Hoofdstuk 26.1

956 77 22
                                    

Wat voorafging...

'Ik heb iemand vermoord,' zeg ik zachtjes. Hij fronst, maar de blik in zijn ogen verandert niet. Hij staart naar me alsof ik de enige ben die ertoe doet.

'Hoe kan je zo naar me kijken?' Hij streelt zachtjes mijn wang en grijnst.

'Ik hou van je,' fluistert hij. 'Wat je ook doet, Eloise Belle. Ik zal altijd van je houden.' Ik voel de tranen opkomen. Het is terug? Mijn gevoel is terug! Hij leunt in en kust me. Ik sluit mijn ogen en geef de vlinders toestemming om tekeer te gaan. Er rolt een traan over mijn wang. Ik kus hem wanhopig terug. De liefde die ik voor hem voel beangstigt me. Ik heb nooit geweten dat ik zoveel van iemand kon houden.

'Ik hou van je,' fluister ik tegen zijn lippen aan. Hij trekt me in een omhelzing en laat de stilte spreken. Mijn gedachten slaan op hol. Wat nou als mijn droom iets betekent? Ik kan niet in woorden beschrijven hoe echt het voelde.

'Aleser!' We kijken allebei naar de deuropening. Een roodharige vrouw stormt de kamer binnen. De blik in haar ogen is angstaanjagend.

'Ik moet je spreken,' hijgt ze. Dit is de vrouw waar Redouan doodsbang naar keek. Ik weet nog dat ze verdwenen was toen ik me naar hen omdraaide. Aleser staat op en loopt naar haar toe.

'Wat is er aan de hand, Amber?' Ik frons. Amber?

'Je moet per direct het land verlaten. De koning heeft al zijn mannen de opdracht gegeven om hem jouw hoofd te leveren.'

...

'Vluchten?' Aleser lacht vreugdeloos. Hij laat zijn hand op Ambers schouder rusten. Haar blik bevestigt mijn vermoeden. Ik sla mijn ogen verslagen neer. Je zult hem kwijtraken. Mijn onderbewustzijn legt haar kritische bril neer en kruipt weg in een donkere hoekje. Haar ogen tranen.

'Aleser,' fluister ik. Hij draait zich abrupt naar me om. Zijn ogen bestuderen mijn gezicht. Ik probeer niet in huilen uit te barsten. Mijn gebroken stem was niet te vermijden. Ik zal hem kwijtraken. Alle klein beetje geluk in mijn leven wordt me ontnomen.

Hij loopt voorzichtig naar me toe en neemt mijn gezicht in zijn handen. Zijn duim veegt een ontsnapte traan weg. 'Niet doen, Eloise Belle. Het komt goed,' fluistert hij. Ik pak zijn handen vast en sluit mijn ogen. Ik koester dit moment. Ik klamp me vast aan dit gevoel. Zijn handen op mijn huid. De warmte die mijn hart binnendringt. Bang dat dit de laatste keer is. Ik slik de enorme brok door en kijk weer naar hem op.

'Ik kan jou niet verliezen, Aleser. Vlucht. Verlaat Abu Dhabi en kom nooit meer terug. Jack zou..' 'Jack zou willen dat ik bleef om jou te beschermen. Vluchten is geen optie, Eloise Belle,' zegt hij vastberaden. Ik kon het proberen. Alhoewel ik weet dat vluchten nooit een optie voor hem zou zijn. Hij verliest eerder zijn hoofd dan dat hij mij achterlaat. Ik moet Noussair spreken. Ik moet iets bedenken.

'Ik kan misschien iets betekenen,' fluistert Amber. Aleser schudt zijn hoofd. Ik hoor haar dichterbij komen. Mijn hart slaat een slag over. Ik krijg het benauwd. Kijk naar haar, Eloise. Ik schud mijn hoofd in gedachten. Ik kan niet weer naar haar kijken. Ik herinner me de woorden in Dylan's dagboek.

Lieve Eloise, ik zag haar. De vrouw met kersenrood haar stond naast de koningin. Ze keek naar me, hield mijn blik even gevangen en glimlachte daarna. Haar glimlach. De kuiltjes. Ik wist niet wat ik zag.

Dit kan niet waar zijn. Amber-Lunah Amirmoesz is dood! Ik heb haar grafsteen gezien. Kijk naar haar! Mijn ogen dwalen onbewust naar haar af. Haar ogen. Haar kersenrood haar. De kuiltjes in haar wangen wanneer ze kort naar Aleser glimlacht. Hun stemmen vallen weg. Ik hoor alleen nog mijn hart kloppen. De vrouw in al mijn dromen staat recht voor me. De vrouw wier grafsteen de koninklijke familie bezocht. Het zusje van de koningin. Prinses van Abu Dhabi. Mijn moeder? Ze leeft? Aleser wist al die tijd dat ze nog leeft? Nee! Hier is vast een logische verklaring voor. De prinses is dood! Hoe verklaar je dit dan?

'Eloise Belle,' haalt haar warme stem me uit mijn gedachten. De verbitterde blik in mijn ogen doet haar achteruit deinzen. Zelfs Aleser ontgaat het niet. Ik krijg de vraag niet over mijn lippen. De woorden blijven onuitgesproken.

'Eloise,' fluistert Aleser. Zijn blik. De manier waarop hij mijn naam uitspreekt. Ik heb mijn antwoord. De blik herinnert me aan de koning wiens woorden nu pas tot me doordringen. Het doet me denken aan de dag dat Jack ons werd ontnomen.

'Als u mij vermoord zullen mijn mannen jullie allemaal om het leven brengen en uw hele familie uitmoorden. Tevens krijgt u nooit de kans om uw echte moeder te ontmoeten voordat u het leven verlaat. Ik ben niet van plan om u nu te vermoorden, Eloise Belle. Dus doe uw wapen weg en kijk toe hoe Aleser zichzelf voor een ander opoffert.'

'Ga weg,' fluister ik. Amber kijkt droevig op me neer. 'Ik moest wel,' prevelt ze.

'Ga weg,' herhaal ik. 'Nee,' roept Aleser fel en gaat op het bed zitten. Hij pakt mijn hand met beide handen vast. 'Doe dit niet, Eloise Belle. Duw haar verdomme niet weg.' Ik kijk hem vol ongeloof aan en trek mijn hand terug. Hoe kon hij dit al die tijd voor me verzwijgen?

'Wist je ervan?' Hij schudt zijn hoofd. Ik wijs stilzwijgend naar de deuropening. 'Eloise Be..' 'Eruit!' brul ik. Amber laat haar hoofd zakken en verlaat verslagen de kamer. Ik negeer de steek in mijn hart en focus me op mijn woede. Ik wis haar gezicht uit mijn gedachten en concentreer me op Aleser die koppig blijft zitten.

'Alsjeblieft,' mompel ik vermoeid. Als hij me aankijkt verandert de blik in zijn ogen en lijkt het alsof hij me nu pas echt ziet. Hij leunt voorover en kust liefdevol mijn voorhoofd. Ik sluit mijn ogen en vergeet voor heel even al het kwaad in ons leven. Mijn hartslag vertraagt en ik haal weer regelmatig adem. Bij hem kom ik tot rust. Al is het maar voor heel even.

'Neem je tijd, prinses,' fluistert hij. Hij staat op en loopt naar de deur. 'Ik zal proberen om zijn mannen van me af te schudden. In de tussentijd wil ik dat je goed rust. Beloof me dat je binnen zult blijven.'

'Hoe lang blijf je weg?' De teleurstelling in mijn stem is onvermijdelijk. 'Een paar dagen.' Hij slaakt een diepe zucht. 'Als dit voorbij is zal ik nooit meer weggaan.' Ik glimlach. 


Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu