vooral nadat ik haar boos wegstuurde. Ze zal me vast haten.
'Waar ben je met jouw gedachten?' Ik knipper en kijk hem vervolgens recht in de ogen aan. 'Wie?' herhaalt hij.
'De prinses,' fluister ik. 'Prinses Amber-Lunah Amirmoesz.'
....
Noussair verstijft. Hij trekt wit weg. Zijn lippen vormen zich tot een rechte lijn. De emotie verdwijnt uit zijn ogen. Je bent een fout begaan, Eloise. Je had het hem niet moeten vertellen. Mijn onderbewustzijn schudt afkeurend haar hoofd. Ik bal mijn handen tot vuisten en kraak nerveus mijn vingers. Ik ben het nooit met haar eens, maar dit keer heeft ze gelijk. De manier waarop hij recht door me heen kijkt is angstaanjagend. Hij lijkt op zi... hij lijkt op zijn vader. Ik sta abrupt op.
'Zeg iets,' roep ik. Hij blijft strak voor zich uit staren. Maak contact met hem. Ik ga weer zitten en pak zijn hand vast. 'Zeg iets.'
'Dit is niet grappig, Eloise,' fluistert hij. Hij kijkt nog steeds alsof hij een geest heeft gezien, maar dit keer springen er tranen in zijn ogen. Ik knijp verbaasd in zijn hand. 'Ze leeft nog, Noussair. Jouw tante heeft haar dood waarschijnlijk in scene gezet.' Ik ben verbaasd dat het hem zoveel doet. De tranen rollen over zijn wangen. Hij kijkt dit keer wel naar mij op en zijn gezicht ziet niet meer zo lijkbleek.
'Zo moeder zo dochter,' fluistert hij. Ik schiet in de lach. Hij kon het niet laten.
'Kom, dan breng ik je naar haar toe. Je moet me alleen beloven dat je jouw vader niet op de hoogte brengt.' Hij snuift, knikt en veegt zijn tranen weg.
'Dat zou ik nooit doen. Ze betekent alles voor me.' Ik frons. Ik heb hem nog nooit zo kwetsbaar gezien. 'Dit verandert alles Eloise. Ik geef je toestemming om het te doen.' De kalmte keert terug. Ik probeer mijn gezicht in plooi te houden, maar mijn ogen gaan toch groot staan. 'Weet je het zeker?' roep ik verrast. Hij knikt.
'Ik wil niet weten waar, wanneer en hoe je het doet.' Ik stem toe en trek hem met mij mee naar het huis. Ik ben toch geen fout begaan.
'Noussair,' gilt Amber uitbundig. Ze snelt naar hem toe en slaat haar armen om hem heen. Hij doet hetzelfde en kust haar vervolgens op het hoofd. Op ons drie na is er niemand te bekennen. Ik kijk met een glimlach toe.
'Moeder,' snikt hij. Ik verstijf. Moeder? Wat?
'Moeder?' Ik stap op hun af. Amber maakt zich rustig van hem los. Noussair draait zich naar me om. Hij beseft nu pas wat hij zei. Ik onderzoek zijn gezicht. Spijt. Hij heeft spijt.
'Eloise Belle, lieverd. Het word tijd dat ik mijn verhaal doe,' zegt ze vermoeid. Haar ogen staan net zo vermoeid als dat haar stem klinkt. Ik kies ervoor om haar dit keer niet tegen te spreken. Noussair noemde haar moeder. Ik moet weten wat hier aan de hand is.
We gaan met z'n drieën op het veranda zitten. Noussair zit tussen mij en Amber in.
'Ik zal beginnen bij het begin. Ik ben het zusje van Jawhara Tayyib-Amirmoesz, de koningin van Abu Dhabi. Wij komen uit een rijk en machtig gezin. Op haar tiende stond al vast dat zij de toekomstige vrouw zou worden van Abdullah. Zij was toen al een hele nette dame. Op haar twintigste trouwde ze met de prins en werd ze een prinses. Ik was toen achttien en smoorverliefd op Abdullah,' fluistert ze. Ik luister aandachtig naar het verhaal.
'Hij hield van mij. Hij wilde mij, maar het kon niet. Het mocht niet. De koning had zijn kandidate al. De dag voordat hij mijn zus huwde deelden wij het bed. Ik hield van hem, Eloise. Met heel mijn hart. Een week na de bruiloft bleek dat ik zwanger was. Ik was jong en biechtte het in paniek op. Abdullah wilde het kind houden. Hij was zo blij. Ondanks dat dit betekende dat het een bastaard zou worden. De koning was minder blij met het nieuws en mijn zus heeft mij daarna jarenlang genegeerd. Ik moest het kind baren en aan hun schenken. Ik heb het paleis negen maanden lang niet verlaten, zo ook de prinses. Iedereen moest denken dat zij zwanger was van Abdullah. Toen hij werd geboren werd hij gelijk van me afgenomen. De prins en prinses moesten de kroonprins voorstellen aan het volk. Ze noemden hem Noussair. Ze hadden zo het geluk dat hij precies op zijn vader leek. Hij had alleen mijn ogen. Ik ben daarna gaan studeren in het buitenland. Ik was niet meer welkom in het paleis. Ik mocht mijn kind niet zien opgroeien,' vertelt ze. De tranen springen in haar ogen. Zelfs mijn ogen worden er vochtig van.
'Ik keerde na vier lange jaren terug. Abdullah was toen al twee jaar lang koning. Ik hoopte dat mijn gevoelens voor hem op den duur zouden verdwijnen, maar dat gebeurde niet. Ik hield nog even veel van hem, ondanks dat ik op het nieuws zag dat hij drastisch was veranderd. Jawhara was toen zwanger van Lydia. Niemand wist wie Noussair echt was. Zelfs hij liep achttien jaar lang met het idee rond dat Jawhara zijn biologische moeder is. Ik heb het...' Het geluid van piepende banden onderbreekt haar midden in het verhaal. Zo'n vijf zwarte auto's benaderen het huis.
'Haast je naar binnen,' schreeuwt Noussair.

JE LEEST
Eloise Belle
FantasyProloog ... De Koning kantelde zijn hoofd opzij en keek met een glasharde blik naar de samengestelde teams. Hij was ziedend. Na al die jaren was dit niet het moment om erachter te komen dat ze nog leeft. De Prinses had hem een belofte gedaan. Ze zou...